Stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) SWT (brugpensioen) is een regeling waardoor oudere werknemers na ontslag een bedrijfstoeslag krijgen naast een werkloosheidsuitkering.
Het recht op dit SWT wordt vanaf 1 juli 2021 toegekend aan de ontslagen werknemers van 60 jaar en ouder op het ogenblik van het einde van de arbeidsovereenkomst, die een beroepsloopbaan van 35 jaar hebben en gedurende de laatste 10/15 jaar minstens 5/7 jaar gewerkt hebben in een zwaar beroep.
Hoeveel bedraagt de uitkering? Je werkloosheidsuitkering bedraagt 60% van je laatste (begrensde) brutoloon. Het wettelijke minimumbedrag van de bedrijfstoeslag komt overeen met de helft van het verschil tussen het nettoreferteloon en de werkloosheidsuitkeringen.
Werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT of het vroegere brugpensioen) waarvoor u een uitkering van de RVA ontvangt, telt mee voor uw pensioen als werknemer. Als u een uitkering van de RVA krijgt, dan telt uw SWT-periode mee om te zien of u vroeger met pensioen kunt gaan.
Het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag SWT (in de volksmond ook wel bekend als “brugpensioen”) is een specifiek stelsel waarbij je als oudere ontslagen werknemer in afwachting van je definitieve pensioen een werkloosheidsuitkering kunt krijgen.
Vaak zal het SWT op zich financieel voordeliger zijn, maar soms zit er ook een voordeel in het vervroegd pensioen, bv. omdat de werknemer nog een bijkomstige activiteit wil uitoefenen, wat eenvoudiger en met betere cumulvoorwaarden kan als gepensioneerde dan als werkloze.
SWT op 60 jaar
Sinds 2021 geldt dat je als werknemer met SWT kan gaan op 60 jaar op voorwaarde dat je 40 jaar beroepsverleden kan aantonen.
Wij willen dat iedereen die 40 jaar gewerkt heeft (gelijkgestelde periodes inbegrepen) een pensioen van minimum 1500 euro netto geniet. De periodes van ziekte, werkloosheid of tijdskrediet om voor de kinderen, ouders of familie te zorgen, worden meegenomen in de berekening van het pensioen.
Je wordt ziek:
Ga je op mutualiteit? Dan verlies je je SWT-toeslag. Er is een RVA-regelgeving voor SWT'ers die ziek worden: je kan dan toch op werkloosheid blijven én tijdelijk niet beschikbaar zijn. Breng je VDAB-consulent op de hoogte van je ziekte (met attest).
Eerder met pensioen kan vanaf uw 58e
Maar u kiest zelf wanneer u daadwerkelijk met pensioen gaat. Dat kan al vanaf uw 58e. Gedeeltelijk of volledig. In Mijn Pensioenplan kunt u verschillende plannen maken en kijken wat de hoogte van uw pensioen is bij een bepaalde keuze.
4. Kan ik als werkgever SWT weigeren? De vraag voor SWT komt vaak van de werknemer zelf. Een van de voorwaarden voor SWT is echter dat jij als werkgever de werknemer ontslaat en een werknemer kan je nooit verplichten om hem te ontslaan.
Enkel pensioen op wettelijke pensioenleeftijd
Voor SWT'ers die na 1 januari 2015 werden ontslagen en die tijdens hun periode van SWT aangepast beschikbaar bleven voor de arbeidsmarkt, wordt de uitkering van de groepsverzekering aan 10% belast. De andere bruggepensioneerden en SWT'ers betalen een belasting van 16,5%.
In welke situaties moet u de werknemer in SWT vervangen? U moet elke werknemer vervangen die ontslagen is en die het recht op werkloosheidsuitkeringen bekomt in het kader van SWT. Er bestaan mogelijkheden om daarvan vrijgesteld te worden.
De bedrijfstoeslag wordt uitgekeerd door de laatste werkgever of het sectoraal fonds. De betaling van de bedrijfstoeslag gebeurt iedere maand. Om in aanmerking te komen voor SWT moet de medewerker aan bepaalde voorwaarden voldoen qua leeftijd en loopbaan.
Om het brugpensioen of SWT te berekenen, telt 60 procent van het laatste brutoloon als basis. Die werkloosheidsuitkering is ten laste van de RVA, en begrensd tot een bedrag van 87,25 euro per dag of 2.268,60 euro per maand.
Bij blijvende invaliditeit of als de arbeidsongeschiktheid wordt geacht voor onbepaalde tijd te duren (stabiel genoemd), wordt drie jaar lang een jaarlijkse tegemoetkoming betaald. De hoogte van dit bedrag is afhankelijk van de mate van ongeschiktheid en van het loon dat de werknemer voor het ongeval verdiende.
Wanneer je ziekte langer duurt dan 1 jaar zal het ziekenfonds je dossier voorleggen aan het RIZIV om je eventueel een invaliditeitsuitkering toe te kennen. Op deze uitkering primaire arbeidsongeschiktheid (het eerste jaar arbeidsongeschiktheid) wordt bedrijfsvoorheffing ingehouden.
tellen uw effectief gewerkte dagen die na de eerste 14 040 dagen van uw loopbaan vallen altijd mee. tellen de niet-gewerkte dagen door werkloosheid, (pseudo)brugpensioen en SWT (stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag) die na de eerste 14 040 dagen van uw loopbaan vallen niet mee, zelfs als ze voordeliger zijn.
Telt mijn periode van inactiviteit mee voor mijn pensioen? Bepaalde periodes waarin je niet gewerkt hebt, tellen niet mee voor je pensioen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer je zelf ontslag nam en niet terug ging werken. Sommige niet-gewerkte periodes tellen mee.
Je hebt recht op een minimumpensioen als je kan bewijzen dat je een loopbaan van minstens 30 jaar hebt (2/3 van een volledige loopbaan van 45 jaar).
Als gehuwde gepensioneerde met een voltijds ambt krijgt u als waarborg zeker een basisminimumbedrag. Sinds 01.08.2022 krijgt u een bruto maandbedrag van 864,93 EUR.
Vervroegd pensioen
Om hier recht op te hebben moet je een voldoende lange loopbaan kunnen voorleggen. Heb je 42 jaar gewerkt, mag je vanaf je 63e op vervroegd pensioen. Na een loopbaan van 43 jaar kan je op je 61e stoppen, en zwoegde je 44 jaar voor een baas mag je er op je 60e de brui aan geven.
Vervroegd met pensioen gaan kan, onder bepaalde voorwaarden, vanaf 60 jaar. De aanvraag kan ten vroegste één jaar voor de gewenste ingangsdatum van het pensioen ingediend worden, dus ten vroegste in de maand van de 59ste verjaardag. Wie op de normale leeftijd (65 jaar) met pensioen wil gaan moet geen aanvraag indienen.