Bonusopa's en -oma's zijn mensen die de rol van grootouder vervullen voor niet biologische kleinkinderen.
Reacties van plusoma's en plusopa's: zo ervaren ze de stiefkleinkinderen. Stiefkleinkinderen, pluskleinkinderen, nieuwe kleinkinderen: hoe je ze ook noemt, ze maken plots deel uit van je leven. Zo ervaren de grootouders dat.
Opa en oma maken sociaal
Er is nóg een reden waarom opa en oma van belang zijn: het is goed voor je kind om met mensen van verschillende leeftijden om te gaan. Zo kan hij van oudere mensen leren hoe zíj in het leven staan, wat zij hebben meegemaakt. Kinderen die meer omgaan met ouderen, ontwikkelen zich sociaal beter.
Beperk het oppassen tot één of twee dagen. Probeer het oppassen door opa en oma te beperken tot één of twee dagen. Op deze manier blijft het voor hen speciaal om op je kinderen te passen en is het minder belastend. Als het niet anders kan, vraag dan regelmatig hoe ze het oppassen ervaren en of het niet te zwaar is.
Een goede oma weet hoe ze haar kleinkinderen het gevoel kan geven dat zij bijzonder zijn en ze tegelijk het een en ander over de wereld leren. Ze kan ook een ander rolvoorbeeld geven dan de ouders van het kleinkind zonder de grenzen te overschrijden.
Oma, bompa, meme, vake …
[familie] de moeder van de grootvader of de grootmoeder.
Een grootmoeder of oma is een vrouw die een kleindochter of kleinzoon heeft. Dit kan een kind zijn van haar (plus)zoon of van haar (plus)dochter.
De juiste benamingen zijn: grootmoeder, overgrootmoeder, betovergrootmoeder.
Ook zijn er vaak nog overgrootoma's die in aanmerking komen voor een andere naam. Dus in het ene gezin zal omi gebruikt worden voor een oma (1 van de twee) of voor beiden met een toevoeging (omistrand of omihondje of omibos) en in het andere is het de benaming van de overgrootmoeder.
Bompa, in Vlaanderen een veelgebruikt synoniem voor het woord opa, oude man.
overgrootouders van uw partner; achterkleinkinderen van uw partner; neven en nichten van uw partner (kinderen van broers of zussen); ooms en tantes van uw partner (broers of zussen van de ouders).
Daar zijn woorden bij die in België wel bekend zijn, maar niet gebruikt worden – zoals doei, hartstikke, nou, onwijs, ouwehoeren – maar ook woorden die in België onbekend zijn, zoals chipknip, kinnesinne, ouwebeppen, sappelen, een wassen neus, de hand met iets lichten.
"Overgrootoma is geen Nederlands, het is overgrootmoeder." Ik wil het uitleggen, maar het lukt niet. "Het staat mooi in het rijtje", zegt hij. "Onze geliefde moeder, schoonmoeder, oma, overgrootoma." Ik kijk mijn moeder aan.
de overgrootvader zelfst. naamw. (m.) Verbuigingen: overgrootvadersVerbuigingen: overgrootvadertje een vader van een grootouder Bron: WikiWoordenboek.
, kind van een kleinkind.
Plan een avondje casino, voor oma's wild side of life. Verzamel haar favoriete songs en maak er als verrassing een Spotify-lijst van. Organiseer een spelletjesavond bij haar thuis. Rummikub, klaverjassen en niet te vergeten scrabbelen to the max it is!
Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de zorg, begeleiding en opvoeding van hun kinderen. En wel op die manier dat die zorg, begeleiding en opvoeding in lijn is met de rechten van het kind. De overheid moet de rechten en verantwoordelijkheden van ouders respecteren.
Ook 'vake' en 'moeke' worden vaak gebruikt als namen voor grootouders. Zowat een op de tien laat zich zo noemen. Andere klassiekers zijn bomma en bompa, en vava en moemoe. Sommige van die namen zijn duidelijk regiogebonden: in Oost- en West-Vlaanderen vind je bijvoorbeeld nauwelijks vava's of bomma's.
In het Vlaams bestaan onder andere de synoniemen: bompa, pepe,petje (of petjen of petj'n), pit, vava, vake en vokke.
Grootvader = ... bestaan een heleboel synoniemen in het dialect voor grootvader. In het Vlaams bestaan onder andere: bompa, pepe, petje (of petjen of petj`n), vava, vake en vokke.
Overgrootouders moet je koesteren
"Met vier generaties op de foto!" Dat is een trotse uitroep van overgrootouders bij de geboorte van een achterkleinkind.