De persoon die strafrechtelijk kan worden vervolgd op basis van een proces-verbaal tot vaststelling van een inbreuk bestraft met een sanctie van niveau 2, 3 of 4 van het Sociaal Strafwetboek is de persoon die de inbreuk heeft begaan.
In het strafrecht beoordeelt de strafrechter of iemand een strafbaar feit heeft gepleegd en daarvoor gestraft moet worden. Hierbij geldt dat de verdachte onschuldig is totdat het tegendeel bewezen is.
Voorbeelden daarvan zijn de Penitentiaire beginselenwet, Beginselenwet terbeschikkingstelling en de Gratiewet. Ook neemt het strafrecht een plaats in een aantal bijzondere wetten. Men kan hierbij denken aan de Opiumwet, de Wet Wapens en Munitie, de Wet op de Economische Delicten en de Wegenverkeerswet.
Het Nederlandse Wetboek van Strafrecht (in de rechtspraak vaak afgekort tot Sr of WvSr) vormt samen met het Wetboek van Strafvordering de basis van het Nederlandse strafrecht.
Voorbeelden van overtredingen zijn: lichte verkeersovertredingen (zoals door het rode licht rijden, te hard rijden, etc.), openbaar dronkenschap, wildplassen, vandalisme, het overtreden van een verbod, enzovoort.
In Nederland komen bepaalde strafbare feiten vaker voor dan andere strafbare feiten, ongeacht of het gaat om een overtreding of een misdrijf. In Nederland hebben we het meest te maken met openlijke geweldpleging, mishandeling, verkrachting, meineed en diefstal.
Wanneer u wordt veroordeeld voor een overtreding krijgt u pas een strafblad als er sprake is van een vrijheidsstraf, een voorwaardelijke straf of een opgelegde boete van minimaal 100 euro. De meeste lichte strafbare feiten vallen niet onder het strafrecht.
Bewijsregels. In hoofdlijnen en vrij vertaald gelden de volgende bewijsregels binnen het strafrecht; Voor een bewezenverklaring zijn slechts twee bewijsmiddelen nodig. Dit noemen we ook wel het strafrechtelijk bewijsminimum.
Ten eerste moet een onafhankelijke rechter – of in het geval van zware criminaliteit een volksjury in het Hof van Assisen – beslissen over schuld of onschuld. Het openbaar ministerie, die de Staat vertegenwoordigt, en de verdachte krijgen allebei de kans om met bewijsmateriaal schuld of onschuld te doen bewijzen.
Een strafblad heet officieel 'uittreksel justitiële documentatie'. U kunt uw strafblad inzien. Daarvoor dient u een verzoek in bij de Justitiële Informatiedienst. Dit kan schriftelijk of per e-mail.
Meestal begint een strafzaak bij de politie. De officier van justitie besluit vervolgens wel of niet te vervolgen. Bij vervolging doet de rechter een uitspraak (vonnis). In het strafrecht geldt dat de verdachte onschuldig blijft totdat het tegendeel is bewezen.
De meeste misdrijven zijn ambtshalve vervolgbaar. Dat wil zeggen dat de verdachte ook zonder dat er aangifte is gedaan vervolgd kan worden.
Op grond van artikel 92 lid 1 Reglement verkeersregels en verkeerstekens is het overschrijden van de maximumsnelheid een strafbaar feit. Voor het te hard rijden kunnen relatief zware straffen worden opgelegd. Voor het te hard rijden worden in de regel een geldboete en een ontzegging van de rijbevoegdheid opgelegd.
De wetgever deelt de misdrijven in, in drie categorieën: misdaden, wanbedrijven en overtredingen. Dit onderscheid is gebaseerd op de aard van de mogelijke straf: Een misdrijf waarop een criminele straf staat, is een misdaad.
Kenmerkend voor strafrecht is dat het verboden gedragingen beschrijft waarop straf staat. Wie zich schuldig maakt aan een verboden gedraging, kan door de strafrechter worden gestraft.
Er zijn binnen de rechtspraak verschillende rechtsgebieden, zoals: strafrecht, civiel recht en bestuursrecht.
Om tot een bewezenverklaring te komen, moet er sprake van voldoende wettig en overtuigend bewijs. De eis dat er voldoende wettig bewijs is, houdt in dat er een minimum aan bewijs aanwezig moet zijn in het dossier om een verdachte te kunnen veroordelen.
Foto's, films, geluidsbanden, dvd's, etc. maar ook het moordwapen worden niet genoemd en kunnen dus niet rechtstreeks als wettig bewijsmiddel dienen. Ze kunnen wel ter zitting aan de rechter zijn getoond en vallen dan onder de eigen waarneming van de rechter.
Getuigen à charge zijn getuigen die zijn opgeroepen door de officier van justitie. Zij hebben in de regel een belastende verklaring voor de verdachte. De verdachte en zijn advocaat kunnen op hun beurt ook getuigen laten oproepen. Dit zijn de getuigen à décharge.
U kunt geen kopie krijgen van uw strafblad. U kunt wel een verzoek indienen bij de Justitiële Informatiedienst om uw strafblad in te zien. Op de website van de Justitiële Informatiedienst staat hoe u het verzoek moet indienen. U krijgt dan van de rechtbank een uitnodiging om het uittreksel in te komen zien.
30 jaar na de einduitspraak of 30 jaar na het volledig voldoen van de strafbeschikking tenzij de duur van de gevangenisstraf of vrijheidsbenemende maatregel (bijvoorbeeld TBS) langer is dan 20 jaar, dan wordt de termijn van 30 jaar verlengd met 20 jaar (dus verwijdering na 50 jaar).
Zolang u een strafblad heeft, mag u sommige beroepen niet uitoefenen. Zoals advocaat, leraar of deurwaarder. Voor sommige beroepen heeft u een VOG (Verklaring omtrent gedrag) nodig. Een strafblad kan betekenen dat u geen VOG krijgt.