Een schub wordt ook wel een relapse, terugval, aanval of opflakkering genoemd. Dit is een achteruitgang van MS waarbij zich vanuit een stabiele situatie plotseling nieuwe neurologische verschijnselen voordoen, zoals problemen met zicht, krachtverlies in armen en benen, coördinatieproblemen en/of gevoelsvermindering.
U kunt tijdens een schub last krijgen van problemen met uw zicht of krachtsverlies in bijvoorbeeld uw armen en benen. Sommige mensen krijgen tijdens een schub last van coördinatieproblemen of gevoelsstoornissen. Oude klachten die eerder verdwenen waren kunnen ook weer terugkomen.
Schubs worden veroorzaakt door ontstekingen in het centraal zenuwstelsel. Die beschadigen de myeline, het vettige laagje om de zenuwcellen dat de axonen beschermt.
Een schub duurt minimaal 24 uur, maar kan ook enkele dagen of zelfs weken aanhouden. Een schub kan tot allerlei klachten leiden, zoals extreme vermoeidheid, uitvalsverschijnselen, moeite met lopen, krachtverlies of oogproblemen.
Wat te doen bij een schub
Tijdens een schub kunt u het beste functioneren op geleide van wat u voelt. Het is de kunst een evenwicht te vinden tussen hetgeen u moet (wilt) doen en hetgeen u op dat moment aankunt.
Doordat lichaam en geest oververmoeid zijn, heb je een lagere weerstand en ben je vatbaarder voor ziektes. Bovendien kan het hebben van stress een trigger zijn voor MS.
Sommige mensen krijgen door hoge temperaturen tijdelijk meer last van hun MS (oude klachten komen terug of bestaande klachten worden erger) en sommige mensen hebben juist minder last van hun MS bij hoge temperatuur. Warmte beïnvloedt de ziekte niet op de lange termijn, maar het kan wel tijdelijk meer last bezorgen.
De levensverwachting is bij de meeste mensen met MS vrijwel hetzelfde als bij gezonde mensen. Als een MS-patiënt overlijdt, dan is dat meestal aan een andere ziekte of aan complicaties van MS zoals een longontsteking.
Pijn. Pijn aan je gezicht of ogen: als de zenuwbaan beschadigt raakt, kun je pijn voelen.Ook kun je een branderig, prikkelend gevoel in je armen en benen hebben. 's Nachts of als het warm is, kan je pijn verergeren. Pijn kan ook komen door spierstijfheid, een verkeerde houding, te weinig beweging of verstopping.
Het is (nog) niet mogelijk om de diagnose MS te stellen door alleen een bloedtest.
Om meer te weten, moet een arts je hersenen en ruggenmerg bestuderen. Dit kan op twee manieren; via een MRI-scan of een ruggenmergvochtonderzoek. Bij een MRI-scan kan de arts witte plekken zien in de hersenen en ruggenmerg. Ook daardoor kan hij of zij de diagnose MS stellen.
In de hersenen en het ruggenmerg ontstaan ontstekingen, die meestal een paar millimeter tot een centimeter groot zijn. Hierdoor raakt de myeline (de isolerende laag om de zenuwen) beschadigd, waardoor de zenuwen signalen niet goed kunnen doorgeven. Op den duur kan ook de zenuw zelf beschadigd raken.
De belangrijkste onderzoeksmethoden voor de diagnose van multiple sclerose (MS) zijn een MRI-scan van de hersenen of ruggenmerg. In sommige gevallen ook een ruggenprik of KNF-onderzoeken, zoals VEP, SSEP en MEP. Een ruggenprik is niet altijd noodzakelijk.
Multiple sclerose is een auto-immuunziekte, terwijl ALS bij één op de tien mensen erfelijk is door een gemuteerd eiwit. MS heeft meer mentale beperkingen en ALS heeft meer fysieke beperkingen. MS in een laat stadium is zelden slopend of fataal, terwijl ALS volledig slopend is en leidt tot verlamming en de dood.
Er zijn geen voedingsmiddelen waarvan aangetoond is dat ze slecht zijn voor mensen met MS. Er zijn dus geen 'verboden' voedingsmiddelen. Het gaat uiteindelijk om het gehele voedingspatroon waarin ook wel eens ruimte kan zijn voor iets minder gezonds.
Zweedse onderzoekers tonen aan dat een lage blootstelling aan de zon, zowel direct als indirect via lagere vitamine D-niveaus, het risico op MS verhoogt. De beschermende werking van zonblootstelling betreft zowel het vitamine D als het niet-vitamine D-pad.
Gevoelens van boosheid, verdriet en somberheid passen in de fase van verwerking van de diagnose MS. Dit komt voor als de diagnose net gesteld is. Maar ook later kan dit terugkomen, bijvoorbeeld als er nieuwe blijvende klachten ontstaan door de MS.
In Nederland krijgt ongeveer 1,5 op de 1.000 mensen MS. Dit betekent dat het gemiddelde risico om MS te krijgen 0,1 procent is. Een kind van wie een van de ouders MS heeft, loopt meer risico op het krijgen van de ziekte: ongeveer twee tot vier procent. Als beide ouders MS hebben, is dit risico nog hoger.
Vaak begint het met tintelingen in uw ledematen. Later krijgt u ook last van koude handen en/of voeten, een brandend gevoel en een doof gevoel. Vooral dit laatste is vervelend en soms zelfs gevaarlijk. U voelt bijvoorbeeld niks als u een hete pan aanraakt.
Bij MS kan je ook spierstijfheid of spasticiteit ervaren. Hierbij is sprake van onwillekeurige samentrekkingen van de spier. Zo kunnen bepaalde commando's vanuit de hersenen verdwijnen waardoor de spier alleen nog signalen ontvangt om zich aan te spannen en geen signalen meer ontvangt om zich te ontspannen.
De precieze oorzaak van MS is onbekend. Waarschijnlijk zijn er meerdere factoren die samen bepalen of iemand MS krijgt. MS is niet erfelijk, maar erfelijke factoren spelen wel een rol. De 'normale' kans om MS te krijgen is één op duizend (0,1 procent).
In 'BN'ers in de zorg – een leven lang MS' stappen bekende Nederlanders in het leven van iemand met MS. Wolter Kroes en Henny Huisman ervaren een dag lang wat het betekent om met MS te moeten leven. Wolter Kroes ontmoet Mikki. Zij is elf jaar en heeft een zeer agressieve vorm van MS.
Bij mensen met MS staat deze vermoeidheid echter vaak niet in verhouding tot de geleverde inspanning. De ervaren vermoeidheid is naar verhouding groter, komt sneller opzetten en het herstel duurt langer; de batterij is sneller leeg. Die inspanningsgebonden moeheid kan lichamelijk en geestelijk zijn.