Voornamelijk blauw licht wordt weerkaatst, terwijl het rode licht ons oog wel bereikt. "Rood komt veel meer aan. Blauw wordt makkelijker gereflecteerd en is voor het oog dus een stuk minder sterk zichtbaar." Zodoende ontstaan een rode of roze lucht.
De hemel kleurde daar namelijk felroze. Waar kwam dat door? De gekleurde lucht werd veroorzaakt door lampen van de kassen in die regio. Bepaalde kleuren ledlampen zouden ervoor zorgen dat planten beter groeien.
Wanneer er veel vocht in de lucht zit vindt meer verstrooiing plaats. Hierdoor is de lucht overdag minder blauw en rond zonsondergang zie je meer oranje en rode kleuren. Wolkenvelden kunnen dan extra en gevarieerde kleuren veroorzaken.
Rond zonsondergang krijgen wolken soms een mooie gele, oranje, roze of rode kleur. Dit komt doordat de zon dan laag aan de hemel staat en het zonlicht een lange weg door de atmosfeer moet afleggen. Het blauwe licht wordt dan hoog in de atmosfeer al geheel verspreid en zal ons niet bereiken.
Doordat de zon laag hangt, moet het zonlicht een lange weg afleggen voor het je ogen bereikt, vervolgt ze. "Daardoor stuit het zonlicht op tal van deeltjes in de lucht, zoals stof en waterdamp. Dat verstrooit alle kleuren, maar rood het minst. Dus dat blijft over, waardoor de lucht die rode gloed krijgt."
In werkelijkheid is de lucht violet. Vogels, vlinders en bidsprinkhaankreeften kunnen dat voor je bevestigen. De reden dat wij mensen een blauwe lucht zien, is dat ons oog wat minder gevoelig is voor paarse tinten dan voor hemelsblauw.
Laat ik al verklappen wat het antwoord is, voordat ik er verder op inga: als je een groene lucht ziet, betekent dat dat er veel hagel in de bui zit.
Het rode licht wordt het minst verstrooid en blijft vaak zichtbaar. 's Ochtends zweeft er meestal nog niet zoveel stof in de lucht. Is de lucht dan rood dan wijst dat in de regel op waterdamp en een hoge luchtvochtigheid. Vandaar de oude weerspreuk "Morgenrood, water in de sloot".
Als je naar de lucht kijkt, zie je dit als een blauwe lucht. Onze ogen kunnen violet licht minder goed zien en daarom zien we geen violette lucht.
Wanneer er geen wolkje aan de lucht is, zien we een blauwe hemel. De luchtmoleculen (zuurstof en stikstof) verspreiden de korte, blauwe golflengten van het licht het beste. Daardoor kleurt de hemel blauw tegen de zwarte achtergrond. Hoe droger en schoner, hoe blauwer de lucht zal zijn (bijvoorbeeld: poollucht).
Bij de zonsopgang en zonsondergang staat de zon laag aan de horizon en legt het licht leen langere weg door de atmosfeer af. Door het stof in het atmosfeer wordt een deel van het lichtstralen verstrooid in het spectrum van kleuren en verandert de hemel van geel naar oranje en rood.
Tegen dat het licht die grote afstand heeft afgelegd, is al het licht met de korte golflengten (blauw) reeds verstrooid en bereikt het onze ogen niet meer. Enkel het licht met de langere golflengten (rood) bereikt nog onze ogen, zodat we een rode schijn zien.
Nu is de verstrooiing van licht afhankelijk van de golflengte, dus van de kleur. Licht van een kleinere golflengte wordt beter verstrooid dan licht van een langere golflengte. Het blauwe licht wordt dus het best verstrooid, groen al wat minder, en rood het minst van allemaal. Het resultaat: de hemel kleurt hemelsblauw.
Het paarse licht is een combinatie van rood, wit en blauw licht. In de sterkte zoals het in de kas van de familie Schouten hangt, is het geen volledige vervanging van daglicht. Het wordt gebruikt om in de donkere korte dagen de dag wat te verlengen, vertelt Schouten.
Avondrood ontstaat voornamelijk bij verstrooiing van zonlicht door stof. Op mooie warme dagen gaat er in de regel vervuiling in de lucht omhoog. In het licht van de laagstaande avondzon leidt dit stof tot roodkleuring.
Ochtendrood. In tegenstelling tot avondrood wordt ochtendrood of morgenrood meestal veroorzaakt doordat waterdruppeltjes of ijsdeeltjes in de atmosfeer het licht verstrooien.
Het zonlicht dat de aarde bereikt wordt verstrooid door de luchtmoleculen die het op zijn weg tegenkomt. De diameter van individuele luchtmoleculen is veel kleiner dan die van waterdruppels en ook kleiner dan de golflengte van zichtbaar licht (tussen 0,4 en 0,7 micrometer).
De zon straalt zelf licht uit, terwijl de maan het alleen weerkaatst. Het zonlicht bevat alle kleuren en zou er daardoor wit uitzien als we alles zagen. Maar de atmosfeer verstrooit vooral de paarse, blauwe en groene tinten. Daarom bereiken ons overdag vooral de kleuren rood, oranje en geel.
Wolken weerspiegelen het wit van het zonlicht. Waterdruppels kunnen namelijk alle kleuren absorberen. En daarom reflecteren ze alleen de kleur die erop geschenen wordt. Zonlicht is wit, daarom zijn de wolken ook wit.
Een bekend gezegde is: 'Morgenrood water in de sloot, avondrood, mooi weer aan boord'. De gedachte hierachter was dat de toenemende luchtvochtigheid een voorbode zou zijn voor meer wolken en regen.
als synoniem van een ander trefwoord: zonsopgang (zn) : dageraad, morgenkrieken, morgenrood, morgenschemering, morgenstond, ochtendgloren, ochtendkrieken, ochtendschemering, ochtendstond.
Blauw licht wordt dus het best verstrooid, groen en geel licht al minder goed en rood licht gaat zo goed als rechtdoor door de dampkring heen. Het resultaat is dat de lucht blauw kleurt. Door de verstrooiing is het witte licht een beetje van zijn kleur kwijtgeraakt. Het resultaat daarvan is dat de zon geel kleurt.
Zonlicht bepaalt de tint van de wolken. Als de storm zich begint te vormen of weggaat in de schemering, zal het zonlicht de blauwe tinten elimineren, want wanneer het weerkaatst door de ijskristallen van de wolken, zullen ze de groene kleur doen ontstaan.
Maar wat nog wel kan, is dat het licht van de zon – die oranje of dieprood kleurt dankzij de verbuiging van het zonlicht dat onder een andere hoek de atmosfeer binnenkomt – de stapelwolk of onweersbui bereikt waar we het over hadden. En het gevolg daarvan is meer dan duidelijk: de wolk kleurt fraai oranje!