Volgens die definitie zou de prehistorie duren van 2,5 miljoen jaar geleden tot 100 voor Christus. Oude Steentijd (Paleolithicum - 2,5 mln tot 10.500 v.C.) Middensteentijd (Mesolithicum - 10.500 tot 5.300 v.C.) Nieuwe Steentijd (Neolithicum - 5.300 tot 3.200 v.C.)
Het eindpunt van de prehistorie is dan het jaar waarin de oudst bekende én ontcijferde bron is geschreven. Dit kan per cultuur of gebied op aarde verschillen: uit China en Egypte zijn veel oudere geschreven bronnen bekend dan uit West-Europa. De Egyptische hiërogliefen werden echter pas in 1822 ontcijferd.
In de prehistorie woonden mensen in zelfgemaakte hutjes of in grotten. Mannen jaagden op bijvoorbeeld mammoeten en rendieren voor vlees. En vrouwen verzamelden bessen, vruchten, noten, knollen, wortels en bladgroenten die je kon eten. Daarom noem je de mensen die toen leefden jager-verzamelaars.
Einde Prehistorie begon in Mesopotamië
Hiërogliefen Met de uiting van het spijkerschrift door de Mesopotamiërs, rond 3300 v. Chr., eindigde in de zogeheten Vruchtbare Halve Maan de prehistorie.
Era's zijn zeer lange tijdperken; ze vormen grote delen van de geologische geschiedenis. Een era is onderverdeeld in periodes, en is een onderverdeling van een nog langer soort tijdperk, dat eon wordt genoemd. De lengte van era's kan variëren van 400 Ma voor het Paleoarcheïcum tot 65,5 Ma voor het Cenozoïcum.
rond 3500 v. Chr. trekken de Sumeriërs Neder-Mesopotamië binnen. Hun herkomst staat niet vast; men vermoedt Anatolië, maar India is ook goed mogelijk.
Ze leefden van de jacht en verzamelden voedsel in de bossen. Ze hadden geen vaste woonplaats, maar trokken achter de kuddes rendieren aan.
Onze prehistorische voorouders aten vroeger veel groenten en fruit, noten en zaden en vlees en vis. Dit 'oervoer' was rijk aan eiwitten en vezels en bevatte amper koolhydraten en verzadigde vetten. Het voedsel was puur en onbewerkt en volgens wetenschappers aten onze voorouders erg gezond.
In de vruchtbare sikkel, waar ongeveer 10.000 jaar geleden de landbouw werd uitgevonden, ontstond de Sumerische beschaving (ca. 4500 v. Chr.). Deze wordt als de eerste beschaving ter wereld gezien.
Onderzoek laat zien dat de oermens een alleseter was en in die tijd moest eten wat voorhanden was; fruit, vis, vlees en noten. Maar het voedsel waarop al onze voorouders konden terugvallen waren knollen en wortels, die net als granen, veel zetmeel bevatten en daarmee energie leveren.
Er wordt aangenomen dat de gemiddelde leeftijd van de middeleeuwse mens rond de 35 jaar lag. Dat leidt vaak ook tot het idee dat je als je begin dertig was, al erg 'oud' was en het einde van je leven al in zicht kwam. Dit is echter niet helemaal waar.
De slimme oermensen
Nog ver voor de Grieken en Romeinen was er de oertijd. Vaak zie je op de televisie oermensen met gele luipaardhuiden lopen en hebben ze een knuppel vast. Ook wordt vaak gezegd dat ze in grotten leefden en vaak zien ze er een beetje dom uit.
Meer dan 300.000 jaar geleden verscheen de Neanderthaler, Homo neanderthalensis, de eerste mensachtige die we ook uit Nederland kennen. Hij ontwikkelde zich in Eurazië uit de Homo heidelbergenis. Omstreeks dezelfde tijd ontstond in Afrika Homo sapiens (anatomisch moderne mens).
De oermens in Europa woonde tot een half miljoen jaar geleden in de buurt van de kust. Hier was het klimaat mild en konden ze hun dieet aanvullen met eiwitrijk voedsel uit de zee. Pas na de ontdekking van vuur en verbetering van jachttechnieken bewoonde de oermens ook de binnenlanden.
Bronstijd (2000-800 v. Chr.)
Voor het koken van voedsel maakte men daarom gebruik van verhitte stenen. Onze prehistorische voorouders legden de keien hierbij in het vuur tot deze gloeiend heet waren. Daarna vulden ze een leren zak met water, deden het eten erbij en plaatsten de stenen vervolgens in het water.
De gedachte was voorheen dat het geslacht Homo altijd omnivoor was, maar dit gebeurde pas 1,65 miljoen jaar geleden. Het was de Homo erectus, de voorouder van de Homo sapiens, die vlees en andere dierlijke eiwitten ging eten.
De mensen aten vroeger van alles! Gevogelte, vlees, groenten en fruit. Eigenlijk een hele gezonde keuken. Ze aten alles wat er in de natuur voorkwam, zelfs kleine vogeltjes.
Een enkeling haalde de veertig, maar dat waren uitzonderingen. In de prehistorie gingen mensen schrikbarend vroeg dood. Tot ongeveer 30.000 jaar terug. Toen werd vermoedelijk een deel van de mensheid vijftig jaar oud en was er zelfs een groep die de tachtig of negentig haalde.
levensverwachting in observatiejaren
Mannen werden in de jaren 1827–1828 gemiddeld 36,6 jaar, vrouwen 39,5 jaar; in 1840–1851 respectievelijk 36,1 en 38,5 jaar.
Vroege middeleeuwen. Na de Romeinse tijd in Nederland werd het land bevolkt door drie Germaanse stammen: Franken, Friezen en Saksen. De Franken waren het sterkst, versloegen de andere twee volken tussen de 7e eeuw en 804 en veroverden onder leiding van Karel de Grote heel Nederland.
Een deel van de bevolking emigreert naar de kusten van Italië en sticht er handelskolonies. Griekse wijn wordt verhandeld tegen ijzererts, luxegoederen en slaven. In Griekenland ontstaat op basis van het Fenicisch schrift, het Griekse alfabet. Rond deze tijd wordt de strategisch belangrijke stad Korinthe gesticht.
De 19e eeuw (van de christelijke jaartelling) is de 19e periode van 100 jaar, dus bestaande uit de jaren 1801 tot en met 1900.
De 18e eeuw (van de christelijke jaartelling) is de 18e periode van 100 jaar, dus bestaande uit de jaren 1701 tot en met 1800. De 18e eeuw behoort tot het 2e millennium.