Responsiviteit is de afgestemde houding die een onderwijsprofessional heeft naar kinderen. De onderwijsprofessional reageert op signalen die kinderen uitzenden en doet dit op een passende en stabiele wijze, rekening houdend met de onderwijsleersituatie waarin zij zich bevinden .
Responsiviteit is naast betrouwbaarheid een onderdeel van de validiteit van een meetinstrument: een van de kwaliteitseisen waaraan een evaluatief meetinstrument moet voldoen. Responsiviteit verwijst naar de mate waarin een instrument in staat is werkelijke veranderingen in kaart te brengen.
Sensitief: gevoelig zijn voor signalen van de kinderen, deze herkennen en goed weten te interpreteren (kijken en luisteren) Responsief: adequaat reageren op de signalen: een reactie geven waaruit blijkt dat je de intenties van het kind goed hebt begrepen.
Bouwsteen IV: Reageren op de signalen van je kind
De volwassene of opvoeder gaat na het ontvangen en benoemen van wat het kind, doet, zegt, denkt, wil of voelt, er zijn eigen reactie aan toe voegen. Dit noemen we responsiviteit.
Bijvoorbeeld: een gastouder ziet dat een kind huilt, maar ziet ook waarom het huilt: het is geschrokken van de fluitketel. De kunst is dan op het juiste moment een passend antwoord te geven op de signalen die het kind uitzendt.
Respect voor autonomie van kinderen houdt in: • dat je het kind baas laat zijn over het eigen lichaam; • dat je de ruimte zó inricht dat het kind zelfstandig activiteiten kan ondernemen; • dat je het kind zoveel mogelijk de ruimte geeft om dingen zelf te ontdekken; • dat je respect toont voor de (culturele) achtergrond ...
In totaal zijn er zes interactievaardigheden benoemd: sensitieve responsiviteit, respect voor autonomie, praten & uitleggen, structuur & continuïteit, ontwikkelingsstimulering en het begeleiden van interacties.
Sensitiviteit is de gevoeligheid van een test in de diagnostiek, dat wil zeggen hoe goed de test erin slaagt het verschijnsel aan te tonen waarop getest wordt. Specificiteit bepaalt hoe specifiek de test is, dat wil zeggen hoe goed de test erin slaagt de afwezigheid van het verschijnsel aan te tonen.
Cultureel responsief lesgeven betekent dat docenten op een manier lesgeven waarin ze aansluiten bij de culturele kennis en ervaring van studenten.
De sensitieve houding - ook wel de sensitieve responsiviteit - van een opvoeder is een maat voor de kwaliteit van zijn opvoedend handelen. Zij geeft aan in hoeverre de opvoeder de signalen van zijn kind opvangt, juist interpreteert en er effectief op reageert.
Sensitief zijn wil zeggen dat je : in je eigen gedrag rekening houdt met de gevoelens van anderen. anderen in hun waarde laat en je verplaatst in hun positie. laat blijken de gevoelens en behoeften van anderen te onderkennen.
Heukelom: een responsieve overheid is een overheid die haar transparantie, slagvaardigheid en oplossend vermogen vergroot en een draagvlak voor gekozen oplossingen creëert door middel van een dialoog met de samenleving.
Structureren en grenzen stellen is dus: De omgeving voor het kind overzichtelijk en zoveel mogelijk voorspelbaar maken, dit houdt ook in dat je zelf voorspelbaar (consequent) bent in je gedrag. het kind duidelijk maken wat je van hem verwacht. zorgen dat het kind zich aan de gestelde regels houdt.
Positief sociaal gedrag, zoals luisteren naar elkaar, elkaar helpen, delen en samen praten, moedig je aan. Dit zijn positieve interacties tussen kinderen. voorbeeld begeleidt Annet de kinderen door ze positief contact met elkaar te laten maken. die verbaal vaardig zijn.
Het principe van respect voor autonomie betekent dat je als arts respect hebt voor iemands opvattingen, keuzes en leefwijze. Respect voor autonomie is belangrijk, omdat mensen zonder dwang van anderen beslissingen moeten kunnen nemen over welke zorg zij wel en niet willen.
Door veel met kinderen te praten en hen uitleg te geven, leer je hen de wereld om hen heen te begrijpen. Je helpt hen om hun gedrag aan te passen aan hun omgeving. Door te praten en uit te leggen, stimuleer je niet alleen de taalontwikkeling, maar ook de cognitieve en sociale ontwikkeling.
"Het begeleiden van interacties tussen kinderen verwijst naar de mate waarin een pedagogisch professional positieve interacties tussen kinderen faciliteert en stimuleert.
Respectloos betekent zonder respect behandeld worden of de ander zonder respect behandelen. Dat kan op tal van manieren zoals: De ander onderuithalen of kleineren. De ander te schande maken of kwaad spreken over de ander.
Neem het voorbeeld van hierboven waar de uitdaging 'respectvol' is. Een allergie die hierbij hoort is 'ja-knikken'. Iemand die voortdurend 'ja-knikt' kan irritatie opwekken bij iemand met de kernkwaliteit 'kritisch'. Iemand met de valkuil 'ja-knikken' kan op zijn of haar beurt weer leren van de kernkwaliteit kritisch.
Grenzen moeten vooral duidelijk en consistent zijn, wanneer je te maken hebt met iemand die jou niet respecteert. Zo'n persoon is op zoek naar de 'gaten' in je grenzen en gebruikt ze tegen je. Dus zorg ervoor dat je hem/haar assertief en duidelijk vertelt dat dit gedrag niet ok is en houd je aan de consequenties.
Bij de vaardigheid praten en uitleggen gaat het over de taal die jij gebruikt bij het begeleiden van kinderen. Het gaat ook over de manier waarop je bij kunt dragen aan de ontwikkeling van de eigen taalvaardigheid van kinderen. Er zijn verschillende uitspraken over taal waaraan je het belang van taal kunt zien.
Het recht om zelf te bepalen wat je doet. Respect voor autonomie betekent dat een kind steun krijgt bij activiteiten waarbij hij die nodig heeft en dat hij ongestoord bezig kan zijn wanneer dat mogelijk is.