Volgens de wettelijke richtlijn bedraagt de duur van de partneralimentatie de helft van het aantal huwelijksjaren met een maximum van vijf jaar. Bijvoorbeeld: ben je 12 jaar getrouwd, dan moet je maximaal 5 jaar partneralimentatie betalen aan je minder verdienende ex-partner.
De 'hoofdregel' zegt dat partneralimentatie maximaal 5 jaar duurt. Of korter bij een huwelijk van minder dan 10 jaar; dan duurt de partneralimentatie maximaal de helft van de huwelijksjaren (zijn jullie bijv. 6 jaar getrouwd geweest dan duurt de partneralimentatie 3 jaar).
De draagkracht van de betaler
Deze kosten zijn kosten die de betaler zelf moet maken om rond te kunnen komen, zoals woonlasten en zorgverzekering. Wat er overblijft is draagkracht. Van de draagkracht is dan meestal ca. 60% beschikbaar voor alimentatie.
De behoefte van de partner aan alimentatie wordt volgens vaste normen vastgesteld op 60% van het netto gezinsinkomen minus de kosten van eventuele kinderen. Eventuele eigen inkomsten moeten vervolgens ook op deze uitkomst in mindering worden gebracht.
Wanneer de ontvanger van partneralimentatie in totaal meer dan 69.398 euro per jaar heeft, is de te betalen belasting 49,5%. De ontvanger houdt dan 50,5% van het brutobedrag aan partneralimentatie netto aan partneralimentatie over.
In een gemiddeld gezin met twee kinderen en een modaal inkomen kost een kind volgens het NIBUD per maand ongeveer € 400,-. Op basis van het TREMA-rapport komt de alimentatie dan per kind uit op € 140,- per maand. Meestal liggen de bedragen voor kinderalimentatie tussen € 100,- en € 500,- per kind per maand.
De partner die behoefte heeft aan alimentatie heeft in principe recht op 60% van het netto gezinsinkomen zoals dat gold tijdens het huwelijk. Er wordt dus gekeken naar de financiële welstand van partijen tijdens het huwelijk.
Bij de berekening van de alimentatie wordt in principe alleen naar het inkomen gekeken. Het vermogen telt echter wel mee, naarmate dit vermogen substantieel inkomen oplevert.
Er is geen maximum gesteld aan de hoogte van de kinderalimentatie. Dit is echt afhankelijk van jullie inkomens. In de berekenmodule kun je de behoefte van de kinderen terugvinden. De alimentatie zal nooit hoger zijn dan deze behoefte.
Afspraken alimentatie sinds 1 januari 2020
De partneralimentatie bedraagt maximaal 5 jaar. Of korter, als het huwelijk of geregistreerd partnerschap minder dan 10 jaar duurde. Dan ontvangt uw ex-partner alimentatie voor de helft van de tijd dat het huwelijk of partnerschap duurde.
Je mag tijdens de scheiding afzien van partneralimentatie. Maak hierover duidelijke en heldere afspraken en leg deze vast in het echtscheidingsconvenant. Je mag ook een ander bedrag dan de officiële partneralimentatieberekening nemen. Maak ook in dat geval duidelijke en heldere afspraken.
De ex-partner die in de echtelijke woning woont kan op grond van art. 3:178 lid 1 BW de rechter verzoeken de woning voor maximaal drie jaar onverdeeld te laten.
U bent in principe verplicht om partneralimentatie te betalen als uw ex-partner na de echtscheiding onvoldoende inkomsten heeft om in het levensonderhoud te voorzien. Daarbij wordt rekening gehouden met uw levensstandaard ten tijde van het huwelijk.
De overheid maakt in november bekend hoeveel procent meer u betaalt in het volgende jaar. Sinds 1 januari 2022 is dat 1,9%.
Hoe bereken je de draagkrachtruimte? Dat is jouw netto-inkomen na de scheiding min het draagkrachtloos inkomen. Van deze draagkrachtruimte mag je zelf 40% houden en 60% is voor partneralimentatie over. Vervolgens trek je nog jouw deel van de kinderalimentatie hiervan af, dan houd je je draagkracht over.
U kunt via de rechter vragen om een zogenaamde 'machtiging tegeldemaking' ex artikel 3:174 BW. Met deze machtiging kunt u zonder de medewerking van de ander, zelf de woning verkopen. Meestal wordt deze machtiging via een kort geding gevorderd, zodat u snel verder kunt.
Bij de scheiding moeten de gemeenschappelijke bezittingen verdeeld worden. U kunt daarbij denken aan de inboedel van uw woning, banktegoeden en de auto. Schulden van u samen, zoals bijvoorbeeld de hypotheek of schulden aan postorderbedrijven, moet u samen blijven betalen.
Partneralimentatie ontvangen van uw ex-partner
Ontvangt u voor uzelf partneralimentatie? Dan moet u dit in uw aangifte opgeven als inkomen. Over dit inkomen is nog geen belasting betaald. Ook kan het zijn dat u de bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) moet betalen over uw ontvangen partneralimentatie.
Uw ex partner kan tot 12 maanden gevangenisstraf krijgen als hij weigert de (kinder-)alimentatie te betalen. De rechter dient altijd te toetsen of het een proportionele straf is die hij uw ex partner oplegt. Het gaat dus niet om het plegen van een criminele daad, maar om het niet betalen van achterstallige alimentatie.
Het betalen of ontvangen van kinderalimentatie heeft geen invloed op het krijgen van een hypotheek. Kinderalimentatie wordt namelijk niet als inkomen gezien.
Het netto besteedbaar inkomen (NBI) wordt gevormd door alle inkomsten (bijvoorbeeld uit arbeid, uitkeringen, winst uit onderneming, pensioen, vermogen) te verminderen met te betalen belastingen (zoals inkomstenbelasting en de Zvw premie). In Nederland betaal je als particulier over je inkomsten inkomstenbelasting.
De hoogte van de kinderalimentatie is afhankelijk van jouw inkomen, dat van je ex-partner en van het inkomen toen jullie samen waren. Als er iets verandert in jullie situatie kan dit leiden tot aanpassing van de kinderalimentatie. Ook veranderingen van overheidsregels kunnen gevolgen hebben.
Het onderhoudsgeld mag nooit meer dan 1/3 van het inkomen bedragen van de onderhoudsplichtige ex-echtgenoot. Het inkomen dat in rekening wordt genomen is het netto-beroepsinkomen en inkomen uit goederen. Nooit langer dan de duur van het huwelijk is onderhoudsgeld verschuldigd.
Als uw inkomen daalt, kan uw alimentatie lager worden of stoppen. U kunt dan met uw ex-partner andere afspraken maken over uw alimentatieplicht. Lukt dit niet samen? Dan heeft u een mediator of advocaat nodig.
Kan een alimentatiegerechtigde verplicht worden om (meer) te gaan werken? Nee, dat kan niet. Maar een alimentatiegerechtigde die er zelf voor kiest om niet meer te gaan werken, terwijl dit wel mogelijk is, kan deze keuze wel worden aangerekend.