Een quickshifter is een slim apparaatje met een sensor die ziet wanneer jij de schakelpook gebruikt. Wanneer je dit doet geeft hij een signaal af richting de computer (ECU) van je motor. Dit signaal zorgt ervoor dat de ontsteking wordt onderbroken en de tandwielen in de versnellingsbak worden ontlast.
De techniek van een quickshifter wordt in principe altijd toegepast op een conventionele handgeschakelde versnellingsbak, zoals te vinden op praktische alle motoren. Het is dus niet zo dat je een semi-automatische versnellingsbak moet hebben om gebruik te kunnen maken van een quickshifter.
Met een quickshifter schakel je namelijk omhoog zonder je koppeling te gebruiken. Er zijn ook zogenaamde 'blippers' op de markt, deze maken gebruik van een iets andere techniek waardoor je zowel op- als neer- kunt schakelen zonder gebruik van je koppeling.
Want de Quickshift 5 is een halfautomaat, omdat je in principe schakelt door een tikje tegen de pook te geven. Maar hij is een héle automaat als je even op het knopje aan de pook drukt. Dan hoef je louter gas te geven en te remmen.
Een blipper (downshift) maakt het mogelijk om zonder het gebruik van de koppeling soepel terug te schakelen. Een blipper is normaal gesproken alleen mogelijk bij motoren met een elektronische gasklep (ride by wire). Zonder elektronische gasklep is een blipper alleen te realiseren met zeer kostbare systemen.
Bij een MotoGP motor maken ze gebruik van seamless gearboxen, letterlijk vertaald naadloze versnellingsbakken. Hierbij is er bij het schakelen een korte tijd dat de motor in twee versnellingen zit voordat het overschakelt naar de volgende. Hierdoor is het schakelen sneller en een stuk soepeler.
Om te schakelen moet je de koppeling intrekken, het gas loslaten en ondertussen het schakelpedaal bedienen. De koppeling zit achter het linkerhandvat, het schakelpedaal zit bij je linkervoet. Wanneer je het schakelpedaal een positie naar beneden drukt gaat de motor in de eerste versnelling.
Bij een semi-automatische transmissie hoeft de bestuurder niet de koppelen maar wel zelf te schakelen. Dit kan door middel van 'duwen' of 'trekken' aan de versnellingsbak of door schakelflippers. De Ferrari 430 Scuderia met F1-versnellingsbak is een voorbeeld van een semi-automatische transmissie.
DCT staat voor Dual Clutch Transmission wat inhoudt dat er een versnellingsbak in zit met 2 koppelingen. De ene koppeling bestuurt de even versnellingen en de andere de oneven versnellingen. De werking is vrij 'makkelijk', de computer in de motor weet wel wat je aan het doen bent.
Veel sportmotorfietsen doen – op het gemak – ruim honderd kilometer per uur in de eerste versnelling. Daarmee kunnen we stellen dat die motoren plots als automaat gezien kunnen worden, aangezien je binnenkort overal in Nederland in z'n één kunt rijden.
Een quickshifter is een slim apparaatje met een sensor die ziet wanneer jij de schakelpook gebruikt. Wanneer je dit doet geeft hij een signaal af richting de computer (ECU) van je motor. Dit signaal zorgt ervoor dat de ontsteking wordt onderbroken en de tandwielen in de versnellingsbak worden ontlast.
De koppeling zit gekneld tussen het vliegwiel van de motor en de versnellingsbak. Het geheel bestaat uit een drukgroep en een wrijvingsplaat die onder veerspanning staat. Die veerspanning zorgt ervoor dat de wrijvingsplaat – in gekoppelde toestand – tegen het vliegwiel van de motor gedrukt wordt.
PDK staat voor Porsche DoppelkupplingsGetriebe, wat dubbele koppeling versnellingsbak betekent. Wat DSG is voor de Volkswagen of Seat, is de PDK voor een Porsche, een automatische versnellingsbak met een supersnelle schakeling.
De DCT-automaat met dubbel schakelmechanisme biedt de gebruiker twee keuzemogelijkheden: de zes versnellingen handmatig kiezen of de volautomatische bediening. De volautomatische bediening laat de zes versnellingen automatisch wisselen, elke keer passend bij het toerental en de snelheid.
De automatische Powershift-versnellingsbak brengt de aandrijfkracht van de motor middels dubbele mechanische lamellenkoppelingen over op de aandrijfwielen. Dit in tegenstelling tot de Geartronic-versnellingsbak die hiervoor een conventionele hydraulische koppelomvormer gebruikt.
Standen automaat
Zet je de auto in de P-stand, dan blokkeert je versnellingsbak. Deze stand heeft dus als het ware hetzelfde effect als je handrem. Het zorgt ervoor dat je auto niet gaat rollen na het parkeren.
Als je met een automaat voor een stoplicht staat moet je hem gewoon in D laten staan. Enkel als je langer stilstaat zoals bijvoorbeeld voor een overweg of brug moet je hem in D of N zetten. De automaat is gewoon gemaakt om enige tijd in D te staan met uw voet op de rem.
Bij het binnenrijden van een kettingwasstraat staat er meestal de volgende aanwijzing voor voertuigen met automatische transmissie: „Uit de versnelling, versnellingspook op “N”, motor uitzetten, niet sturen, niet remmen. “
Aangezien de motor al bijna in de toerenbegrenzer zit voor het overschakelen, schiet het blok direct naar toerentallen die de motor niet zonder schade kan verwerken. Onder autoliefhebbers heet zo'n motorschade veroorzakende schakelfout een 'money shift'.
Schakelen zonder koppeling naar een hogere versnelling is heel eenvoudig. Hou hem in z'n eerste versnelling (of welke versnelling je dan ook zit) en laat het gas los. Trek heel lichtjes aan de pook in de richting die hij op moet, maar trek niet hard genoeg om hem uit z'n versnelling te halen.
Als je eenmaal wegrijdt en snelheid begint te maken door meer gas te geven, gaan de toeren omhoog. Om snel en zuinig te kunnen rijden is het noodzakelijk om tijdig naar een hogere versnelling te schakelen. Schakel daarom zo vroeg mogelijk naar een hogere versnelling het liefst tussen de 2.000 en 2.500 toeren.
In 2007 werd in de MotoGP-klasse de cilinderinhoud van 990 cc verlaagd tot 800 cc. Deze klasse (de 500cc en tegenwoordig de MotoGP) wordt ook wel aangeduid als de Koningsklasse. In 2019 werd de elektrische klasse MotoE ingevoerd als vierde kampioenschap naast de drie reeds bestaande klassen.
Is motorrijden moeilijk? Nee, want het motorrijden op zichzelf is niet moeilijk als je de motor weet te hanteren. Dat leer je door motorrijles te nemen en te starten met het onderdeel voertuigbeheersing. Met het doen van oefeningen leer je in de praktijk snel motorrijden.
Terugschakelen. Trek de koppeling naar je toe. Druk het schakelhendel met je linkervoet naar beneden totdat het groene lampje brandt. Zorg ervoor dat je niet te ver naar beneden gaat, zo kan men in de eerste versnelling terechtkomen.
DSG staat voor Direct-Shift Gearbox of Direktschaltgetriebe. Het is een automatische versnellingsbak met dubbele koppeling en je leest er hier meer informatie over.