Naast het algemene IQ (totaal IQ of TIQ) worden vaak nog twee andere IQ's berekend: VIQ (verbaal IQ) en PIQ (performaal IQ). Deze zijn elk gebaseerd op bepaalde subtesten. Bij zeer hoge TIQ's bestaat er vaak een groot verschil tussen VIQ en PIQ (en tussen de subtesten onderling).
Naast het algemene IQ (totaal IQ of TIQ) worden in de meest gebruikte tests nog twee andere IQ's berekend: VIQ (verbaal IQ) en PIQ (performaal IQ). Beide worden becijferd aan de hand van de som van de ruwe score van een bepaalde groep subtests.
Doorgaans wordt een IQ dat tussen de 85 en de 115 ligt gezien als een normaal of gemiddeld IQ. Een IQ dat hoger is dan 115 wordt gezien als een bovengemiddeld IQ. Bij een IQ van 130 of hoger is er sprake van hoogbegaafdheid. Wanneer het IQ lager is dan 85, dan is er sprake van zwakbegaafdheid.
Performale intelligentie heeft te maken met het oplossen van problemen en het praktisch denken. Hieronder valt ook het ruimtelijk inzicht, het plannen en de fijne motoriek. Het verbaal IQ, daarentegen, zegt iets over het denken in woorden en het verbale geheugen.
Mensen met een IQ score tussen de 120 en 130 worden als begaafd gezien en een score tussen de 110 en 119 is bovengemiddeld. De grootste groep is die met een score tussen 90 en 109 en wordt met de term “normaal” aangeduid. Daaronder, tussen de 80 en 90, is de groep met een beneden gemiddelde score.
Natuurlijk zijn daarbij uitzonderingen, maar over het algemeen heeft een kind op het VWO bijvoorbeeld een gemiddeld IQ van minimaal 116. Voor een leerling op het Havo is het gemiddeld IQ minimaal 107.
De cognitieve ontwikkeling van de mens is gekoppeld aan zijn/haar leeftijd. Met elk jaar dat een kind ouder wordt, wordt het slimmer. Aan het einde van de puberteit is de cognitieve ontwikkeling gestabiliseerd. Een 18-jarige doet dan een IQ test amper nog beter dan een 16-jarige.
Bij studenten op een universiteit is het gemiddelde IQ 115. Ook voor deze groep geldt dat er studenten zijn die lager scoren dan het gemiddelde. In de normaalverdeling is heel goed zichtbaar dat er qua IQ een grote overlap is tussen studenten op een universiteit en het middelbaar onderwijs.
Er is sprake van een disharmonisch profiel wanneer er significante verschillen bestaan tussen de verbale en de performale intelligentie. Dit is meestal een teken dat er iets aan de hand is waardoor de ontwikkeling van de verschillende soorten intelligentie niet harmonisch verloopt.
Men spreekt van een disharmonisch profiel wanneer het verbale IQ (dat betreft taalkundigheid en de mate van communicatie die je beheerst) van iemand sterk verschilt met het performale IQ (dat betreft de capaciteit om kennis toe te passen, de mate van ruimtelijk inzicht en de manier waarop je je gedraagt).
Je IQ ligt minder vast dan gedacht. Veranderingen in het volume van bepaalde hersengebiedjes tijdens je pubertijd kunnen je intelligentiescore flink omhoog krikken – of juist omlaag. Je intelligentie, uitgedrukt in IQ, verandert gedurende je leven nauwelijks.
Iemand met zwakbegaafdheid heeft een IQ tussen de 70 en 85. aanpassingsvermogen die zijn ontstaan gedurende de ontwikkelingsperiode.
Het slimste land ter wereld is Japan. De Aziatische intelligentie is bij Japan al tientallen jaren zichtbaar en het land heeft ook een rooskleurige toekomst – als we de onderzoeken moeten geloven. Het land scoort uitmuntend op alle vlakken en blinkt het meest uit in de schoolprestaties.
Een gemiddeld intelligentieniveau ligt tussen de 90 en 110. Bij een IQ tot 120 spreekt men van een bovengemiddeld intelligentieniveau en bij een IQ tot 130, spreekt men van een begaafd intelligentieniveau. Een hoogbegaafd kind heeft een IQ dat hoger is dan 130.
Als je kind een IQ boven de 130 heeft en ook een diagnose Asperger of een andere vorm van autisme heeft, zeggen sommigen dat die persoon dan niet echt hoogbegaafd is, omdat het autisme dat uitsluit.
Als het gemiddelde intelligentieniveau gezakt is, betekent dat dus niet dat iemand niet slim meer is. Er kunnen érg grote verschillen bestaan tussen het VIQ en het PIQ. Als dat meer is dan 25 punten wordt er gesproken over een disharmonisch intelligentie profiel of de verbaal performaal kloof (V-P kloof).
Wat de verbaal-performaal kloof in de praktijk betekent
Wanneer de leerling sterker is in het verbale stuk, ligt het denken en redeneren in taal op een veel hoger niveau dan het praktische handelen.
Een disharmonisch profiel is niets om voor te schamen, het komt bij een deel van de bevolking voor en hoeft ook nooit een voorloper van andere aandoeningen te zijn. Toch kan het voorkomen dat kinderen met een disharmonisch profiel van zichzelf al leerproblemen of gedragsproblemen hebben.
Bij (jong)volwassenen kunnen bijvoorbeeld een laag opleidingsniveau, een klein sociaal netwerk, een gebrek aan concrete vaardigheden als klokkijken en het hebben van wat meer kinderlijke hobby's en voorkeuren tekenen zijn dat er sprake is van een lvb of zwakbegaafdheid.
In theorie is een IQ score van 1 de laagst mogelijke score, echter is dit niet meetbaar met een IQ test. Het gemiddelde IQ van de mens ligt tussen de 85 en 115.
Slimme mensen praten hardop tegen zichzelf
Uit studies blijkt dat als je tegen jezelf praat je problemen verduidelijkt en daardoor sneller met een oplossing komt. Dus mensen die maar wat lopen te brabbelen zijn wellicht minder stom dan je denkt. Ze zijn door hardop te denken bezig om problemen of ideeën vorm te geven.
Researchers aan de University of Washington en in Glasgow zijn het er na uitgebreid onderzoek over eens: de intelligentie van een kind wordt bepaald door het genetisch materiaal langs moeders kant. Het genetisch materiaal van de vader heeft geen invloed.
Intelligentie en je IQ zijn niet hetzelfde. Je IQ is namelijk een meting (een getal) van de eigenschap 'intelligentie' die iedereen in meer of minder mate heeft ten opzichte van anderen. Opmerkelijk genoeg is het begrip over wat intelligentie nu eigenlijk precies is, ontstaan nadat metingen van IQ al gedaan werden.
Omgevingsfactoren voor intelligentie ontwikkeling
Omgevingsfactoren zoals opvoedingsstijl van de ouders, de cultuur waarin je opgroeit, scholing en vriendenkring, bepalen 45% van je intelligentie. Vooral in je jeugd spelen dergelijke omgevingsfactoren een rol.