De pijnanamnese is een hulpmiddel bij het verhelderen van het pijnprobleem, het stellen van (verpleegkundige) diagnoses en het afspreken van interventies. Wanneer pijnamanese afnemen: • Volwassenen. Patiënten met matige tot ernstige pijn (pijnintensiteit van 4 en /of hoger) en/of gebruik pijnmedicatie.
Pijnanamnese (volwassenen)
De pijnanamnese is een handig en goed hulpmiddel om pijn en de problemen daarom heen in kaart te brengen. Het is een verpleegkundig meetinstrument. In korte tijd krijgt u veel informatie over de pijn van uw cliënt/patiënt.
De NRS-score (Numeric Rating Scale), soms ook wel VAS-score (Visuele Analoge Schaal) genoemd, is een meetinstrument om pijn te scoren. De NRS is een schaal van 0 – 10. De NRS is een meetlint met boze en blije gezichten (voornamelijk gebruikt bij kinderen).
Een veelgebruikt en betrouwbaar middel om de pijn te meten bij volwassenen is de Visual Analoge Scale (VAS) en de Numeric Rating Scale (NRS).
Op dit moment bestaat er in de medische wereld nog geen objectieve methode om pijn te meten. Meestal moeten patiënten zelf aangeven in welke mate ze fysiek ongemak ervaren door de pijn te beoordelen op een schaal van één tot tien.
Inleiding Pijnmeetinstrumenten zijn een hulpmiddel bij het bepalen van de pijnintensiteit en tevens nuttig om de effectiviteit van de pijnbestrijding (farmacologisch of non-farmacologisch) te bepalen. Bij pasgeborenen en jonge kinderen is het desondanks moeilijk om onderscheid te maken tussen pijn of onrust/angst.
Signalen van pijn zijn meestal zichtbaar in gezichtsuitdrukking, gedrag en stemming van je naaste. Deze zeggen misschien wel net zoveel als woorden. Een lijst die je kunt gebruiken om pijn te herkennen is de Pain Assessment in Impaired Cognition (PAIC 15). Deze wordt veel gebruikt in de zorg.
De pijnscore is een manier waarmee de arts of verpleegkundige met u in gesprek kan gaan, om te evalueren hoe het gaat met de pijnklachten en wat het effect van een behandeling is.
De VAS en de NRS worden geregeld met elkaar verward. Bij de VAS markeert de patiënt zelf op een lijn van 10 cm hoe intens de pijn is. Bij de NRS geeft de patiënt zonder visueel hulpmiddel aan hoe intens de pijn is, waarbij een score van 0 staat voor 'geen pijn' en een score van 10 voor 'de ergst denkbare pijn'.
De Barthel-index is een invullijst die wordt gebruikt als meetinstrument om te bepalen in hoeverre iemand de algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) zelfstandig kan uitvoeren (en dus indirect hoeveel hulp hij daarbij nodig heeft). Deze lijst vindt toepassing bij het bepalen in hoeverre iemand zorg nodig heeft.
Een pijnscore onder de 4 wordt beschouwd als acceptabele pijn; pijn die te doen is. Een score boven de 4 betekent dat u waarschijnlijk extra pijnstillers nodig heeft. Heeft u op meerdere plaatsen pijn ? Gaat u dan uit van de pijn die u als ergste ervaart.
De visueel analoge schaal (VAS) is een lijnstuk van 10 cm lengte waarop men een subjectief gevoel of een mening kan uitdrukken op een continuüm. De VAS schaal is het meest bekend in pijnonderzoek, waar de patiënt aanduidt op het lijnstuk hoeveel pijn hij ervaart.
De REPOS is een betrouwbaar en valide meetinstrument om pijn te meten bij mensen met een verstandelijke beperking, ook mensen met ASS of DS. Gegevens van een grotere onderzoeksgroep zijn nodig om te bevestigen of de conclusie aangaande deze twee kleine groepen juist is.
Pijnmeting. Om te komen tot vroege herkenning en behandeling van pijn gedurende de ziekenhuisopname, wordt geadviseerd bij elke patiënt 3 keer per dag de pijn te meten om zodoende ook acute pijn en fluctuaties gedurende dag inzichtelijk te krijgen (vaak verergerd pijn gedurende de dag).
PAIC 15 helpt de zorgverlener bij het herkennen van vijftien signalen van pijn, verdeeld over drie categorieën: gezichtsuitdrukkingen, lichaamsbewegingen en stemgeluiden. Bij elk pijnsignaal staat een korte omschrijving.
Inhoud. De Numeric Pain Rating Scale is een aspecifieke meetschaal, bestaande uit een schaal van 0-10. 0 betekent geen enkele pijn en 10 betekent de meest denkbare pijn. De patiënt dient het getal te kiezen dat het best de ernst van zijn/haar pijn in de afgelopen week weergeeft.
PACSLAC-D is een observatielijst waarmee je pijn kunt herkennen en inschatten bij mensen met een verstandelijke beperking en dementie. Nederlandse zorgmedewerkers uit de verpleging en verzorging kozen de oorspronkelijke, Canadese PACSLAC-lijst als handigste pijnobservatielijst.
Nociceptieve pijn ontstaat door schade aan weefsel, bijvoorbeeld bij een wond of ontsteking. Deze pijn noemen we ook wel weefselpijn. Bij schade aan het weefsel komen er stoffen vrij die kleine nociceptoren (pijnzenuwvezels) prikkelen. Deze pijnzenuwvezels geven een sein aan de hersenen waardoor we pijn ervaren.
Grofweg bestaan er drie verschillende soorten pijn: Acute pijn of nociceptieve pijn. Neuropathische pijn of zenuwpijn. Chronische pijn of sensitisatiepijn.
' en 'Dat doet zeer! ' zijn allebei juist, net als 'Je doet me pijn' en 'Je doet me zeer. ' In de woordenboeken zijn voorbeelden te vinden als 'pas op, je doet me pijn', 'dat doet zeer' en 'dat kan zo venijnig zeer doen', 'die klap deed zeer'.
Als je een pijnprikkel voelt, voel je deze met de sensorische zenuwen. Deze sturen dan een signalen door naar de hersenen. De hersenen sturen dan signalen terug naar de spieren om te bewegen (bijvoorbeeld je hand wegtrekken van een kokende waterketel). Pijn begint dus bij de zenuwen.
Om pijn te meten wordt er gebruik gemaakt van een gezichtjesschaal. Het eerste gezichtje kijkt vrolijk, het laatste gezichtje huilt hard (veel pijn). Het kind wijst aan met welk gezichtje zijn/haar pijn overeenkomt. We gebruiken voor deze kinderen de VAS score.