Een observatie moet zo objectief mogelijk zijn, omdat de observatiegegevens een zo zuiver en nauwkeurig mogelijke weergave van de werkelijkheid moeten zijn, wil je er conclusies aan kunnen verbinden.
Je kunt op verschillende manieren observeren: Participerende of niet-participerende observatie. Gestructureerde of ongestructureerde observatie.
Subjectief observeren van je doelgroep gebeurt wanneer er eigen meningen, gedachten en gevoelens worden verwerkt in de observaties. Subjectief observeren is eigenlijk mens-eigen: wanneer er drie mensen onafhankelijk naar een persoon kijken zullen ze alle drie weer een andere beschrijving geven.
Bij het observeren kun je gebruik maken van allerlei technische hulpmiddelen. Er is verschillende volgapparatuur op de markt, maar denk ook aan een stopwatch die je helpt te meten hoe lang iemand ergens gebruik van maakt. Houdt altijd de context in je achterhoofd.
Observeren moet je zo objectief mogelijk doen, dus je moet vooral feiten registreren. Registreer aantallen (frequenties, duur) van bepaald gedrag, en vermijd subjectieve aanduidingen als 'verdrietig' als iemand huilt. Iemand kan ook huilen van woede of machteloosheid.
Iets is objectief als het onafhankelijk is van de waarneming of voorkeuren van mensen: als er geen interpretatie bij nodig is. Dit staat tegenover subjectief.
Bij gestructureerde of systematische observatie wordt van tevoren vastgelegd welk gedrag je observeert en welke aspecten van het gedrag: frequentie, duur, intensiteit. De observaties worden vastgelegd in een observatieformulier. Dit kan alleen als je van tevoren precies weet wat voor aspecten belangrijk zijn.
Subjectief houdt in dat iets vanuit persoonlijk oogpunt wordt beoordeeld of gezien. Het heeft betrekking op de eigen smaak of voorkeur. Wanneer iemand subjectief antwoordt, is het antwoord van die persoon beïnvloed door zijn of haar eigen meningen en ervaringen.
Bij een kwalitatieve observatie wordt alleen de aan- of afwezigheid van een fenomeen vastgesteld, de toe- of afname, versnelling of vertraging. Bij een kwantitatieve observatie worden door middel van tellen of meten een numerieke waarde (in eenheden) toegekend aan een specifieke grootheid.
De beginsituatie: Wat is de aanleiding van deze observatie? Wat is het probleem? Achtergrondgegevens: Wat weet je allemaal van de geobserveerde persoon? Observatiedoel en de doelgroep: Waar wil je uiteindelijk een antwoord op geven?
Opzet observaties
Bij de opzet van je observatie-onderzoek beschrijf je wat je gaat onderzoeken en hoe je gaat onderzoeken. Bij observatie-onderzoek moet je een onderzoeksinstrument ontwikkelen. Meestal is dit een soort topiclist van elementen die je wilt onderzoeken en beschrijven.
Hoe kun je nog meer iets oppakken? Hoe kun je nog meer schone handen houden? Hoe kun je nog meer iets aan elkaar maken? Hoe kun je nog meer iets versterken?
Gedurende het verpleegkundig proces maakt de verpleegkundige gebruik van observaties. Observeren is de doelgerichte en systematische waarneming van gedragingen, kenmerken en uitingen van een of meer personen of van een gebeurtenis.
Waarnemen doe je altijd, observeren doe je in bijzondere situaties. Het verschil tussen waarnemen en observeren is dat je niet alleen bewust waarneemt, maar ook met een bepaald doel en volgens een plan en methode. De gegevens die er uit je observatie komen, gebruik je om een handelingsplan te maken, of een rapportage.
Argumenten zijn objectief wanneer ze feitelijk zijn en subjectief wanneer ze een mening, een gevoel, een vermoeden of een waardeoordeel bevatten. Subjectieve argumenten worden ook wel waarderende argumenten genoemd.
Objectiviteit zijn alle feiten, zonder dat ze op een bepaalde manier worden ingekleurd door mensen. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen dat 'de lucht is blauw' een feit is. Ook dingen als wiskundige formules kun je als feiten zien.
Wat gebaseerd is op waarneembare en onafhankelijk verifieerbare feiten, en niet op persoonlijke indrukken of meningen. Een objectieve vaststelling, is een vaststelling die door verschillende individuen, die onafhankelijk van elkaar iets waarnemen, op precies dezelfde manier kan worden gedaan.
objectief, onbeschroomd, onbevooroordeeld, ongedwongen, onpartijdig, vrijmoedig. onpartijdig (bn) : neutraal, objectief, onbevangen, onbevooroordeeld, onvooringenomen.
Er zijn een aantal valkuilen bij het observeren. De neiging om te snel een mening te vormen op grond van een eerste indruk. De neiging om anderen onze eigen motieven, eigenschappen of gebreken toe te dichten. Een vooraf gevormd oordeel, gebaseerd op eerdere ervaringen.
In het ABC schema wordt niet alleen het probleem gedrag in kaart gebracht maar ook de situatie waarin de leerling zich bevindt en wat mogelijk uitlokkende factoren zijn geweest. Ook de gevolgen van het gedrag worden beschreven.
Betrouwbaarheid Hiermee wordt bedoeld dat de observatie steeds dezelfde informatie oplevert, ongeacht wie observeert. Ook dient de gehele observatie een consistent geheel te vormen. Dit wil zeggen dat de observator zich blijft houden aan de vooraf afgesproken methode en werkwijze.
Controleren. Controleer bij losse medicatie: juiste cliënt, juiste medicijn, juiste hoeveelheid, juiste tijd, juiste vorm.