Een gezond, volwassen menselijk hart pompt in rust ongeveer 5 liter per minuut; de maximumcapaciteit varieert van 25 liter per minuut voor ongetrainden tot 45 liter per minuut voor topsporters.
- het slagvolume: het volume dat per hartslag doorgepompt wordt.
Bouw en werking hart. Het hart is een pomp die 4 tot 5 liter bloed per minuut rondpompt. Het bloed bevat zuurstof en voedingsstoffen voor alle spieren en organen.
Het slagvolume op zijn beurt wordt dan weer door 3 belangrijke factoren bepaald: preload, afterload, contractiliteit. De preload verwijst naar de uitrekking van de myocardspier vóór de contractie.
De cardiale functie, gemeten als cardiac output, is verhoogd (curve verschuift naar boven en naar links) bij een verhoging van het hartritme en inotropie en een verlaging van de afterload. In een normale functie curve is de cardiac output 5 liter per min. en de rechter atrium druk ongeveer 0 mmHg.
De hoeveelheid bloed die door de kamers per systole (samentrekken) het lichaam in wordt gepompt. Slagvolume is voor beide kamers tussen de 50ml en 70 ml. Als het hart in rust 60 keer klopt is er bijna 5 liter bloed door het hart heen gepompt.
Knijpkracht bepalen
De ejectiefractie geeft aan hoeveel bloed je linkerhartkamer per hartslag wegpompt. Bij een gezond hart is dit ongeveer 60%, want er blijft altijd bloed achter in de hartkamers. De mogelijke uitkomst van de ejectiefractie is: 50% of hoger: knijpkracht normaal.
Het hart pompt zuurstofrijk bloed naar de spieren en organen. Deze sturen op hun beurt zuurstofarm bloed terug naar het hart. Bij een volwassen persoon pompt het hart zo een 70 keer per minuut. Per minuut wordt er ongeveer 4 à 5 liter bloed rondgepompt.
De hartfrequentie maal het slagvolume geeft het hartminuutvolume: de hoeveelheid bloed die het hart per minuut rondpompt. In rust is dat ongeveer 4 tot 5 liter. Bij zware inspanning kan het bij zeer goed getrainde atleten oplopen tot 40 liter. Mensen met bewegingsarmoede halen amper de helft van die hoeveelheid.
Normaal slaat je hart in een regelmatig tempo. Hoe hoog je hartslag is, hangt af van wat je aan het doen bent. Zo is de hartslag in rust lager dan wanneer je je inspant. Over het algemeen is de hartslag bij volwassenen in rust tussen de 60 en 100 slagen per minuut.
In rust ligt de hartslag van een volwassene meestal tussen de 60 en 100. Een lagere hartslag is niet altijd erg. Soms is je hartslag van nature lager of heeft het lichaam zich aangepast omdat je intensief sport.
Wat de maximale hartslag is, verschilt per persoon. Normaal ligt de hartslag van een volwassene in rust tussen de 60 en 100 slagen per minuut. Bij inspanning kan deze oplopen naar 180, soms zelfs boven de 200. Het is geen probleem als je hartslag niet te snel oploopt en na afloop weer geleidelijk afzakt.
Bij een te snel hartritme loopt uw hartslag in rust op tot meer dan 100 slagen per minuut. Het hart kan dan soms niet meer voldoende bloed rondpompen. Daardoor krijgen de organen, zoals hersenen, nieren, lever en de hartspier zelf te weinig zuurstof. Medische hulp is dan noodzakelijk.
Oppervlak x slag x aantal cilinders = slagvolume.
De cilinderinhoud (of het slagvolume) van een motor beslaat de gezamenlijke inhoud van alle cilinders. De cilinderinhoud is de inhoud van de ruimtes, die door alle zuigers worden bestreken als deze van het onderste dode punt (ODP) naar het bovenste dode punt (BDP) of vice versa bewegen.
De formule voor het luchtverbruik van de ingaande slag is: V = ¼ x π x (D²-d²) x S x (P+1)
Het slagvolume van het hart van een sporter kan wel twee keer zo groot zijn als dat van een ongetraind persoon. De HR kan hierdoor twee keer lager zijn dan bij ongetrainde mensen. Goed getrainde sporters hebben dikwijls een HR in de orde van 40, hoewel individuele verschillen groot kunnen zijn.
Al decennia lang gebruiken sporters hun maximale hartslag om te bepalen in welke zones ze moeten trainen. De bekendste formule was altijd om je leeftijd af te trekken van 220 en - voilà! - je had je maximale hartslag (HFmax). Met dit getal zou je trainingszones op basis van je hartslag kunnen berekenen.
Rusthartslag en maximale hartslag
Zoals de naam doet vermoeden, geeft de rusthartslag de hartslag weer in rust. Hij bevindt zich in een volwassen, gezonde persoon tussen 50 en 100. Getrainde duursporters kunnen onder deze waarde vallen en ook minimumwaarden van 30 slagen per minuut bereiken.
Het hart kan minder goed samentrekken of ontspannen. Dan pompt het bloed minder goed rond. Daardoor vermindert de pompfunctie van het hart en wordt het bloed minder goed rondgestuurd in het lichaam. Wanneer het hart hierdoor uitzet (dilateert).
Een gezond hart slaat 60 tot 100 keer per minuut. Deze frequentie is nodig om zuurstofrijk bloed naar uw lichaam te pompen. Patiënten met bradycardie hebben een hartslag die langzamer is dan 60 slagen per minuut, wat vaak duizeligheid, kortademigheid en zelfs flauwvallen tot gevolg heeft.
Zo was een harslag in rust tussen 51 en 80 slagen per minuut gelinkt met een 40 tot 50 procent hoger risico op een vroege dood, in vergelijking met degene met een hartslag onder de 50 slagen.
De meest gehoorde klachten zijn onder andere vermoeidheid, kortademigheid en vocht vasthouden. Doordat vocht in het lichaam ophoopt. Het verzwakte hart kan de bloedsomloop minder in beweging houden, waardoor vocht niet goed wordt afgevoerd. Op verschillende plaatsen in het lichaam ontstaat vochtophoping.
Als u zich houdt aan de vochtbeperking, hoopt zich minder vocht in uw lichaam op. Uw hart wordt daardoor minder belast. De pompfunctie van uw hart kan zich dan enigszins herstellen. Door de betere pompfunctie wordt het dorstcentrum minder geprikkeld.