Een netstation verzorgt via het laagspanningsnet de aansluiting van 50 tot 250 aangeslotenen, meestal industrie en woningen. Tabel 2.2 geeft een beeld van de omvang van de transport- en distributienetten in Nederland en is ontleend aan Netbeheer Nederland (Netbeheer, 2010).
Op een transformatorstation, ook wel regelstation of elektriciteitsstation genoemd, wordt de spanning van elektriciteit omgezet van de ene spanning naar een andere spanning (omhoog of omlaag).
Onderstations. In deze huisjes, de zogenaamde onder- en schakelstations, wordt de energie die we van de regionale netbeheerder op ons eigen netwerk krijgen, geschikt gemaakt voor treinen. Wisselstroom van onder andere 10 kilovolt wordt automatisch omgezet in gelijkstroom van 1500 volt.
De term middenspanning is de naam die gebruikt wordt voor de spanningsniveaus die tussen hoogspanning en laagspanning ontstaan. In de praktijk gebruiken we de term middenspanning om de spanning tussen de 1000 Volt wisselspanning of 1500 Volt gelijkspanning en 25.000 Volt (25 kV) te duiden.
Een onderstation is eigenlijk gewoon een schakeltuintje met een of meer trafo's. Er is slechts één inkomend hoogspanningsniveau aanwezig en de secundaire zijde van het station is middenspanning. Meestal zijn onderstations maar klein, zoals hier het 110 kV-stationnetje van Ommen-Dante.
Het nieuwe 150 kV-schakelstation is een station waar de apparatuur en velden in een gebouw staan, ze zijn dus inpandig. Deze opzet heeft als voordeel dat er veel minder ruimte nodig is (40 bij 60 meter).
Een transformator kan dus bijvoorbeeld, een hoge wisselspanning omzetten in een lage wisselspanning en andersom, met weinig verliezen. Een transformator werkt met behulp van twee spoelen: de primaire spoel en de secundaire spoel. In de primaire spoel wordt een snel wisselend magneetveld opgewekt.
Ondergrondse kabels gedragen zich elektrisch anders dan bovengrondse hoogspanningslijnen. Dit leidt tot een verlies aan transportcapaciteit. Om dit te compenseren moeten op verschillende plaatsen langs het traject extra toestellen (bijvoorbeeld spoelen) worden geïnstalleerd.
Ook bij de hoogspanning biedt DC dus voordelen boven AC. Inmiddels wordt elektrisch transport over grote afstanden bijna altijd met HVDC gedaan. Gebruik van DC biedt verschillende voordelen ten opzichte van AC. Die voordelen zijn te vinden bij: laagspanning, middenspanning en hoogspanning.
Met laagspanning worden wisselspanningen tot 1000 volt en gelijkspanningen tot 1500 volt bedoeld.Hogere spanningen worden als hoogspanning aangeduid. Tot de laagspanning behoort dus ook de netspanning van 230/400 volt.
Het elektriciteitsnetwerk transporteert elektriciteit van de plaats waar de elektriciteit wordt opgewekt naar je huis.
Een veilig en ononderbroken transport van elektriciteit
TenneT transporteert hoogspanning (een spanning van 110.000 Volt (110 kV) en hoger).
Het Nederlandse elektriciteitsnet bestaat uit verschillende netdelen. Het hoogspanningsnet (150.000 volt), het middenspanningsnet (max 20.000 volt) en het laagspanningsnet (230 volt). Op het laagspanningsnet (LS net) worden de kleinverbruikaansluitingen aangesloten, zoals de consumenten en klein MKB.
Synchronisatie van stroomgeneratoren en feeders (feeders zijn de stroomleidingen waarlangs elektriciteit in stroomsystemen wordt getransporteerd)
Per laagspanningsnet gaat het om een paar honderd huishoudens en mogelijk enkele tientallen bedrijven. Het laagspanningsnet is 3-fasen en heeft een spanning van 400 Volt.In een woning gaat dit omlaag naar 230 Volt.De meeste huishoudens hebben een aansluiting van 3 x 25 Ampère.
Het schakelstation verdeelt het baanvak in meerdere stukken.Een kortsluiting kan zo makelijker geïsoleerd worden. Bij splitsingen en emplacementen wordt een schakelstation toegepast om de meerdere sporen van een voeding te voorzien. Het schakelstation functioneert dan als een distributiestation.
Veiligheid. Wisselspanning is gevaarlijker dan gelijkspanning. Dat komt door de sinusvorm. Bij de spanning in woningen spreken we van 230V.
Wisselspanning komt thuis uit het stopcontact en op deze spanning werken de meeste elektrische apparaten die wij kennen. In Europa is dit 230 V/50 Hz, in Amerika 120 V of 240 V/60 Hz.
Om een gelijkspanning om te zetten naar een andere gelijkspanning of naar een stabiele wisselspanning heb je efficiënte vermogenselektronica nodig. Dit soort vermogenselektronica bestaat pas sinds 1950. In de omvormers van zonnepanelen en thuisaccu's wordt ook vermogenselektronica toegepast.
AC en DC zijn de afkortingen van wisselstroom (AC, alternating current) en gelijkstroom (DC, direct current). Het verschil is dat bij wisselstroom de spanning continu wisselt tussen positief en negatief. Bij gelijkstroom is de spanning continu gelijk.
Als een apparaat nodig is dat gelijkstroom in wisselstroom omzet kan een gelijkrichter (die wisselstroom in gelijkstroom omzet) gebruikt worden door die omgekeerd in te zetten. In omgekeerde toestand werkt een gestuurde gelijkrichter als een lijncommutatiewisselrichter.
Via de 380 kV-verbindingen vindt grootschalig vermogenstransport plaats. Elektrisch vermogen dat in binnen- en buitenland wordt opgewekt, worden getransporteerd naar de regionale netwerken van lagere spanningen. De 380 kV-hoogspanningslijnen verbinden hele landsdelen met elkaar.
Je gebruikt een trafo wanneer je een hoge wisselspanning wil omzetten. Bijvoorbeeld 230 volt stroom bij je thuis omzetten in een lage wisselspanning naar een 12 volt inbouwspot. Deze zorgt ervoor dat de stroom wordt omgezet van 230 Volt naar 12 Volt zodat de lichtbron niet te veel stroom krijgt.
Transformatoren verslijten heel langzaam. Door de warmte en door chemische processen worden materialen langzaam aangetast.
60 graden mogen ze technisch wel worden maar de kern temperatuur kan beduidend hoger liggen. We hadden het er vanmiddag nog over met trafo's ban AE die ook behoorlijk warm werden. Trafo's die heter worden dan 30 - 40 graden zijn gewoon (te) krap bemeten.