De manier om je vetpercentage thuis te meten zijn weegschalen inclusief vetmeting. De weegschalen zijn populair, maar niet betrouwbaar. De Consumentenbond onderzocht 11 weegschalen. Conclusie: degene die wil weten hoeveel vet hij heeft, kan maar beter niet op een weegschaal gaan staan.
Een huidplooimeting, DEXA-scan of hydrostatische drukmeting scoort iets hoger, maar een autopsie is als enige écht accuraat. Toch is het zuur als je eerst het loodje moet leggen om je vetpercentage te meten; dus dan kun je maar beter roeien met de riemen die je hebt.
Weegschalen die ook een vetpercentage geven maken gebruik van de bio-elektrische impedantie analyse (BIA) en behoren tot de dubbel indirecte meetmethoden. Er wordt een inschatting van het vetpercentage gemaakt door de weerstand te meten van een elektrische stroom die door het lichaam wordt geleid.
De Withings Body+ is de beste keuze voor mensen die op zoek zijn naar een slimme weegschaal die nauwkeurig vetpercentages meet. De weegschaal biedt de mogelijkheid om je vetpercentage en spiermassa te tracken en de vooruitgang te volgen in een app.
Gezond vetpercentage bij mannen en vrouwen
Voor mannen is dit 7% tot 25% en voor vrouwen 21% tot 36%. Vrouwen hebben namelijk meer borstweefsel en leggen vetreserves aan voor een eventuele zwangerschap. Ook leeftijd speelt een rol.
Bij mannen wordt de sixpack zichtbaar bij een vetpercentage van 10% en bij vrouwen is dat 18%. Je lichaamsbouw heeft een grote invloed op hoe je buikspieren eruit zien. Kijk er dus niet raar van op als jij ineens een 8-pack ziet! Het kan ook zomaar voorkomen dat jij in plaats van een sixpack een fourpack ziet.
Het kan bij zowel krachttraining als duursport voorkomen dat je op de weegschaal geen verschil ziet of zelfs aankomt in gewicht. Dat kan komen omdat je meer spierweefsel ontwikkelt. Laat je dus niet ontmoedigen. Als je intensief sport, kun je ervan uitgaan dat je vetmassa kwijt bent.
Als je vaak op de weegschaal staat, dan doe je dat waarschijnlijk omdat je graag wat anders op het display wil zien. En regelmatig geconfronteerd worden met het cijfertje wat je niet wil zien kan dan erg frustrerend werken. Het kan je leven gaan beheersen en zelfs een obsessie worden.
Het vetpercentage wordt berekend door jouw vetmassa te delen door je totale lichaamsgewicht. Het is dus letterlijk het percentage aan vetmassa in jouw lichaam. Door de hoeveelheid vet procentueel uit te drukken, krijg je een inzicht in de samenstelling van jouw lichaam en dus in hoe het met jouw gezondheid gesteld is.
Dit is van nature genetisch bepaald en dit heeft onder andere te maken met het testosterongehalte dat bij mannen hoger ligt. Gezonde spiermassa voor mannen ligt tussen de 40% en 48% van de totale lichaamsmassa.Voor vrouwen ligt dit wat lager; deze moet tussen de 34% en 44% van de totale massa liggen.
Het meten van je vetpercentage is de beste meting voor je huidige gezondheidstoestand. Veel mensen verwarren hun vetpercentage met het BMI getal. Ze zijn echter compleet verschillend. Het vetpercentage is een indicatie van de hoeveelheid lichaamsvet in verhouding tot lichaamsgewicht.
Hoe meer vocht je in je lichaam hebt, hoe lager je vetpercentage maar ook hoe onbetrouwbaarder de uitslag. Het vetpercentage wordt namelijk gemeten met behulp van stroompjes die door je lichaam lopen. Vetmassa geeft veel weerstand dus hoe meer weerstand de weegschaal meet hoe hoger je vetpercentage.
Huidplooimetingen zijn gemakkelijk uitvoerbaar en slechts licht belastend. De metingen zijn minder betrouwbaar bij ouderen, vanwege de verminderde huidturgor en slappere spieren. Zodoende neemt de kans toe dat er ten onrechte spieren in de huidplooi worden meegenomen.
Staat je weegschaal op tapijt en ga je er op staan, dan geeft ie een ander gewicht aan. Dat kan veel schelen. Hoe meer de ondergrond waar je weegschaal op staat, inzakt, hoe onbetrouwbaarder je meting.
3 Je vetpercentage wordt niet lager
Wanneer je gewicht omlaag gaat, maar je geen verschil ziet in je omvang, kan dat een slecht teken zijn. Probeer je vetpercentage bij te houden met een knijpmeter. Val je af, maar blijft je vetpercentage hetzelfde? Dan verlies je waarschijnlijk spiermassa.
Weeg jezelf vóór het douchen
Doe het 't liefst ook voordat je hebt gedoucht. Je huid is namelijk het grootste orgaan van het lichaam en neemt makkelijk vocht op. Na het zwemmen of een douche, kan je huid wel 1 tot 3 kopjes water opnemen. Daardoor lijk je zo een paar pondjes zwaarder dan je daadwerkelijk bent.
Bij de vraag: “Waar val je het eerst af?” denk je meestal meteen aan het verschil tussen het onderhuidse vet op je benen, buik en bovenlichaam. Maar wat blijkt, is dat mensen met overgewicht voornamelijk eerst visceraal vet verliezen. Visceraal vet is het vet binnen in de buikholte, tussen de organen.
Wanneer u de weegschaal heeft verplaatst, kan het eerste gewicht onnauwkeurig zijn. Weeg u daarom nogmaals. Stap altijd rustig op de weegschaal en blijf er zo stil mogelijk op staan. De weegschaal is zo nauwkeurig, dat de geringste lichaamsbeweging schommelingen in de gewichtsaanduiding kan veroorzaken.
Waarom geeft mijn weegschaal verschillende aanduidingen elke keer als ik erop ga staan? De batterij is waarschijnlijk bijna op. Vervang de speciale batterij voor in de weegschaal. Indien het probleem aanhoudt is er waarschijnlijk iets anders aan de hand.
Cardio oefeningen, zoals wandelen, joggen, fietsen of zwemmen, helpen bij het verbranden van calorieën en het verminderen van buikvet. Daarnaast kan krachttraining, zoals gewichtheffen of weerstandstraining, helpen bij het opbouwen van spieren en het versnellen van je stofwisseling.
Hoe snel kan je buikvet verliezen? Bij de ene persoon gaat het kwijtraken van buikvet sneller dan bij de ander. Meestal verlies je eerst vet in je gezicht, armen, borst en daarna je buik. Je buikvet weg in 2 weken is helaas niet mogelijk, maar na 4-6 weken zou je zeker een verschil moeten gaan zien!
Alcohol en roken worden vaak aangewezen als oorzaken van buikvet. Alcohol en roken veroorzaken beiden een hormonale disbalans en een verhoogde afgifte van het anti stresshormoon cortisol. Dit heeft meer buikvet als gevolg. Buikvet kan onder andere ook ontstaan door genetische aanleg.