Een overdosis antidepressiva kan leiden tot vervelende fysieke klachten. Het kan je zelfs fataal worden. Al bij een kleine hoeveelheid kunnen antidepressiva schadelijk zijn voor de gezondheid. Gebruik daarom nooit antidepressiva zonder doktersadvies.
De middelen helpen bij acute psychoses, maar worden ook gegeven bij angst en gedragsproblemen, waarvoor ze niet baten. Ernstige bijwerkingen hebben ze wel, variërend van gewichtstoename en suikerziekte tot dodelijke hartritmestoornissen.
PSYCHOLOGIE Medicijnen tegen depressie – de zogenaamde antidepressiva – nemen niet alleen de depressieve gedachten weg bij mensen, maar zorgen ook voor persoonlijkheidsveranderingen. Een nieuwe onderzoek toont aan dat patiënten minder neurotisch worden. Ook gedragen mensen zich extraverter dan voorheen.
Het duurt meestal 2 tot 4 weken voor de depressieve symptomen verminderen. Als een behandeling met een antidepressivum succes heeft, adviseren artsen meestal om het middel 6 maanden tot een jaar te gebruiken. Als bij u depressies telkens terug komen, is het zelfs verstandig om het middel nog langer te gebruiken.
Het gebruik van bepaalde kruidensupplementen, zoals ashwagandha, rhodiola en Griffonia simplicifolia gaat niet goed samen met het gebruik van antidepressiva.
Over het algemeen gaan de klachten binnen drie maanden vanzelf over, maar als hulp te laat komt kunnen klachten flink verergeren en kan je depressie zelfs chronisch worden. Erkennen dat je depressief bent is vaak de eerste stap naar herstel. Depressiviteit worden niet altijd tijdig herkend.
De oorzaken hiervan zijn niet helemaal duidelijk. Toch lijkt het erop dat er een vertraging in de stofwisseling optreedt. Daarnaast gaan veel mensen ook meer eten.
Ook wordt aanbevolen met name bij oudere patiënten alert te zijn op verwardheid (delier), cognitieve verslechtering, duizeligheid en moeheid na start met antidepressiva (vooral SSRI's en andere moderne antidepressiva).
Maar zeker de helft van de mensen die antidepressiva proberen af te bouwen met het standaardschema, ondervindt wél problemen, variërend van slapeloosheid, misselijkheid, duizeligheid en zweten, tot angst(dromen), wanen en zelfmoordgedachten.
In bepaalde delen van de hersenen zou er bij depressie een tekort optreden van deze neurotransmitters. Deze verstoringen in het chemische evenwicht geeft aanleiding tot angstklachten, overmatig piekeren, verminderde plezierbeleving, passiviteit en een sombere stemming.
Serotonineheropnameremmers, ook wel SSRI's genoemd, regelen in de hersenen de hoeveelheid serotonine, een van nature voorkomende stof die een rol speelt bij stemming en emoties. Hierdoor vermindert de depressie en verbetert de stemming. Voorbeelden zijn citalopram, fluoxetine, fluvoxamine, paroxetine en sertraline.
Bij een typische depressie kan het basisadvies worden aangevuld met vitamine B12 (1.000 – 2.000 mcg per dag) en foliumzuur in de actieve vorm (folaat, 400 tot 1000 mcg per dag). Wanneer er sprake is van een atypische depressie worden ontstekingremmende stoffen als curcumine ingezet.
'Natuurlijke' antidepressiva zijn alle middelen en methoden die niets met chemische antidepressiva te maken hebben. Hiertoe behoren hormonen, vitaminen, mineralen, lichaamseigen stoffen, geneeskrachtige kruiden, slaapkuren, ontspanningstraining, psychotherapie en creatieve activiteiten.
Stop niet ineens met medicijnen tegen depressie (antidepressiva). Geleidelijk een lagere dosis slikken is het beste. Uw huisarts begeleidt u hierbij. Een te snelle vermindering van het medicijn kan klachten geven zoals angst, duizeligheid, misselijkheid, onrust of een grieperig gevoel.
Heel geleidelijk medicatie afbouwen kun je goed doen met taperingstrips. Een taperingstrip is 'medicatie op rol' voor een periode van 28 dagen waarmee de dagelijkse dosis van een medicijn in 28 dagen geleidelijk een stuk wordt verlaagd. Voor veel verschillende antidepressiva zijn al taperingstrips verkrijgbaar.
Het aantal mensen dat zogenaamde SSRI's, TCA's, MAO remmers, lithium en andere middelen gebruikt, stijgt behoorlijk. De nadelige gevolgen van het gebruik van anti-depressiva zijn aanzienlijk en het draagt meestal niet bij aan het verliezen van vetmassa.
Duloxetine, pregabaline, venlafaxine en escitalopram zijn de best onderzochte, effectieve en goed verdraagbare medicijnen voor de behandeling van een gegeneraliseerde angststoornis. Dat is de conclusie uit een recente meta-analyse in de Lancet.
De stoffen in antidepressiva zijn in de basis niet verslavend. En ze werken niet meteen, maar pas na langere tijd. Soms moet je ze een half jaar tot een jaar slikken om een gewenst effect te bereiken. Toch komen de meeste gebruikers moeilijk weer van antidepressiva af.
Mensen die antidepressiva slikken hebben 21 procent meer kans op een gewichtstoename van meer dan 5 procent vergeleken met mensen die geen antidepressiva slikken. De kans op gewichtstoename bleef minstens 6 jaar bestaan.
Alcohol versterkt het versuffende effect van antidepressiva. Ook als je hier niets meer van merkt omdat je gewend bent geraakt aan het medicijn, kun je door het gebruik van alcohol erg suf worden. Beperk daarom het gebruik van alcohol en drink het liever niet.
Bij gelijktijdig gebruik van paracetamol en tricyclische antidepressiva, carbamazepine, fenytoine, rifampicine, insoniazide of sint-janskruid kan er schade aan de lever optreden. In dat geval wordt aangeraden contact op te nemen met uw huisarts.
Wanneer gaat somberheid over in een depressie? Het verschil zit vooral in de duur en de hevigheid van de gevoelens. Iedereen voelt zich wel eens somber. Je kunt een baaldag hebben en daarna weer blij zijn, of je een tijdje somber voelen na een vervelende gebeurtenis.
Lichamelijke klachten van een depressie
Bijvoorbeeld: moe zijn zonder duidelijke oorzaak, of een loodzwaar gevoel in uw armen en benen. Slapen gaat vaak moeilijk. U slaapt moeilijk in, wordt midden in de nacht vaak wakker, of wordt erg vroeg wakker en kan niet meer inslapen. Of u slaapt juist te veel.
Een psychiater behandelt mensen met psychische stoornissen. Hij of zij gaat op zoek naar de oorzaak van de mentale problemen , en stelt vervolgens samen een behandelplan op. Dit behandelplan bestaat uit meerdere gesprekken en ook de omgeving van de hulpzoekende wordt in de behandeling betrokken.