De oudste betekenis van leep is 'tranend, ontstoken' (van ogen); het woord gaat waarschijnlijk terug op het gelijkbetekenende Latijnse lippus. Vervolgens ontstond de betekenis 'scheel', maar ook 'bedenkelijk, doortrapt'.
lepe hoek = Een lepe hoek is een afgeschuinde hoek, bijvoorbeeld van draaitrappen in de buitenhoek. Leep betekent in dit verband schuin of scheef. lepe hoek bij een trap (vos trappen): Zie ook lepe steen.
Bargoens is een sociale taalvariatie en een minderheidstaal die in Nederland tot de eerste helft van de twintigste eeuw werd gehanteerd door voornamelijk daklozen, zogenoemde landlopers, rondtrekkende handelaren, (markt)kooplieden, kermisklanten en onderwereldfiguren.
Een lepe hoek is een afgeschuinde hoek, bijvoorbeeld van draaitrappen in de buitenhoek. Leep betekent in dit verband schuin of scheef.
lepe steen. Een lepe steen is een baksteen waarvan een hoek is afgehaald, bijvoorbeeld om hem schuin tegen een andere lepe steen te leggen om op een fraaie manier een hoekafwerking te maken of om een veelhoekige wand te maken.
LINTVOEG: De lintvoeg is de horizontale voeg. De dikte van de lintvoeg varieert van 9 mm tot soms wel14 mm. De standaardmaat is 10 mm.
koppenmaat. De koppenmaat bij metselwerk is de breedte van 1 steen (kop) + de breedte van 1 stootvoeg. De verticale voegen (stootvoegen) moeten mooi recht boven elkaar komen. Daartoe nemen we voor de koppenmaat het gemiddelde van 10 stenen + 10 stootvoegen.
klezoor. Een klezoor is een kwart van een hele baksteen (de steen is in de breedterichting in vieren "doorgehakt").
drieklezoor. De drieklezoor is een baksteen van driekwart van een strek, dus driekwart van een hele steen. De drieklezoor wordt meestal toegepast als eindsteen op een hoek.
Bakstenen worden in een metselverband zoals halfsteensverband of wildverband verwerkt. Dit geeft het metselwerk sterkte en stabiliteit. Door het metselverband kan de windbelasting die optreedt worden opgenomen.
In het algemeen is de kop de korte smalle kant of zijde van een rechthoekige vorm of de (soms kortere) uitloper van een groter geheel. Wordt meestal gebruikt als verwijzing naar de smalste kant van een baksteen of een halve baksteen.
Een rollaag is een metselverband, waarbij de bakstenen verticaal liggen op de strek of op de kop. Vaak wordt dit gebruikt boven een venster of deur. Het zorgt namelijk voor een steviger en stabieler geheel en zorgt ervoor dat een lage muurdeel minder snel zal scheuren.
Gemiddeld worden er door een metselaar zo'n 800 tot 900 stenen per dag opgepakt en weggelegd. Het aantal bukbewegingen kan oplopen tot 1600 tot 1800. Bij het werken met blokken zijn de aantallen lager door de grotere omvang en het gewicht van de blokken: 350 tot 450 maal bukken per dag.
Een wildverband versterkt het natuurlijke, ruwe karakter van baksteen. Bij gevoegd metselwerk merkt u dat er in de verticale voeglijnen geen lijn zit. Zelfs bij voegloos metselwerk valt het onregelmatige effect van het wildverband in het oog.
Bepaal de beginpositie en start met tegelen. Als je zowel de vloer als de wanden gaat betegelen, is het raadzaam om eerst de wanden te doen. Zo voorkom je vlekken van voegmortel op de nieuw betegelde vloer.
- Voor tegels met scherpe randen (gecalibreerd of gezaagd) dient de ondergrond uitermate vlak te zijn. Halfsteens werken is hierdoor eigenlijk niet mogelijk, omdat deze tegels meestal ook bol zijn waardoor het werk nooit vlak kan kan worden. Met scherpe randen toont dit slordig en voelt niet prettig.
Keperverband. Het keperverband is gelijk aan het visgraatverband, maar dan 90 graden gedraaid. Een keperverband wordt vaak gebruikt bij drukke straten vanwege de zeer hoge belastbaarheid van de stenen.
De verschillende formaten bakstenen
Waalformaat baksteen – 210 x 100 x 50 mm. Dikformaat baksteen – 215 x 101 x 65 mm. Rijnformaat baksteen – 180 x 87 x 41 mm. Vechtformaat baksteen – 210 x 100 x 40 mm.
Wat is de lagenmaat? De lagenmaat is de maatvoering in verticale richting van metselwerk. De lagenmaat is de gemiddelde dikte van de baksteen plus de gemiddelde lintvoegdikte.
Een lagenlat is een lat waarop de lagenmaat staat aangegeven en die gebruikt wordt door de metselaar tijdens het metselen. Soms wordt de lagenmaat op de andere zijde van de koppenmaat aangebracht door inkepingen te zagen.
Open stootvoegen vinden we bij alle horizontale beëindigingen van het metselwerk, zoals boven een kozijn, bij de dakaansluiting, vlak boven het maaiveld en boven ingemetselde waterkeringen. Voor voldoende afvoer moet één stootvoeg per 3 à 4 strekken worden opengelaten.
Bakstenen zijn er in verschillende afmetingen. Het is per land anders welk formaat het meest gebruikt wordt. In Nederland is waalformaat overduidelijk het meest populair. Waalformaat bakstenen zijn verkrijgbaar in het formaat 210 x 100 x 50 mm.