Een leefplan is een hulpmiddel waarmee je cliënt in kaart brengt hoe zijn persoonlijke situatie is op een aantal levensterreinen. En wat de behoeftes zijn aan ondersteuning hierbij.
Het zorgleefplan, of ook wel ondersteuningsplan, helpt de cliënt zo te ondersteunen dat hij zijn leven (ondanks ziekte of beperking) zoveel mogelijk kan voortzetten zoals hij dat wil. De voorkeuren, vragen, behoeften of doelen van de cliënt zijn het uitgangspunt van het zorgleefplan.
Het zorgleefplan vermeldt de indicatie, een beeld van de zorgvraag, de reële zorgbehoefte en de afgesproken zorg. Daarnaast worden doel, inhoud en tijdstip van de zorg en ondersteuning vastgelegd.
Het zorgleefplan is geordend volgens vier levensdomeinen. - Woon- en leefomstandigheden; - Participatie; - Mentaal welbevinden; - Lichamelijk welbevinden en gezondheid. 2.1. Wat is de bedoeling van zo'n levensdomein?
Sinds 1 januari 2008 is het wettelijk verplicht om met elke cliënt een zorgplanbespreking te houden. De verzorgings- en verpleeghuizen en de thuiszorg moeten verplicht een zorgplan opstellen in overleg met de cliënten.
Een zorgplan helpt cliënten om regie te houden over de ontvangen zorg, omdat deze aansluit bij de eigen mogelijkheden en behoeften. Er staat bijvoorbeeld in wat de cliënt zelf wil doen, waar deze ondersteuning bij nodig heeft en hoe die ondersteuning ingevuld wordt.
Voorbeeld eenvoudig individueel zorgplan
Op de voorkant staan mogelijke gespreksonderwerpen, zoals voeding, alcohol en stress. Op de achterkant staan 5 vragen over wat voor de cliënt belangrijk is (behoeften), gesprekspunten, doelen, acties en evaluatie.
Thuis voelen hangt samen bijvoorbeeld met inrichting: persoonlijke spullen, meubels, foto's etc. Iemands achtergrond en cultuur zie je vaak terug in de inrichting. Mensen stellen hele verschillende eisen aan opgeruimd en schoon. Ook de wensen op dat gebied maken duidelijk wanneer iemand zich thuis voelt.
De 10 leefdomeinen bestrijken álle aspecten, die bepalend zijn of een individu of gezin zelfredzaam is en volwaardig kan deelnemen aan de samenleving. Het is daarmee een indeling die beter aansluit bij de leefwereld van de burger, dan de beleids-/financieringsgerichte indeling.
Het begrip 'zorgplan' omvat alle aspecten van zorg verleend door een instelling, inclusief persoonlijke wensen van de patiënt. Voor het opstellen van dit plan en het bespreken met de patiënt of diens vertegen woordiger bij een verblijf langer dan drie maanden is de instelling verantwoordelijk.
In het zorgplan staan de afspraken die u maakt met uw zorgaanbieder over de invulling van de zorg. Die zorg moet passen bij uw eigen situatie en uw behoeften. Een zorgplan wordt ook wel zorgleefplan of ondersteuningsplan genoemd.
De richtlijn maakt duidelijk uit welke onderdelen de verslaglegging moet bestaan, wat wel en niet genoteerd moet worden op welke manier. Ook behandelt de richtlijn de rechten en plichten van de cliënt en de plichten van de hulpverlener. Bij de richtlijn is een praktische samenvattingskaart ontwikkeld.
Een verpleegplan ziet er als volgt uit: Anamnese (gegevens verzamelen). Diagnose stellen. Beoogde resultaten formuleren (verwachte resultaten plannen).
Hoe vaak je een zorgleefplan evalueert, is afhankelijk van de cliënt en hoe snel diens zorgbehoeftes veranderen. Meestal wordt in verpleeghuizen twee keer per jaar officieel geëvalueerd, dit is conform het Kwaliteitsdocument voor de ouderenzorg (VVT) 2013.
Lichamelijk welbevinden: Cliënten moeten kunnen rekenen op adequate gezondheidsbescherming en -bevordering, een schoon en verzorgd lichaam en smakelijke maaltijden, hapjes en drankjes. Mentaal welbevinden: Cliënten moeten kunnen rekenen op respect voor, en ondersteuning van, de eigen identiteit en levensinvulling.
Samen met hun directe collega's bieden zij zorg 'volgens afspraak'. Ook collega's van andere disciplines en andere organisaties , bijvoorbeeld casemangers dementie, fysiotherapeuten, huisartsen of activiteitenbegeleiders, worden bij die afspraken betrokken.
Welbevinden betekent dat iemand zich goed voelt. Dit noemen we ook wel leefplezier of kwaliteit van leven. Welbevinden krijgt steeds meer aandacht in de ouderenzorg. Zorg voor welbevinden, goed in je vel zitten, is voor iedereen belangrijk en heeft een positieve invloed op de lichamelijke gezondheid.
Het individuele zorgplan (IZP) ondersteunt het werken met duidelijke doelen en afspraken. Het zorgplan maakt duidelijk wat is afgesproken tussen zorgverleners en de patiënt in de taal van de patiënt. Het maakt inzichtelijk wie wat doet en wie waarvoor verantwoordelijk is.
Een begeleidingsplan voor een cliënt bestaat uit twee delen, het persoonsbeeld en het begeleidingsprogramma van de cliënt. Het persoonsbeeld van de cliënt staat in het begin van het begeleidingsplan. De basis van het begeleidingsprogramma is het persoonsbeeld van de cliënt.
Je moet met je aanvraag een budgetplan meesturen. In een budgetplan leg je uit hoe je je pgb wilt besteden. In een persoonlijk plan beschrijf je je beperkingen, en welke zorg je nodig hebt. In een zorgmomentenoverzicht staat wanneer je zorg nodig hebt en hoelang.
Het doel van het werken met begeleidings- plannen is om de zorg en ondersteuning zo goed mogelijk te laten aansluiten op de wensen en behoeften van de cliënt. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is dat mensen met een ernstige psychische aandoening zoveel mogelijk de regie voeren over hun eigen leven.
De ondersteuning die wordt geboden, wordt vastgelegd in een ondersteunings- plan. Dit plan schrijf je niet over maar voor de cliënt; het is zijn plan, hij bepaalt wat er wel en wat er niet in komt. Zijn vragen staan centraal. In plaats van 'vragen' kun je ook 'hulpvragen, wensen of behoeften' lezen.
U kunt dit zelf afspreken met uw zorgaanbieder of de hulp. Dit geldt voor een persoonsgebonden budget (pgb) en voor zorg in natura (ZIN). Als u een pgb hebt, kunt u ook besluiten om de ene keer wat minder en de ander keer wat meer hulp te nemen, zolang u maar binnen uw budget blijft.