Kwantitatieve doelstellingen zijn bijvoorbeeld omzet(groei), marktaandeel, margegroei, aantal klantbezoeken, nieuwe klanten, nieuwe orders, enz. En kwalitatieve doelstellingen zijn o.a. klanttevredenheid, naamsbekendheid en grotere leverbetrouwbaarheid.
Een goede doelstelling is SMART geformuleerd.
Komt dit overeen met jouw bedoeling, dan voldoe je aan dit criterium. Meetbaar. Dit houdt in dat jij en andere betrokkenen op een objectieve manier kunnen bepalen of het doel van het project gehaald is.
Er zijn drie soorten doelen: gedragsdoelen, prestatiedoelen en leerdoelen. Het meeste onderzoek is gedaan naar prestatiedoelen, doelen die betrekking hebben op gewenste resultaten. In de praktijk van leidinggeven wordt vaak gebruik gemaakt van een combinatie van gedragsdoelen en prestatiedoelen.
Een doel of doelstelling is wat de organisatie concreet wil bereiken. Bijvoorbeeld: we willen ook in Frankrijk onze producten verkopen. Het onderscheid tussen de beide begrippen is vaak moeilijk te vinden. Een missie is meestal gemaakt om op langere termijn iets te zeggen.
De missie is de opdracht, de bestaansreden van de organisatie. De visie geeft aan waar de organisatie in de toekomst wil staan. De strategie geeft aan hoe de organisatie de visie verwezenlijkt. Tenslotte zijn er de organisatiedoelen: de concrete vertaalslag van de strategie.
In de doelstelling leg je uit waarom je onderzoek gaat doen. Beschrijf concreet wat je met het onderzoek wilt bereiken en wat het onderzoek moet opleveren.
Een voorbeeld van een persoonlijke SMART-doelstelling zou kunnen zijn: Ik wil binnen vandaag en 1 januari 2022 vijftien kilogram afvallen. Deze doelstelling is SMART, mits deze aan bepaalde voorwaarden voldoet. De doelstelling is in ieder geval specifiek, meetbaar en tijdsgebonden.
Een doelstelling is een beschrijving van het gewenste resultaat dat een persoon of een organisatie wil behalen of naar streeft. Op persoonlijk vlak is 'ik wil binnen 3 maanden mijn rijbewijs halen' een voorbeeld.
Om targets te bepalen, kijk je naar wat jouw bedrijf doet draaien: KPI's of Key Performance Indicators. Stel: 70% van je verzonden offertes wordt aanvaard. Maandelijks heb je 20 aanvaarde offertes nodig om je vooropgestelde groei te halen. Je maandelijkse target qua verzonden offertes moet dus minstens 28 zijn.
In de doelstelling of het onderzoeksdoel geef je aan wat je met het onderzoek wilt bereiken. Het onderzoeksdoel is nooit om het probleem op te lossen maar om er meer inzicht in te verkrijgen. Zo kan je doelstelling voor je scriptie onder andere gericht zijn op: wat de oorzaken zijn van een probleem.
De meetbaarheid wordt meestal aangegeven in getallen. Meetbaarheid kan ook zichtbaar gemaakt worden door het doel te vergelijken met bestaande procedures, kwaliteitseisen, normen, handleidingen of systemen.
De juiste persoonlijke leerdoelen vertellen je wat je wil bereiken en hoe je daar richting aan moet geven door het vergaren van kennis en vaardigheden. Vooral dat laatste is van belang. Bij een persoonlijk leerdoel gaat het erom dat je iets leert en dus niet om een resultaat dat behaald moet worden.
Wat zijn SMART doelen? SMART staat voor specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden. Als je doelstellingen met deze methode opstelt, worden ze duidelijk en concreet.
Beschrijf je nieuwe situatie zo concreet mogelijk
Hoe concreter jij voor jezelf doelen weet te stellen hoe groter de kans dat je ze gaat realiseren. Stel, je wil assertiever worden op je werk. Dat doel kan je concreter maken door te zeggen: “ik wil assertiever worden tijdens het werkoverleg”.
Het is duidelijk wanneer de doelstelling behaald moet zijn. Een SMART-doel heeft een concrete start- en einddatum. Het doel moet dus haalbaar zijn binnen een bepaald tijdsbestek. SMART-doelen moeten meestal op een korte termijn behaald worden.
Een missie is afgeleid van de visie. Om je missie te kunnen formuleren, moet je de visie als uitgangspunt nemen. Vragen die je moet stellen voor de formulering van een missie zijn: – Wat willen we als organisatie bereikt hebben?