Oorzaken van een taalachterstand Een kind kan bijvoorbeeld moeite hebben met het maken van contact met anderen. Hij kan verlegen zijn en zich niet zo snel uiten. Hierdoor oefent het kind minder met de taal en kan dit de ontwikkeling in de weg staan.
Een kwart van de tieners in Nederland heeft een taalachterstand. Belangrijke oorzaken zijn onder meer te weinig voorlezen, de focus op 'technisch lezen' op school en laaggeletterdheid bij ouders, zeggen experts tegen NU.nl.
Er is geen aanwijsbare oorzaak voor deze taalproblemen, zoals gehoorproblemen of problemen in de algemene ontwikkeling. Ongeveer vijf tot zeven procent van alle kinderen heeft een TOS. TOS komt meer voor bij jongens dan bij meisjes (verhouding ongeveer 3:1). De precieze oorzaak is nog niet bekend.
Een vertraagde taalontwikkeling kan samenhangen met andere stoornissen, zoals een spraakontwikkelingsachterstand, een algehele ontwikkelingsachterstand, een informatieverwerkingsprobleem, een auditief verwerkingsprobleem of een gehoorprobleem.
Een vertraging in spraakontwikkeling kan een symptoom zijn van veel aandoeningen, waaronder mentale retardatie, gehoorverlies, een expressieve taalstoornis, psychosociale deprivatie, autisme, electief mutisme, receptieve afasie en cerebrale parese. Spraakvertraging kan secundair zijn aan maturatievertraging of tweetaligheid.
Men spreekt van een vertraagde taalontwikkeling wanneer een jong kind in zijn taal duidelijk achterblijft bij leeftijdgenootjes. Het kind spreekt (nog) niet of opvallend minder; het spreekt in onvolledige, kromme zinnen; het spreken is minder goed verstaanbaar en soms begrijpt het kind niet goed wat er gezegd wordt.
Kinderen met TOS kunnen zich bijvoorbeeld terugtrekken uit de sociale omgang. Hierdoor lijkt hun gedrag op een stoornis in het autistisch spectrum. Toch verschillen de twee stoornissen wezenlijk van elkaar en mogen we ze niet over één kam scheren.
Een taalontwikkelingsstoornis is neurobiologische ontwikkelingsstoornis die erfelijk kan zijn. De precieze oorzaak is nog onbekend. Kinderen met TOS hebben moeite met taal. Verder lijkt er niets met ze aan de hand te zijn.
De wijze van diagnose van een spraakstoornis hangt af van het type spraakstoornis (stotteren, dysarthrie, verbale ontwikkelingsdyspraxie, verbale apraxie, stemstoornissen ...).
Alle kinderen met TOS hebben dus ernstige, primaire taalproblemen, maar het type taalprobleem (en de mate van ernst) op grond waarvan de diagnose wordt gesteld, verschilt per kind. TOS wordt meestal bij kinderen van 3-5 jaar oud gediagnosticeerd, maar dit kan ook nog op latere leeftijd gebeuren.
Oorzaken van taalstoornissen kunnen zijn : gehoorverlies, cognitieve beperking, emotionele stoornis, een gebrek aan blootstelling aan taal in de omgeving of hersenletsel . Vaak is de oorzaak van het taalprobleem onbekend.
De meeste kinderen met TOS gaan naar het regulier onderwijs. Dat is een gewone bassischool of middelbare school. Sommige kinderen met TOS hebben extra ondersteuning op school nodig. Soms kan dat op de reguliere school zelf.
De signalen van TOS; je kan dit herkennen aan onder andere de volgende punten: Het kind spreekt in korte, onlogische zinnen. Het kind is slecht verstaanbaar. Het kind is stil en praat weinig.
Een spraakvertraging kan worden gecorreleerd met een aantal redenen, waaronder: gehoorverlies, neurologische/medische problemen zoals autisme, cerebrale parese, het syndroom van Down, prematuriteit, hart- of ontwikkelingsvertragingen . Zoals eerder vermeld, is vroege interventie de sleutel.
Dysartrie kan op heel veel verschillende manieren ontstaan. Zo kan het plotseling ontstaan na bijvoorbeeld een CVA (beroerte), een hersentumor of andere hersenbeschadiging. Het kan ook ontstaan door een progressieve ziekte zoals Multiple sclerose (MS), de ziekte van Parkinson en Amyotrofische Lateraal Sclerose (ALS).
TOS is een neurobiologische ontwikkelingsstoornis, die erfelijk is. Wat de precieze oorzaak van TOS is, is nog niet duidelijk. Omdat er verder niets met het kind aan de hand lijkt, is een taalontwikkelingsstoornis een onzichtbare beperking.
Een taalvertraging treedt op wanneer de taalvaardigheden van een kind in een typische volgorde worden verworven, maar achterblijven bij leeftijdsgenoten. Een taalstoornis wordt gekenmerkt door atypische taalverwerving die de communicatie tussen verschillende omgevingen aanzienlijk verstoort.
Afasie is een taalstoornis. Hierdoor kunnen mensen plotseling niet meer goed over de taal beschikken. Dit komt door hersenletsel. De oorzaak hiervan is meestal een hersenbloeding, een herseninfarct, een ongeluk of een hersentumor.
Net als dyslexie is TOS een onzichtbare handicap die kinderen enorm kan belemmeren in hun ontwikkeling. Ongeveer 5% van de bevolking heeft TOS. Een kind met TOS heeft moeite met praten en het begrijpen van taal. Hij kan woorden en klanken lastig onthouden en heeft moeite met zinsopbouw en grammatica.
Taalontwikkeling bij kinderen van 1-2 jaar
Het kind is actief bezig met communiceren: het brabbelt en praat, maar gebruikt ook gebaren en lichaamstaal, zoals zwaaien, wijzen en mimiek. Het begint ook te communiceren door losse woordjes te gebruiken.
Echolalie of echolalia, een begrip uit de psychologie en psychiatrie, is het dwangmatig herhalen van woorden of zinnen van een gesprekspartner of een andere bron (bijvoorbeeld de radio).
Een taalontwikkelingsstoornis (TOS) is een neurocognitieve ontwikkelingsstoornis. Dit betekent dat de hersenen taal minder goed verwerken. Een kind met TOS heeft daardoor bijvoorbeeld veel moeite met praten of het begrijpen van taal. De gevolgen van een taalontwikkelingsstoornis zijn voor ieder kind anders.
Eenvoudige spraakvertragingen zijn soms tijdelijk. Ze kunnen vanzelf overgaan of met een beetje extra hulp van familie . Het is belangrijk om uw kind aan te moedigen om met u te "praten" met gebaren of geluiden en dat u veel tijd besteedt aan spelen, voorlezen en praten met uw baby of peuter.
Soms kan een kind al haar/zijn energie richten op het ontwikkelen van een bepaalde vaardigheid, zoals lopen of praten, wat dan even ten koste gaat van de ontwikkeling op een ander gebied. Een achterstand kan dan later weer worden ingehaald.