In een goed gestructureerd coachgesprek stel je vragen die je cliënt inzicht geven in zijn eigen gedragspatroon. Dit inzicht leidt in vele gevallen tot gedragsverandering en tot een mogelijke oplossing van de problemen die de cliënt ervaart. Een goede coach dringt zelf geen oplossingen op.
In tegenstelling tot wat veel mensen denken, gaan coaching en advies niet samen. Een coach mag geen tips of adviezen geven en zeker niet sturend zijn in een gesprek. Krampachtig zie ik coaches soms dan zoeken naar vragen die ze kunnen stellen, omdat ze zich inhouden en niet zeggen wat er op hun lippen ligt.
Een goede coach maakt verandering voor cliënten leuker en makkelijker door de focus en communicatie positief en luchtig te houden. Je gaat oplossingsgericht en positief te werk. Je nodigt een cliënt uit te ervaren en onderzoeken wat er wél mogelijk is. Focust op het positieve resultaat dat een verandering oplevert.
Als coach kun je de coachee nieuwe inzichten geven over het daar-en-dan door feedback te geven op wat er in het hier-en-nu gebeurd. Als je feedback geeft, benoem je het gedrag van de ander op een zo objectief mogelijke manier. Ook kijk je naar je eigen gedrag en naar de gevoelens die de coachee bij je oproept.
Een van de grootste valkuilen is dat de gecoachte volledig de richting opgaat die de coach wil. Dat werkt uiteindelijk averechts: het gaat om de persoon van de gecoachte die straks, na dit traject, verder moet zónder u. Laat hem zelf zijn richting kiezen.
Coachen is in de kern het schuiven van de verantwoordelijkheid naar de coachee toe. Hoe meer een coachee zich verantwoordelijk voelt voor zijn eigen leven en zijn eigen daden, hoe leuker het wordt om te coachen en hoe groter ook de kans op blijvend resultaat.
Coachingsmethoden: de meest gebruikte
De vijf meest populaire methodes zijn: socratisch coachen, provocatief coachen, rationeel-emotieve therapie, oplossingsgericht coachen en de motiverende gesprekshouding.
Het is een vrij beroep. Iedereen mag zich coach noemen. Maar consumenten willen natuurlijk wel zeker weten dat ze bij een professional aankloppen.
Bij een open vraag heeft de ander ruimte om in zijn antwoord aan te geven wat voor hem belangrijk is. En tevens bijvoorbeeld ook hoe hij zich erbij voelt. Bij een open vraag bied je de ander de ruimte om antwoorden te geven in de richting die hij zélf wil.
Iedere vraag kan een helpende vraag zijn als die vraag door de ander als helpend wordt ervaren. Dat wordt vaak situationeel bepaald.
Er is een klein verschil tussen coachen en begeleiden. Een coach helpt zijn cliënt eigen mogelijkheden en talenten te ontdekken om doelen te bereiken en moeilijkheden de baas te blijven. De focus ligt hierbij op de toekomst. Begeleiding legt de focus op het verleden, en het verhelpen van problemen.
Het grootste verschil tussen een coach en een psycholoog is dat je met een psycholoog werkt aan het oplossen van (heftige) psychische klachten. Denk aan angsten, een depressie of verslaving. Een coach richt zich meer op jouw persoonlijke ontwikkeling en helpt je werken aan een bepaald doel.
Begrijpen van de gedachten, gevoelens en intenties van een ander. Het vermogen om zich volledig te concentreren op wat de coachee zegt en niet zegt en om datgene dat gezegd wordt te begrijpen binnen de context van de wensen van de coachee; het vermogen om te bevorderen dat de coachee zich uit.
Vaak wordt er eens in de twee à drie weken een gesprek ingepland met een coach, maar uiteraard beslis je zelf wanneer je afspreekt met jouw coach. Een coachgesprek duurt vaak 1 tot maximaal 2 uur per keer. Het kan ook zo zijn dat je in het begin je coach wat vaker inzet en na verloop van tijd nog een keer per kwartaal.
Hij gaat er vanuit dat zijn coachee zelf verantwoordelijkheid kan nemen en zijn eigen oplossingen kan verzinnen. Coachend leidinggeven wil dus zeggen dat je als leidinggevende met die blik naar je medewerkers kijkt. Dat je er van uit gaat dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen taak, werkgeluk en gezondheid.
Wat coachen uniek maakt is dat er een verbinding ontstaat tussen twee mensen die samen een pad lopen. Zij doen dit door wederzijds vertrouwen en werken daarbij aan een verandering van binnenuit. Dit wordt transformissioneel coachen genoemd en dit komt naar voren in 4 gebieden: Je identiteit – Wie ben je?
Sterke punten en goede (karakter)eigenschappen zijn hetzelfde. Voorbeelden hiervan zijn: sociaal, leergierig, zelfverzekerd of veel doorzettingsvermogen. hoe onderbouw je sterke punten? Benoem bij sterke punten in welke situaties ze van pas komen en hoe deze situaties zich voor kunnen doen in de nieuwe functie.