2.1 Registers. De registers vind je achterin de atlas. Dit is een lijst met allerlei aardrijkskundige namen, in alfabetische volgorde.
De binnenkant van de omslag van een atlas, waarop je kunt zien op welke bladzijde een bepaald gebied te vinden is.
Algemeen: Een figuratieve kaart is gelijkaardig aan de stippenkaart, maar de stippen kunnen nu in grootte verschillen en zijn ingetekend per (administratief) gebied. Een voorbeeld is een stedenkaart van Nederland, waarin de grootte van elk symbool van de stad gebaseerd is op het aantal inwoners.
Aan de bovenkant van de atlas zitten twee grote gewrichtsvlakken waar de schedel op rust. De naam atlas verwijst naar de mythologische figuur Atlas, die het hemelgewelf op zijn schouders moest torsen. De atlas verschilt sterk van de andere halswervels door het ontbreken van het wervellichaam.
Dat is een alfabetische lijst van woorden die in de atlas zijn gebruikt. Een register is een handig hulpmiddel om iets in een atlas te zoeken. Hieronder zie je een deel van het register uit De Basis Bosatlas. Achter elk woord staat een kaartnummer.
Als je in de atlas kijkt op bladzijde GB 190-191 (GB 172–173), zie je bovenaan en onderaan de kaart de graden ooster- en westerlengte en links en rechts van de kaart de graden noorder- en zuiderbreedte. Elke plaats op aarde heeft dus een ligging op noorder- of zuiderbreedte en ooster- of westerlengte.
Met een goede overzichtskaart kan je makkelijk je weg vinden. Zo'n kaart moet je wel kunnen lezen. De schaal, de legenda en de symbolen geven de benodigde informatie. De kaarten die we nu gebruiken zijn vaak digitaal, maar gaan ook uit van dezelfde principes als de oude overzichtkaarten.
De inhoudsopgave
Daarin vind je de namen van alle kaarten uit de atlas, met de kaartnummers ervoor. Om te zoeken is de inhoudsopgave niet de meest geschikte vorm, maar je hebt wel een goed overzicht van alle informatie die je in de atlas kunt vinden.
Als je iets 'kleins' moet vinden, bijvoorbeeld een stad, dorp, rivier of berg, dan gebruik je het register. Het register vind je achter in de atlas. In deze lijst staan alle namen op alfabetische volgorde. Achter de naam vind je het bladnummer en in welk kaartvak de naam te vinden is.
Een kaart is meestal een geografische weergave, soms schematisch. Een uitgebreid wegennetwerk, zoals van een heel land, wordt in zijn geheel, in een bruikbare kaartschaal, weergegeven op een (grote) (land)kaart. Een deel van zo'n kaart wordt formeel blad genoemd, in de volksmond ook vaak kaart.
Vier eisen aan een kaart
Een noordpijl laat zien waar het noorden is, normaal gesproken staat die aan de bovenkant van de kaart. Een legenda verklaart de kleuren en symbolen die in een kaart zijn gebruikt. Een schaal geeft aan hoe vaak de kaart verkleind is ten opzichte van de werkelijkheid.
Iemand die dergelijke kaarten en aanverwante producten samenstelt wordt een cartograaf of kartograaf genoemd.
De legenda of legende is het gedeelte van een kaart of model waarop wordt uitgelegd wat de afzonderlijke kaartsymbolen betekenen. De term legenda is gebruikelijk in Nederland.
Door de legenda kun je een kaart beter begrijpen. Je kunt een legenda bijvoorbeeld ook tegenkomen bij tabellen, grafieken en diagrammen. In een legenda worden betekenissen uitgelegd van kleuren en plaatjes die bijvoorbeeld zijn gebruikt bij grafieken, tabellen, diagrammen en kaarten.
Een inhoudsopgave is een overzicht van alle hoofdstukken en paragrafen van een papieren boek, tijdschrift of document of van een niet-papieren document, waarbij de bladzijdenummers vermeld zijn.
Waar plaats je de inhoudsopgave? In een scriptie of proefschrift wordt de inhoudsopgave na de samenvatting en het voorwoord geplaatst. Een eventuele figuren- en tabellenlijst wordt meestal na de inhoudsopgave geplaatst.
Bosatlas. De Bosatlas is in verschillende versies te krijgen. De Grote Bosatlas is volledig geactualiseerd en aangepast op het nieuwe examenprogramma havo en vwo. De Kleine Bosatlas is dé schoolatlas voor het vmbo.
Notatie. Geografische posities worden traditioneel uitgedrukt in booggraden (°), onderverdeeld in 60 minuten (') en 60 seconden ("), dus ddd°mm'ss,s". Men werkt ook wel met decimaal onderverdeelde minuten (ddd°mm,mmm') of decimaal onderverdeelde graden (ddd,dddd°).
De breedtegraad loopt van 0 graden tot 90 graden. 0 graden is bij de evenaar en 90 graden is bij de noord- of zuidpool. Om aan te geven of je bij de noord- of zuidpool zit gebruiken we de afkortingen NB en ZB. NB staat voor noorderbreedte, dat betekent dat we op het noordelijk halfrond zitten, dus boven de evenaar.
Zoals de meeste systemen gebruiken we 6 decimalen, wat overeenkomt met een nauwkeurigheid van 1 meter. Dit is ook een gangbare notatie die wordt gebruikt in geocaching en vooral in de zeevaart, waar de minuut meestal voldoende is als kleinste waarde.
Schuif de kaarthoekmeter naar rechts langs de zuidlijn richting het oosten, tot je bij 74 komt (huisje in). Schuif daarna de kaarthoekmeter omhoog tot je bij 17 komt (trapje op). De plaats waar de punt van de kaarthoekmeter eindigt is het coördinaat dat je zoekt. Je kunt het coördinaat af lezen op je kaarthoekmeter.