Geef een paard dat dikker moet worden goed voedzaam hooi of voordroogkuil en vermijd grofstengelig en moeilijk verteerbaar ruwvoer. De kwaliteit en de voedingswaarde van ruwvoer kunnen per partij verschillen. Wil je zeker weten dat de kwaliteit van je hooi goed is, dan moet je het laten testen.
Oudere paarden hebben behoefte aan een iets andere verhouding aan calcium, fosfor en magnesium dan jongere paarden. Deze mineralen spelen een belangrijke rol bij de werking van spieren en het behouden van sterke botten. Het is ook verstandig om jouw senior extra zink en selenium (beide sporenelementen) te geven.
Luzerne is een vlinderbloemige plant die rijk is aan vezels. De structuur van luzerne is zeer grof waardoor je paard extra goed moet kauwen wanneer je dit voert. Het voordeel van veel kauwen is dat je paard meer speeksel aanmaakt. Wanneer je paard weinig kauwt, maakt hij ook weinig speeksel aan.
Met slobber krijgt je paard zijn benodigde behoeftes; vitaminen en mineralen, energie en het is erg lekker, dus voor veel paarden is dit geen straf om voorgeschoteld te krijgen. Naast dat het een goede aanvulling is op het rantsoen, krijgt je paard ook nog eens een mooie glanzende vacht.
13. Waarom zouden paarden geen vers hooi mogen eten? Vers geoogst hooi mag pas worden gevoerd na een opslagperiode van ten minste 6 weken. De reden ligt in het restvocht van het hooi: tijdens het droogproces kunnen bacteriën en ziektekiemen zich sterk vermeerderen.
De hoeveelheid ruwvoer die je geeft kan je uitdrukken in hoeveelheid energie of gewicht. Je kan je paard teveel energie geven zonder de maximale hoeveelheid in gewicht te overschrijden. Dit uit zich dan in gewichtstoename van je paard.
Hierdoor zijn de voedingsstoffen uit luzerne niet alleen heel hoogwaardig, maar ook nog eens erg goed opneembaar. Er wordt daarom weleens gezegd: “luzerne is het krachtvoer onder de ruwvoeders." Door luzerne te mengen met je krachtvoer, kan in veel gevallen de hoeveelheid krachtvoer verminderd worden.
Geef je slechts een paar handjes als extraatje door het krachtvoer, dan stimuleer je alleen het kauwen. Wil je echt extra energie en eiwit geven, dan is het nodig om een volwassen paard van 600 kg in ieder geval 1,5 – 3 kg luzerne per dag te voeren. Dat zijn 1 tot 2 volle emmers per dag.
Maïs bevat het meeste zetmeel van alle voeders voor paarden, maar heeft een even lage verteerbaarheid van zetmeel. Maïs is echter bijzonder geschikt voor extreem magere paarden die moeten worden vetgemest. Het graan bevat veel vet, maar is ook arm aan eiwitten en ruwe celstof.
De paarden krijgen er meer energie van, zonder te dik te worden of last te krijgen van suiker-kriebels of insuline-resistentie. Veel mensen kiezen voor zonnebloemolie, omdat het gemakkelijk te verkrijgen en goedkoop is. Maar helaas: zonnebloemolie is helemaal niet geschikt voor je paard!
Lijnzaad ondersteunt de slijmlaag in de maag- en darmwand en helpt de darmwand beschermen. Lijnzaadolie bevat een hoge concentratie omega 3 en 6 vetzuren wat bijdraagt aan een gezonde spijsvertering. Deze vetzuren kan je paard zelf niet aanmaken en halen ze in de natuur uit voornamelijk gras.
Om spieren te laten ontwikkelen moet je voldoende eiwitten aanbieden via de voeding van jouw paard. Als het dieet van je paard onvoldoende eiwitten bevat, of wanneer het paard de calorieën van een vetrijk dieet niet kan gebruiken kan je dit aanvullen met een supplement.
Senioren paarden hebben hooi van hoge kwaliteit nodig met goed verteerbare vezels om hun verminderde spijsvertering te compenseren. Paarden die gebitsproblemen hebben en geen (langstengelig) ruwvoer meer kunnen eten zullen ruwvoer vervangers aangeboden moeten krijgen.
Je kunt er voor het gemak vanuit gaan dat het paard minimaal de helft van zijn behoefte gedurende de dag eet. Daarom zou je 's avonds nog een paar kg hooi hoeven geven. Bij voorkeur dient een paard maximaal 6 uur met een lege maag te staan.
Zaaihoeveelheid: 25-30 kg per hectare. Zaaidiepte: 1-2 cm. Zaaiafstand: 8-12,5 cm, een korte rijafstand voorkomt de opkomst van onkruiden.
De voervolgorde
Gezien de werking van de darmen is het beter je paard 's ochtends eerst ruwvoer te geven en daarna pas krachtvoer. Ruwvoer brengt immers de productie van speeksel en het maagdarmstelsel van het paard op gang en het krachtvoer, wat je daarna geeft, wordt dan beter opgenomen in het lichaam.
Geef een paard dat dikker moet worden goed voedzaam hooi of voordroogkuil en vermijd grofstengelig en moeilijk verteerbaar ruwvoer. De kwaliteit en de voedingswaarde van ruwvoer kunnen per partij verschillen. Wil je zeker weten dat de kwaliteit van je hooi goed is, dan moet je het laten testen.
Hoe fijner het hooi, hoe hoger de voedingswaarde. Hooi dat zacht is, geeft minder stimulatie van de darmwand. Iets droger, meer stengelig hooi bevat meer vezels en bevorderd de darmgezondheid. Ouder, zeer grof hooi is laag in voedingsstoffen en is moeilijk te verteren door het paard.
Ze bevatten meer fructose. Daarom moet je met het geven ervan terughoudend zijn bij paarden die gevoelig zijn voor hoefbevangenheid of maagzweren. Het suikergehalte zorgt er namelijk voor dat de zuurgraad van de maag verandert. Voedingsdeskundigen houden een maximum van 5 kilo appels per dag aan.
Daarnaast bestaan de koolhydraten in brood grotendeels uit zetmeel. De capaciteit van de zetmeelvertering is bij paarden beperkt. Dat betekent dat te veel zetmeel in het voer voor verstoringen in de darmflora kan zorgen, wat kan leiden tot bijvoorbeeld diarree of (gas)koliek.
Hooi is zeer kwetsbaar voor weersinvloeden. Regen, hagel en sneeuw zijn fataal voor hooi, doordat het kan gaan schimmelen. De kans is groot dat je paard het hooi niet meer wil eten wanneer het nat is geworden. Daarnaast zal er ook veel zand aan het natte hooi blijven plakken wat de kans op zandkoliek verhoogd.
Een paard heeft minimaal één kilogram droge stof uit ruwvoer per 100 kilogram lichaamsgewicht nodig om zijn darmen op gang te houden. Dat houdt in dat een paard van 600 kilogram (naast eventueel krachtvoer) minimaal 7,5 kilogram hooi (80% droge stof) nodig heeft, alleen maar om te overleven.