Een tautologie is een woordcombinatie waarin een begrip tweemaal of meerdere malen wordt genoemd. Ze bestaat doorgaans uit twee of meer woorden van dezelfde woordsoort; in veel gevallen zijn het twee zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden of bijwoorden, vaak met het voegwoord en of of(te) ertussen.
Allereerst de dubbelop: Bij een onjuiste herhaling wordt een vast voorzetsel twee keer ten onrechte gebruikt. Bijvoorbeeld: Op de Partij van de Dieren zou ik graag Op stemmen. Twee keer 'op' is hier niet nodig.
Tautologie = Een tautologie is een combinatie van woorden die (bijna) hetzelfde uitdrukken en elkaar in principe kunnen vervangen. Men noemt dit ook wel dubbelop gebruik van woorden.
Een voorbeeld van een foutieve samentrekking is 'Die film is erg goed en mag je niet missen! ' In 'Die film is erg goed' is die film onderwerp; in '(die film) mag je niet missen' is die film lijdend voorwerp. Omdat die film niet dezelfde functie heeft, is deze samentrekking niet juist.
Een dubbele ontkenning is het herhalen van een ontkennend woord in een zin. Er staan dus twee ontkenningen in. Je kunt dit doen om de betekenis van een zin te versterken. Dit gebeurt vaak in spreektaal.
Deze vorm van dubbele ontkenning wordt gebruikt als een stijlfiguur om iets te benadrukken door het tegendeel te ontkennen. Dit stijlmiddel heet ook litotes.
Bij een tautologie wordt hetzelfde begrip tweemaal genoemd. Vaak gaat het daarbij om twee bijvoeglijke naamwoorden, twee zelfstandige naamwoorden of twee bijwoorden: gratis en voor niets; daarnaast en ook in één zin. Voorbeelden van tautologieën die vaak als fouten worden gezien: Niettemin ben ik toch tevreden.
Bij een pleonasme wordt een eigenschap van iets dubbel uitgedrukt. Een pleonasme bestaat uit twee woordsoorten, vaak een bijvoeglijk naamwoord en een zelfstandig naamwoord. Het bijvoeglijk naamwoord drukt een eigenschap uit die al besloten ligt in het zelfstandig naamwoord. Denk bijvoorbeeld aan witte sneeuw.
Een voorbeeld is 'witte sneeuw' of 'een stekelige egel'. Sneeuw is namelijk altijd wit en egels zijn per definitie stekelig. Dit stijlfiguur kun je verbeteren door de bepaling te schrappen.
Nieuwe vorming van een tumor. Kan kwaadaardig of goedaardig zijn.
Een tautologie is een woordcombinatie waarin een begrip twee keer of meer wordt genoemd. Ze bestaat doorgaans uit twee of meer woorden van dezelfde woordsoort, vaak met en of of(te) ertussen. Voorbeelden zijn eenzaam en alleen, pracht en praal en niettemin toch.
Als de tautologie niet zinvol is gebruikt, d.w.z. als er geen accentuering van een of ander begrip wordt aangebracht, is er sprake van een foutieve tautologie, een stijlfout.
Bij een pleonasme herhaal je vaak een deel van de betekenis van een woord. Meestal gebeurt dit door een combinatie van een bijvoeglijk naamwoord met een zelfstandig naamwoord of een werkwoord. Voorbeelden hiervan zijn: ronde bal, omlaag vallen, weer hervatten, aanwezige bezoekers, valse voorwendsels.
Bekende voorbeelden van contaminaties zijn duur kosten (uit duur zijn en veel kosten), optelefoneren (uit telefoneren en opbellen) en tot een van de weinigen behoren (uit tot de weinigen behoren en een van de weinigen zijn).
Bij het oxymoron (de klemtoon ligt op mo) gaat het om twee begrippen die op het eerste gezicht niet samen lijken te gaan, al worden ze wel zo gepresenteerd. Een bekend voorbeeld is 'Er viel een oorverdovende stilte. ' Dat is eigenlijk gek: oorverdovend hoort juist bij lawaai.
Een pleonasme ontstaat als je een bepaalde eigenschap nog eens extra omschrijft (dubbel). Voorbeelden: de witte sneeuw, gele zonnebloemen of de mondelinge bespreking. Een contaminatie ontstaat als je twee woorden of uitdrukkingen door elkaar haalt.
Een bekend voorbeeld van tautologie, twee keer hetzelfde zeggen, is 'gratis en voor niets'. Al zijn werkzaamheden waren voor niets.
Deze zin is ook een pleonasme. Als iets valt, dan valt het namelijk al naar beneden, dus omlaag. Het valt tenslotte niet omhoog. Een pleonasme kan dus ook voorkomen bij werkwoorden.
Een pleonasme (Grieks πλεονασμός, pleonasmós: 'overvloed') is een woordgroep bestaande uit een hoofdwoord en een of meer toegevoegde woorden, die (expliciet) een eigenschap toevoegen die reeds (impliciet) in het hoofdwoord besloten ligt.
[medisch] verontreiniging of besmetting met chemische stof of bacterie.
Nooit niet is een dubbele ontkenning die vooral in informele spreektaal voorkomt. Dubbele ontkenningen, zoals nooit geen, nooit niet, nooit niks en nergens geen, hebben een versterkende functie in spreektaal.
Etym: Gr. eenvoud < litos = glad, sober. Stijlfiguur – ook wel aangeduid met de Latijnse term extenuatio (= verdunning, verkleining) – waarbij men schijnbaar iets verkleint of afzwakt om de zaak te bevestigen of te beklemtonen.