De DOI (Digital Object Identifier) heeft een belangrijke rol in het verwijssysteem van de APA. De DOI is een unieke en blijvende alfanumerieke string die aan veel wetenschappelijke artikelen en andere publicaties wordt toegekend.
Hoe maak ik een DOI op in APA-stijl? Voeg de DOI toe op het eind van de APA-bronvermelding in de literatuurlijst. Als je de 6de editie van de APA-richtlijnen gebruikt, dan wordt de daadwerkelijke DOI voorafgegaan door het label “doi:”. In de 7de editie wordt de DOI voorafgegaan door “https://doi.org/”.
Een DOI kan als volgt achterhaald worden: Bij recente digitale publicaties staat de DOI-code meestal boven- of onderaan de eerste pagina. Als er geen DOI-code in de publicatie staat, kan nagegaan worden of er een DOI-code bestaat via de website van Crossref.
Een voorbeeld van een digital object identifier is 10.1006/jmbi. 1998.2354 . Hier staat "10.1006" voor de uitgever, en de letters en cijfers na de schuine streep (/) staan voor de naam van het tijdschrift of het boek, eventueel met de jaargang- en het artikelnummer of het hoofdstuk.
Als er geen DOI is, verwijs dan bij gebruik van een elektronische versie naar de URL (Uniform Resource Locator) van de publicatie. Elektronische tijdschriftartikelen zijn vaak in verschillende versies op het Internet te vinden.
Als je verwijst met een DOI, is geen aanvullende informatie over elektronische beschikbaarheid meer nodig. Als er geen DOI is, verwijs dan bij gebruik van een elektronische versie naar de URL (Uniform Resource Locator) van het tijdschrift of de uitgever van het boek of rapport.
Tijdschriftartikel zonder DOI (waarbij geen DOI beschikbaar is) Geef de URL van het tijdschrift als het artikel geen DOI heeft, maar wel vanaf het internet geraadpleegd is. Een datum waarop het artikel is geraadpleegd (retrieved) is niet nodig.
Wanneer er geen url wordt getoond, maar uitsluitend het nummer van de DOI, bijvoorbeeld: 10.1111/ddg. 12424, dan kunt u hier zelf een url van maken. Zet dan vóór de DOI-code altijd http://dx.doi.org/. De link komt er dan als volgt uit te zien: http://dx.doi.org/10.1111/ddg.12424.
Je begint altijd met de achternaam van de auteur gevolgd door een komma en hierna de voorletters van de voornamen van de auteur. Als een bron meerdere auteurs heeft, gebruik je een komma tussen de auteurs. Voor de laatste auteur gebruik je een ampersand (&). De laatste auteur eindigt met een punt.
Een verwijzing in de tekst volgens APA-richtlijnen bestaat uit de achternaam van de auteur en het publicatiejaar. Als je naar een specifiek deel van een bron verwijst, moet je ook een plaatsaanduiding toevoegen, zoals een paginanummer of tijdstempel. Een voorbeeld is: (Habibi, 2021, p. 170).
APA-richtlijnen zijn regels voor de opmaak en notatie van bronverwijzingen en citaten in het theoretisch kader, de opmaak van figuren en tabellen in het resultatenhoofdstuk en de bronnenlijst aan het einde van je scriptie.
Als je een webpagina of online artikel citeert in APA-stijl, bestaat de verwijzing in de tekst uit de achternaam van de auteur en het publicatiejaar. Een voorbeeld is: (Merkus & Streefkerk, 2020). Hierbij kan de auteur ook een organisatie zijn, bijvoorbeeld: (Centraal Bureau voor de Statistiek, 2018).
Een literatuurlijst is niet hetzelfde als een bibliografie. In een literatuurlijst vermeld je al de werken die je gebruikte bij het schrijven van je paper, werkstuk of verhandeling terwijl je in een bibliografie alle werken opsomt die over het onderwerp in kwestie geraadpleegd kunnen worden.
Verwijzen naar een boek
Een verwijzing in de tekst voor een boek bevat de achternaam van de auteur, het jaartal en (indien relevant) een paginanummer. In de literatuurlijst begin je met de achternaam van de auteur, gevolgd door een komma en de initialen. Hierna komt het jaartal tussen haakjes te staan.
Een bronvermelding invoegen
Klik in het document op de plaats waarop u de bronvermelding wilt invoegen. Klik op het tabblad Documentelementen onder Verwijzingen op Beheren. Dubbelklik in de Lijst met bronvermeldingen op de bron die u wilt vermelden. De bronvermelding verschijnt in het document.
Gebruik dubbele regelafstand voor alle tekst, inclusief koppen. Laat de eerste regel van iedere alinea met 1 tab inspringen. Gebruik een toegankelijk en leesbaar lettertype (zoals Times New Roman 12, Arial 11 of Georgia 11). Voeg op iedere pagina een paginanummer toe.
Klik aan het einde van de zin of woordgroep die u wilt citeren en klik vervolgens op het tabblad Verwijzingen in de groep Bronvermeldingen en bibliografie maken op Bronvermeldingen invoegen. Selecteer de gewenste bronvermelding in de lijst met bronvermeldingen onder Bronvermelding invoegen.
In plaats van de achternaam van de auteur, voeg je de eerste paar woorden van de publicatietitel toe bij de verwijzing in de tekst. Zet de titel tussen dubbele aanhalingstekens als je een artikel, webpagina of hoofdstuk uit een boek citeert. Schrijf de titel van tijdschriften, boeken en rapporten schuingedrukt.
Om te verwijzen naar een rapport met een individuele auteur, vermeld je de auteursnaam en initialen, de titel van het rapport (schuingedrukt), het rapportnummer, de organisatie die het rapport heeft gepubliceerd, en de raadpleegdatum en URL (bij een online rapport, zoals een pdf).
Het volgnummer binnen de jaargang van het Blad waarin de Officiele Publicatie verschenen is.
In plaats van de achternaam van de auteur, voeg je de eerste paar woorden van de publicatietitel toe bij de verwijzing in de tekst. Zet de titel tussen dubbele aanhalingstekens als je een artikel, webpagina of hoofdstuk uit een boek citeert.