Cachexie is een vorm van extreme magerheid, die optreedt in de terminale fase van chronische aandoeningen zoals kanker, ernstige infectieziekten (tbc, aids), grote ouderdom,… Cachexie komt vooral voor bij kwaadaardige gezwellen van de longen, de slokdarm, de maag, de darmen en de alvleesklier (pancreas).
Je arts kan eventueel medicijnen (zoals prednison of dexamethason) voorschrijven om de eetlust te verbeteren en je wat meer energie te geven. De arts of diëtist kan je informatie geven over drinkvoeding, supplementen, bepaalde diëten en sondevoeding.
Cachexie is een term die gebruikt wordt voor ziekte-gerelateerd spierverlies. Van oudsher wordt de term gebruikt om patiënten te beschrijven die zeer mager zijn en door de ziekte vele kilo's zijn afgevallen. De term cachexie komt van het Griekse 'kakos' en 'hexis' wat gecombineerd 'slechte toestand' betekent.
'Cachexie ontstaat doordat het lichaam reageert op de aanwezigheid van de tumor met een sterk verhoogde aanmaak van cytokines. Hierdoor ontstaat een keten van metabole reacties, die uiteindelijk leiden tot gebrek aan eetlust, en algehele zwakte.
Wat is kankercachexie? Drs. Aberle: “Kankercachexie is een syndroom dat wordt gekenmerkt door een combinatie van ongewenst gewichts- en spierverlies, verminderde eetlust, moeheid en algehele zwakte. Het komt voor bij veel soorten kanker, maar vooral bij longkanker, leukemie en alvleesklierkanker.
Het behandelen van cachexie is niet simpelweg een kwestie van meer gaan eten. Zelfs als je meer eet of probeert te eten, of als je sondevoeding rechtstreeks in de maag of de bloedbaan toegediend krijgt, is de toestand niet omkeerbaar.
1 kg gewichtsverlies betekent bij mensen met kanker al een verlies van 0,5 kg spieren. Mensen met overgewicht hebben namelijk wel meer vetweefsel maar niet meer spierweefsel dan slanke mensen.
Uit onderzoek blijkt dat het meeste lichaamsvet je lichaam verlaat via je longen. Als je tien kilo lichaamsvet verliest, adem je 8,4 kilo uit via je longen. Het vet wordt uitgeademd in de vorm van koolstofdioxide. De overige 1,6 kilo vet verlaat je lichaam via lichaamssappen, zoals urine, zweet en zelfs tranen.
Dit heeft te maken met natuurlijke gewichtsschommelingen, door bijvoorbeeld hormonen en/of stress. Bovendien heeft een lichaam altijd een soort van 'setpoint gewicht' waar hij zich fijn bij voelt. Je blijft vaak een tijdje hangen op dit setpoint, voordat je weer verder daalt.
Het laatste stadium van hartfalen gaat vaak gepaard met cardiale cachexie. Cachexie wordt gekarakteriseerd door een progressief verlies van skeletspiermassa (met of zonder verlies van vetmassa). Een belangrijk onderdeel van de begeleiding van hartfalenpatiënten is voeding in de (pre)terminale fase.
Refractaire cachexie is de laatste fase van het cachexiesyndroom. Dit stadium treedt vooral op bij progressieve ziekte. De ziekte reageert niet meer op de anti- tumorbehandeling. Dit stadium wordt ge- kenmerkt door een actief katabolisme en een lage prestatiestatus.
Onbedoeld gewichtsverlies wordt vaak gezien als alarmsymptoom voor kanker, maar kan ook wijzen op aandoeningen als hartfalen, COPD of stress en blijft in een kwart van de gevallen onverklaard.
Onbedoeld gewichtsverlies van meer dan 5% van het uitgangsgewicht, ontstaan in 6 maanden of minder, kan wijzen op een ernstige ziekte.
Dit komt vaker voor bij mensen met kanker in de alvleesklier, maag, lever, longen, eierstokken, slokdarm, mond of keel. Ouderen, die in de regel toch al wat minder eten en bewegen, lopen nog een verhoogd risico. Met uw steun komt een langer en beter leven voor mensen met kanker een stapje dichterbij.
Als je zwaarder weegt kan 10 kg gewoon nog niet voldoende zijn om ervoor te zorgen dat er een zichtbaar verschil is. Vergeet ook niet dat de meeste mensen je enkel met kledij aan zien wat een groot deel van de progressie kan maskeren. Hoe zwaarder je weegt, hoe meer je moet afvallen voor het zichtbaar is voor anderen.
Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat gewichtsverlies en vetverlies in het algemeen een combinatie zijn van zowel visceraal vet als onderhuids vet. Het is niet mogelijk om te bepalen welk type vet als eerste wordt verbrand of welk type vet het meest wordt verbrand tijdens het proces.
Bij de meeste mensen is 5 kilo gewichtsverlies zichtbaar. Bij sommigen zie je bij minder gewichtsverlies al een verschil, terwijl anderen iets meer moeten afvallen om verschil te zien. Dit hangt af van het startgewicht en de bouw van een persoon.
Kanker is een ongecontroleerde deling van lichaamscellen. De cellen kunnen niet meer stoppen met delen en groeien in omliggende weefsels. Soms zaaien ze uit naar andere delen van het lichaam. Kanker kan bijna overal in het lichaam ontstaan.
Overleving naar stadium
De gemiddelde 5-jaarsoverleving bedraagt 17%. Voor patiënten met diagnose in stadium 1 is dit echter veel hoger (53%). Voor patiënten met gevorderde longkanker bij diagnose (stadium 4) is de 5-jaarsoverleving slechts drie procent (zie onderstaand figuur, bron: NKR).
De kans op overleving is fors toegenomen bij darmkanker, nierkanker, slokdarmkanker en ook bij veel soorten bloed- en lymfeklierkanker. Kankersoorten met een 5-jaarsoverleving hoger dan 80% zijn huidkanker, borstkanker, prostaatkanker en minder vaak voorkomende kankersoorten zoals hodgkinlymfoom en zaadbalkanker.
Kanker ontstaat vaak zonder dat je het in de gaten hebt. Gelukkig is het in sommige gevallen mogelijk om de ziekte op tijd op te merken. Dat vergroot de kans op een succesvolle behandeling. Daarom werkt KWF aan manieren om kanker beter en eerder op te sporen.
Een CEA-waarde hoger dan 5 kán een aanwijzing zijn voor kanker. CEA is een zogenaamde tumormarker. Het kan ook iets zeggen over de grootte van een tumor en of er wel of geen uitzaaiingen zijn. Maar een verhoogde CEA-waarde kan ook wijzen op bijvoorbeeld een darm- of leverontsteking.
Kanker opsporen met alleen een bloedafname, zonder te zoeken naar een specifieke kanker, is niet mogelijk. Als je arts een bepaalde kanker bij jou vermoedt, kan hij soms wel proberen om die op te sporen in je bloed maar meestal volstaat een bloedonderzoek niet.
Alvleesklierkanker en eierstokkanker zijn moeilijk te behandelen omdat ze vaak laat ontdekt worden. De tumor is dan te groot om te verwijderen. Of hij is al uitgezaaid. Omdat mensen met zo'n tumor vaak niet meer lang leven, is het moeilijk om daar goed onderzoek naar te doen.