' Bijvoeglijke naamwoorden geven een eigenschap of toestand aan van een zelfstandig naamwoord of (soms) een persoonlijk voornaamwoord. Bijvoeglijke naamwoorden staan vaak direct voor het zelfstandig naamwoord waar ze bij horen, maar dat hoeft niet.
Wat is een bijvoeglijk naamwoord? Een bijvoeglijk naamwoord is een woord dat iets zegt over een zelfstandig naamwoord. Vaak staat een bijvoeglijk naamwoord direct voor een zelfstandig naamwoord. Voorbeelden van bijvoeglijke naamwoorden zijn: 'oude', 'mooie', 'warme', 'zielige' en 'lieve'.
Als het voltooid deelwoord gebruikt wordt als bijvoeglijk naamwoord, schrijf je het zo kort mogelijk. Is het de vergrote foto of de vergrootte foto? In dit geval is het voltooid deelwoord vergroot gebruikt als bijvoeglijk naamwoord. Je schrijft het dan op dezelfde manier als je de grote foto zou schrijven.
Een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord is namelijk een bijvoeglijk naamwoord, maar dan toevallig afgeleid van een voltooid deelwoord. In de voorbeelden staan eerst bijvoeglijk naamwoorden en dan bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoorden: de lange afstand. bijvoeglijk naamwoord: lange.
Adjectieven worden meestal voor de zelfstandige naamwoorden geplaatst die ze beschrijven , zoals in de voorbeelden, tall man en easy assignment, hierboven. Adjectieven kunnen ook volgen op het zelfstandig naamwoord dat ze beschrijven. Net als zelfstandige naamwoorden zijn adjectieven vaak herkenbaar aan hun achtervoegsels. Uitgangen zoals -ous -ful -ish -able duiden meestal adjectieven aan.
Wat is een bijvoeglijk naamwoord? Een bijvoeglijk naamwoord is een woord dat een eigenschap of toestand van een ander woord benoemt. In 'de rode auto' is rode een bijvoeglijk naamwoord. Dat geldt ook voor rood in 'De auto is rood.
Woorden die iets zeggen over een ander soort woord, zoals een werkwoord of de gehele zin, zijn geen bijvoeglijk naamwoorden, maar bijwoorden.
De regel is dat wanneer je 'het' of 'de' voor een zelfstandig naamwoord kan zetten, het bijvoeglijk naamwoord eindigt op –e. Een voorbeeld hiervan is: 'Het meisje is mooi' wordt 'Het mooie meisje' en 'De man is kaal' wordt 'De kale man'.
De bijvoeglijke bepaling hoort bij de redekundige ontleding (zinsdelen) en het bijvoeglijk naamwoord hoort bij de taalkundige ontleding (woordsoorten). Een bijvoeglijke bepaling is dus een beschrijving van de functie van een bijvoeglijk naamwoord in een zin.
Van veel stofnamen kunnen stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden (of 'stofadjectieven') afgeleid worden: houten, metalen, nylon, denim enzovoort. Die kunnen in combinatie met een zelfstandig naamwoord gebruikt worden: een houten deur, een denim jasje.
Bijvoeglijk naamwoord
Wanneer iemand buitengewoon boos is wordt dat woedend genoemd.
Bijvoeglijke naamwoorden zijn woorden die iets zeggen over zelfstandig naamwoorden. Denk bijvoorbeeld aan de jonge man, de lieve kat of het mooie huis. Jonge, lieve en mooie zeggen iets over het woord dat erachter staat (de zelfstandig naamwoorden). Dit zijn dus voorbeelden van bijvoeglijke naamwoorden.
Het vroegst bekende gebruik van het bijvoeglijk naamwoord Preparing is in het begin van de 17e eeuw. Het vroegste bewijs van OED voor Preparing is uit 1606, in een vertaling door F. Cacot en T. Tuke.
Werkwoorden zijn actiewoorden.Bijvoeglijke naamwoorden zijn beschrijvende woorden . Een zelfstandig naamwoord is een woordsoort die een persoon, plaats of ding aanduidt. Voorbeeld 1: Het konijn las het boek.
Zowel vergrootte als vergrote is correct, maar het zijn vormen met een verschillende functie. Vergrootte is de verleden tijd van het werkwoord vergroten. De stam van vergroten is vergroot. Om de verleden tijd te vormen, voegen we -te(n) toe aan de stam: vergroot + te(n) = vergrootte(n).
Om te verwijzen naar iets wat in het zuiden gelegen is of tot het zuiden behoort, is in de standaardtaal het bijvoeglijk naamwoord zuidelijk gangbaar. (1) Hij heeft een optrekje in het zuidelijke deel van Malta. (2) Spoelt water op het zuidelijke halfrond in een andere richting weg dan op het noordelijke halfrond?
De hoofdregel voor de spelling van bijvoeglijke naamwoorden is dat je ze zo kort mogelijk schrijft. Dat wil zeggen dat je klinkers of medeklinkers alleen verdubbelt als dat nodig is voor de uitspraak van het woord. Als er een e achter een bijvoeglijk naamwoord komt, kan het dat de voorgaande lettergreep open wordt.
Het bijvoeglijk naamwoord gratis heeft geen verbogen vorm in het Nederlands. Meer dan duizend mensen woonden de gratis voorstelling bij. Als je spaarkaart vol is, heb je recht op een gratis koffiemok.