APS-C staat voor Advanced Photo System type C, en is de meest populaire beeldsensor die er gebruikt wordt in de consumenten camera's. Deze sensor is kleiner dan de full frame dus je krijgt een uitsnede van wat je door de zoeker ziet.
Beste beeldkwaliteit – Wil jij de minste ruis in je beelden, dan is de full-frame de beste keuze. Dat wil niet zeggen dat APS-C camera's beelden vol met ruis afleveren natuurlijk, maar de minste ruis vind je over het algemeen bij full-frame camera's. Ook hebben full-frame camera's een groter dynamisch bereik.
Het gebruik van APS-C-lenzen met full-frame camera's
Het opnameformaat kan op de camera worden ingesteld. De standaardinstelling is Auto. Opmerking: Als vignettering optreedt, kan APS-C/Super 35 mm worden ingesteld op Off (Uit).
Advanced Photo System type-C (APS-C) is een van de drie formaten voor de film op een in fotorolletje opgerolde strook negatieven, om belicht te worden in analoge Advanced Photo System (APS)-camera's: "Classic" met 25,1 × 16,7 mm, afgedrukt 102 × 152 mm.
Een sensor van het type APS-C heeft een formaat van 22,5 bij 15mm (3:2, 338 mm2). Dat is een stuk kleiner dan een zogeheten full-framesensor die de afmetingen heeft van het vroegere kleinbeeld negatief, zijnde 36 bij 24 mm (3:2, 864 mm2).
Een fullframe camera is de juiste keuze voor als je regelmatig in een schemerige situatie of een donkere omgeving fotografeert. Je wilt een camera met een hoge beeldkwaliteit en weinig ruis. Ook wil je gebruikmaken van de volledige beeldhoek die een objectief je kan bieden.
Het maakt dus niet uit of het een fullframe- of een croplens is. Andersom gaat het niet altijd. Een croplens geeft immers een kleinere beeldcirkel, dus die is niet groot genoeg om een fullframesensor ook aan de randen te belichten. Sommige camera's van Nikon en Sony gaan hier slim mee om.
Met een macrolens kun je van dichtbij scherpstellen op hele kleine onderwerpen. Hierdoor komen ze groot op de foto. Macrolenzen hebben meestal een vaste brandpuntsafstand en een vergrotingsfactor van 1:1. Dergelijke lenzen zijn te herkennen aan het woord "Macro" of "Micro" in de productnaam.
Program-stand (de P-stand)
Wil je de automatische standen achter je laten en wat meer uit je camera halen, dan is de P-stand een goede optie.
Een full frame camera is een spiegelreflex- of systeemcamera met een full frame sensor. Hiermee maak je scherpe foto's in situaties met weinig licht.
De "F" in F-stop staat voor de "focal length" of de brandpuntsafstand van de lens. Hoewel de brandpuntsafstand zelf verwijst naar het gezichtsveld van een lens, gaat het bij de F-stop om de hoeveel licht die je via het diafragma op de sensor laat vallen.
Lenzen voor full frame camera's hebben een EF-vatting. Deze lenzen benutten de volledige grootte van de sensor. Omdat deze lenzen gemaakt zijn voor een grote full frame sensor, passen ze ook op een kleinere APS-C sensor. Je herkent Canon lenzen voor full frame spiegelreflexcamera's aan het rode bolletje op de lens.
Je hebt full frame camera's (dit zijn professionele camera's) en de breedte van de beeldsensor is 35mm. Dit is even groot als de vroegere 35mm film. Dus de sensor van een full frame camera is even groot als de film van vroeger. Bij een cropfactor camera is de beeldsensor echter kleiner.
Over het algemeen hebben fullframe camera's een groter dynamisch bereik en heb je minder snel last van ruis bij een hoge ISO-waarde. Het grootste verschil is dat je met een fullframe de volledige beeldhoek van een objectief benut. Een cropcamera gebruikt niet de volledige beeldhoek van een objectief.
De politie heeft deze week de zogenaamde MONOcam in gebruik genomen. Dat is een slimme camera die kan herkennen of je als automobilist een apparaat in de hand hebt.
Een interessante stand voor sportfotografen, voor wie een snelle sluitertijd belangrijk is. Tv staat voor 'Time Value', S voor 'Shuttervalue'. Hiermee bepaal jij zelf het diafragma. De camera past de sluitertijd aan.
Controleer ook spiegels. Zet de vingernagel tegen de spiegel en bekijk of er een ruimte tussen de nagel en het spiegelbeeld van de nagels zit. Wanneer hier geen ruimte tussen zit dan gaat het om geen echte spiegel. De kans is aanwezig dat hier een verborgen camera achter zit.
Allround objectieven zijn lenzen waarmee je op elk vlak uit de voeten kunt. Met deze lenzen kun je namelijk, dankzij hun bereik qua brandpuntsafstand heel dichtbij fotograferen, maar ook van veraf.
De brandpuntsafstand van 50mm zit tussen groothoek en tele in. Het is een hele veelzijdige lens die je voor allerlei soorten fotografie kunt gebruiken. Alledaagse foto's in en rond het huis, portretten, productfoto's, straatfotografie én zelfs landschappen kun je ermee fotograferen.
Voor veel fotografen is de favoriete lenzen voor het fotografen van landschappen meestal een 14 mm f / 2.8, een 16-35 mm f / 2.8 en een 24 mm f / 1.4. Als je scènes fotografeert met het onderwerp prominent in de voorgrond, dan kan een groothoeklens ook een goede keuze zijn.
De lenzen die ik adviseer voor natuurfotografie zijn groothoeklenzen en telelenzen. Neem een groothoek van 10 tot max. 40mm voor mooie weidse opnames die je van landschappen kunt maken. Neem een telelens voor het fotograferen van vogels of andere diersoorten op afstand.
E-lenzen werken op FF-camera's, maar geven sterke vignettering. Op een E-mount camera kan je dus zowel E als FE-lenzen gebruiken. FE-lenzen zijn Sony E-mount lenzen met een grotere beeldcirkel bestemd voor camera's met een Full-frame sensor (α7II).
Een 35mm lens heeft een weider beeld en kan dus meer 'zien', dit is bijvoorbeeld erg handig als je foto's wilt maken in een kleine ruimte. Hij is geschikt voor bijvoorbeeld portretfotografie aangezien je meer van je onderwerp op de foto krijgt.