Antagonisten zijn stoffen die binden aan een receptor en die de werking van de receptor blokkeren. Een volledige agonist zorgt voor een sterk effect in de doelcel en een partiële agonist zorgt voor een kleiner effect. Een bètablokker remt de bèta-adrenerge receptoren.
Antagonist (Oudgrieks: ἀνταγωνιστής, antagōnistḗs) betekent 'tegenstander' of een 'tegenstelling van meningen'. Een antagonist is een tegenpool, een tegenhanger of een tegenwerker. De woorden antagonisme en antagonistisch hebben betrekking op een antagonist.
Een antagonist is een tegenstander of tegenspeler. De aanduiding komt al sinds de Klassieke Oudheid vooral voor in de toneelwereld. In het klassieke toneel werd de hoofdpersoon of eerste speler de protagonist genoemd; traditioneel is dat de held. De antagonist is zijn tegenspeler en soms zijn directe rivaal.
Iets wat het tegenovergestelde van elkaar doet heet een antagonist. Een voorbeeld hiervan zijn spieren in je bovenarm. Als je je arm buigt worden de biceps kort en dik maar de triceps worden juist langen en dun.
Fysiologisch antagonisme; twee middelen die twee tegenovergesteld fysiologische effecten veroorzaken. Farmacokinetisch antagonisme; een geneesmiddel die de absorptie, het metabolisme of de excretie beïnvloed van de ander.
In de klassieke strijd tussen goed en kwaad is de protagonist gewoonlijk de 'held' van het verhaal en de antagonist is, of vertegenwoordigt, de kwade genius of de 'slechterik'. De antagonist van het verhaal probeert het de protagonist moeilijker, of onmogelijk, te maken zijn doel te bereiken.
De biceps (musculus biceps brachii) en de triceps (musculus triceps brachii) als tegenstanders in de bovenarm, die buigen en strekken, zijn daar een goed voorbeeld van. Spieren die het tegenovergestelde doen worden ook wel antagonisten genoemd. Deze spieren antagoneren elkaar.
Agonisten zijn stoffen die binden aan een receptor en die het effect van de lichaamseigen stof nabootsen. Antagonisten zijn stoffen die binden aan een receptor en die de werking van de receptor blokkeren.
De antagonist van deze spier is de Musculus tibialis anterior, gelegen bij het scheenbeen.
Antagonisme (versus vriendelijkheid): Manipulatief gedrag, onbetrouwbaarheid, grandiositeit, aandacht zoeken, ongevoeligheid, vijandigheid. Ongeremdheid (versus consciëntieusheid): Onverantwoordelijk gedrag, impulsiviteit, afleidbaarheid, riskant gedrag, rigide perfectionisme.
Deze spreken de schuine, rechte en diepe buikspieren aan als hoofdverantwoordelijke (ofwel agonist) van de beweging. Daarnaast worden bij de plank ook de onderrug spieren geprikkeld, als tegenhanger (antagonist) van de buikspieren.
De buigspier en de strekspier hebben een tegengestelde werking. Een dergelijk paar spieren noem je antagonisten.
Voor het inademen gebruik je de buitenste tussenribspieren, hun antagonist (spieren die precies het tegenovergestelde doen) zijn de binnenste tussenribspieren, die maken de borstkas weer kleiner. Als je extra hard wilt uitblazen kun je ook nog je buikspieren gebruiken om je middenrif weer terug te duwen.
Er kunnen ook meerdere antagonisten in een werk zijn die elk op een bepaald moment in de weg van de protagonist staan.
Bijv. buig- en strekspier bovenarm (biceps/ triceps). De antagonist levert de kracht die nodig is om de actine- en myosine weer uit elkaar te trekken en de spier te verlengen.
Een antagonist is een strekkende spier die tegen de beweging door een agonist inwerkt. Zo zorgt een antagonist ervoor dat een ledemaat zich strekt en terugkeert in de rustpositie. Een voorbeeld is de triceps, die de biceps tegenwerkt.
Oxazepam behoort tot de benzodiazepinen. Het werkt rustgevend, spierontspannend, vermindert angstgevoelens en beïnvloedt de overdracht van elektrische prikkels in de hersenen. Artsen schrijven het voor bij angstgevoelens en gespannenheid, slapeloosheid en alcoholontwenning.
Conclusie. Dopamine-antagonisten werken prima tegen misselijkheid en braken door geneesmiddelen en verminderde maag-darmwerking. Olanzapine en haloperidol zijn eerder dan metoclopramide geïndiceerd bij lever- of nierfunctiestoornis. De te verwachten bijwerkingen bepalen voornamelijk de keuze tussen deze drie middelen.
Trombocytenaggregatieremmers, ook wel plaatjesremmers. Dit worden in de volksmond ook wel de 'lichte' bloedverdunners genoemd. Deze tabletten zorgen ervoor dat de bloedplaatjes, die een rol hebben in de stolling van het bloed, minder snel samenkleven.
Dit middel wordt gebruikt voor de behandeling van hoge bloeddruk (hypertensie) of een bepaald soort pijn op de borst, angina pectoris genaamd; een zeldzame vorm daarvan is Prinzmetal-angina of variant angina.
Bloedverdunners zijn acenocoumarol, acetylsalicylzuur en clopidogrel. Wees voorzichtig met het drinken van alcohol en met het gebruik van ontstekingsremmende pijnstillers.
De spier die op zichzelf de sterkste spiervezels heeft en dus de meeste kracht levert voor zijn grootte, is de wangkauwspier ofwel de musculus masseter. Bij maximale spanning creëert hij tussen de bovenste en onderste voortanden een druk van 25 kilo en tussen de kiezen van wel 90 kilo.
De 'Musculus Latissimus Dorsi' (ook wel de 'brede rugspier' genoemd) behoort tot de rugspieren. De m. latissimus dorsi is de grootste spier van het menselijk lichaam en heeft een brede, platte vorm.
Geef uw spieren warmte, bijvoorbeeld met een warm kompres, een warmtepleister of -zalf of een warm bad. Dat geeft vaak verlichting. Ontlast uw pijnlijke spieren zodat ze tot rust kunnen komen. Ga bijvoorbeeld op tijd zitten als u pijn in de benen en de rug heeft en blijf niet te lang staan.