Bij een angstaanval, ook wel een paniekstoornis genoemd, wordt iemand plotseling overvallen door een intense angst. Dit gaat gepaard met fysieke symptomen, zoals een versnelde hartslag of transpirerende handen, en kan soms vijf tot 30 minuten aanhouden.
Een angststoornis gaat bijna nooit vanzelf over. Wacht daarom niet met hulp zoeken. Het belangrijkste is dat je toegeeft dat je een probleem hebt en daar iets aan wilt veranderen. Je kunt zelf en samen met mensen om je heen (familie, vrienden) aan jouw angsten werken.
Wanneer je een paniekaanval hebt, kun je het gevoel krijgen dat je gek wordt, de controle verliest of zelfs doodgaat. Andere angstaanval symptomen zijn hartkloppingen, koude rillingen, misselijkheid, druk op de borst en een gevoel van ademnood.
Er is niet één oorzaak voor het ontstaan van een paniekstoornis. Waarschijnlijk ontstaat een paniekstoornis door een combinatie van oorzaken zoals erfelijkheid, opvoeding en hormonen. Kinderen van een ouder met een paniekstoornis hebben meer kans dat ze zelf ook een paniekstoornis krijgen.
Het is een gezonde reactie op dreigend gevaar. Het kan echter gebeuren dat deze gezonde angst 'ongezond' wordt en je angstklachten of zelfs een angststoornis ontwikkelt. Mensen met een angststoornis zijn namelijk óók bang in situaties die geen direct gevaar opleveren.
Ga eens voor jezelf na waar je angstgevoelens mee te maken hebben. Kloppen de angstige gedachten die je in je hoofd hebt echt, of kun je er ook anders tegenaan kijken? Door jezelf bewust te worden van deze gedachten, lukt het vaak al om ze (voor een deel) te relativeren. Hierdoor zal de angst afnemen.
Als je last hebt van een paniekstoornis, kunnen situaties die voor een ander heel normaal zijn tot zweethanden, angstige gedachten en regelmatig tot paniekaanvallen leiden. Een paniekaanval kan erg heftig zijn. Je kunt het gevoel hebben gek te worden, de controle te verliezen of een hartinfarct te krijgen.
Wanneer je angst ervaart, volgt een angstreactie. Bepaalde gebieden van je hersenen worden actief en hierdoor ga je bijvoorbeeld zweten en gaat je hartslag omhoog. Of angst ook een directe oorzaak is van verminderd executief functioneren kunnen we nog niet zeggen. Hiervoor is vervolgonderzoek nodig.”
Een psycholoog is een expert in het behandelen van angst en paniekaanvallen en een vertrouwenspersoon. Therapie zal je helpen om beter te leren omgaan met de angst. O.a. zal de psycholoog samen met jou op zoek gaan naar de onderliggende oorzaak van jouw angst en je technieken aanleren.
In veel gevallen kun je te maken hebben met lichamelijke klachten, zoals trillen, buikpijn of hoofdpijn. Maar je kunt ook last hebben van piekeren, vervelende gedachten of gedragsmatige veranderingen. Denk hierbij aan verstijven, huilen, angstige situaties vermijden, opstandig worden en vragen naar geruststelling.
Bij een paniekstoornis heb je regelmatig last van paniekaanvallen: een korte, hevige angst die vaak onverwachts optreedt. Je hebt naast het angstige gevoel ook lichamelijke klachten waar je inéén keer en tegelijk last van krijgt: hartkloppingen. ademnood.
Een paniekaanval is beangstigend maar niet gevaarlijk
Tijdens een paniekaanval kunnen lichamelijke sensaties verkeerd geïnterpreteerd worden. Je kan hartkloppingen verwarren met het begin van een hartaanval, of duizeligheid met het idee flauw te vallen.
Medicijnen tegen een angststoornis en depressie (antidepressiva) kunnen helpen bij een paniekstoornis. Voorbeelden zijn citalopram, sertraline, paroxetine of clomipramine. Uw behandelaar legt uit hoe en hoe vaak u de medicijnen moet innemen. Het is belangrijk dat u de medicijnen steeds op tijd inneemt.
Mensen met een gegeneraliseerde angststoornis, ook wel piekerstoornis genoemd, zijn continu gespannen en piekeren voortdurend. Objectief gezien is er geen reden voor, maar ze zijn constant bang dat er iets vreselijks zal gebeuren.
Duloxetine, pregabaline, venlafaxine en escitalopram zijn de best onderzochte, effectieve en goed verdraagbare medicijnen voor de behandeling van een gegeneraliseerde angststoornis. Dat is de conclusie uit een recente meta-analyse in de Lancet.
Angst is een emotie die wordt veroorzaakt door de beleving of waarneming van een bedreiging. Angst is dus een gevoel dat ontstaat door iets dat u bang maakt. Het gevoel van angst leidt tot vermijdingsgedrag of extreme emoties als u er toch mee wordt geconfronteerd.
Bang zijn is normaal en nuttig als er gevaar dreigt. Het helpt om weg te vluchten of te vechten. Vaak bang zijn noemen we angstklachten. Zulke klachten zijn ook normaal als u in uw leven met moeilijke situaties of problemen te maken krijgt.
Angststoornissen staan in de top 10 van ziekten met de grootste ziektelast. Mensen met een angststoornis ervaren hun gezondheid als minder goed, hebben over het algemeen meer moeite met het uitvoeren van dagelijkse activiteiten en een slechtere kwaliteit van leven vergeleken met de algehele bevolking.
Kalmeringsmiddelen zijn medicijnen die uw emoties minder sterk maken. Ze helpen vooral tegen angst, zenuwen en stress. Bekende kalmeringsmiddelen zijn benzodiazepinen. Voorbeelden van kalmeringsmiddelen zijn alprazolam, bromazepam, diazepam en lorazepam.
Gemiddeld krijgen mensen rond hun twintigste de eerste klachten. Maar ze kunnen ook eerder of later ontstaan. Vrouwen hebben vaker last dan mannen. De gegeneraliseerde angststoornis kan langdurig bestaan en gaat meestal niet vanzelf over.
Zowel mannen als vrouwen die een dosis paracetamol hadden ingenomen, vertoonden minder stress toen ze lazen over iemand die fysieke of emotionele pijn leed en ze voelden ook minder medelijden met die persoon in kwestie.