convictie, denkbeeld, denkwijs, denkwijze, dunk, gedacht, gedachte, geest, gevoelen, gezindheid, idee, inzicht, inzien, kijk, oordeel, opinie, opvatting, overtuiging, standpunt, stellingname, visie, zienswijze, zin.
Synoniemen zijn woorden die dezelfde of een ongeveer gelijke betekenis hebben, bijvoorbeeld bevolking en populatie, huis en woning, weer en opnieuw. Synoniemen zijn nuttig omdat ze voor afwisseling en stilistische verfraaiing van een tekst zorgen, maar ze kunnen ook tot verwarring en stijlbreuken leiden.
Een synoniem of evenwoord van een bepaald woord in een taal is een ander woord in dezelfde taal met min of meer dezelfde betekenis. Dit verschijnsel wordt synonymie genoemd.
aanwijzing, advies, hint, inlichting, raad, raadgeving, suggestie, vingerwijzing, waarschuwing, wenk. wenk (zn) : aanduiding, aanwijzing, hint, inlichting, suggestie, tip, vingerwijzing, waarschuwing.
bijzonder (bn) : afwijkend, afzonderlijk, apart, buitengewoon, eigenaardig, excentriek, exceptioneel, markant, ongewoon, opmerkelijk, origineel, raar, speciaal, specifiek, uniek, uitmuntend, vreemd, zeldzaam, zonderling.
Woorden noemen we synoniem als ze (ongeveer) hetzelfde betekenen. Een synoniem noemen we ook wel evenwoord.
Een tautologie is een combinatie van woorden die hetzelfde betekenen. Vaak gaat het om synoniemen die elkaar kunnen vervangen, waardoor je iets dubbelop zegt. Een tautologie kan een stijlfiguur of stijlfout zijn, afhankelijk van de inburgering of verstening van de gebruikte combinatie.
Zelfstandige naamwoorden zijn woorden als huis, boom, vrouw, hout, liefde en vakantie. Vaak staat er de, het of een voor. Zelfstandige naamwoorden zijn woorden die een 'zelfstandigheid' aanduiden. Dat kunnen concrete zaken zijn, zoals mensen (man, Ineke), dieren (paard) en dingen (huis, brug, hout).
Andere gebruikelijke omschrijvingen zijn onderzoeker, wetenschappelijk onderzoeker, geleerde, naast de vanzelfsprekende functienaam hoogleraar en titels als "professor", "doctor" en "doctorandus".
Homonieme woorden worden als afzonderlijke woorden in de woordenboeken opgenomen. Een woord is polyseem als het meer dan één betekenis heeft, maar de verschillende betekenissen wel met elkaar verband houden.
Een ander woord voor een organisme is een levend wezen. In principe is elk levend wezen met een eigen metabolisme een organisme.
Zo'n wordt gecombineerd met enkelvoudige zelfstandige naamwoorden die telbaar zijn: zo'n kind, zo'n mooie spiegel, zo'n idee. In combinatie met meervoudige zelfstandige naamwoorden gebruiken we zulke: zulke kinderen, zulke grote ramen, zulke problemen.
↑ zijn is een van de weinige werkwoorden in het Nederlands die een verleden tijd van de aanvoegende wijs behouden heeft. Deze komt nog vooral voor in uitdrukkingen als Als het ware.
bijwoorden van tijd: wanneer, morgen, vandaag, gisteren, binnenkort, onlangs.
Een tautologie is een combinatie van woorden die hetzelfde uitdrukken. Het zijn twee woorden van dezelfde woordsoort, bijvoorbeeld twee bijvoeglijk naamwoorden, twee zelfstandignaamwoorden of twee bijwoorden. Tussen de woorden in staat meestal een voegwoord, zoals en of of. Je kunt hierbij denken aan verheugd en blij.
Voorbeelden van palindromische woorden zijn: kok, lepel, level, negen, meetsysteem en parterretrap.
Het langste palindroom dat in het Nederlandse Guinness Book of Records heeft gestaan was 'koortsmeetsysteemstrook'. Dit woord telt 23 letters.
Twee woorden zijn elkaars antoniem als ze een tegengestelde betekenis hebben. Het woord is afgeleid uit het Grieks: anti ("tegen"), onoma ("naam, benoeming"). Beide woorden vormen een antoniemenpaar.
Een antoniem vind je dus door het tegenovergestelde van een gegeven woord te noemen. Bijvoorbeeld jong en oud, dik en dun, hoog en laag, zwart en wit. Een synoniem voor antoniem is tegenoverstelde, omgekeerde of tegendeel.
Komt 'ie dan: homoniemen zijn woorden of zinsdelen die je op precies dezelfde manier schrijft en die hetzelfde klinken, maar een andere betekenis hebben. Zo kun je lekker relaxen op je bank na een lange werkdag, of naar de bank gaan om je financiële zaken te regelen.
De meeste zelfstandige naamwoorden schrijf je in het meervoud met -en. Voor de uitgangen s en 's zijn er duidelijke regels. Als een woord eindigt op -e, -el, -en, -er, -em, -ie of -eau dan schrijf je in het meervoud een s. Als een woord eindigt op -i, -a, -o, -u, -y dan maak je het meervoud met 's.
Un komt voor een mannelijk zelfstandig naamwoord en une voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord. In het meervoud wordt het des.
Toch is er volgens Genootschap Onze Taal maar één juist antwoord. 'Werk ze wordt in twee woorden geschreven. Deze vaste combinatie bestaat uit de gebiedende wijs werk en het persoonlijk voornaamwoord ze. Zo kan ze aan nog veel meer werkwoorden worden toegevoegd zoals eet ze, slaap ze of fiets ze!