Gert Biesta's visie: 'Subjectificatie'De persoonlijke ontwikkeling van leerlingen wordt op de meeste scholen in het mentorprogramma opgenomen. Leerlingen stellen, onder begeleiding van hun mentor of coach, persoonlijke leerdoelen op. De rol van de docent krijgt meer en meer een coachend karakter.
Gert Biesta reflecteert op de zwakke kracht van het onderwijs aan de hand van een aantal invalshoeken en pedagogische thema's. Hij wil hiermee een taal ontwikkelen waarmee de processen van onderwijs en vorming op een nieuwe manier doordacht kunnen worden.
De drieslag van Biesta is wonderlijk populair: kwalificatie, socialisatie en subjectificatie. De drie doeldomeinen van onderwijs. Je komt hem overal tegen, hoewel de betekenis van “subjectificatie” veelvuldig afwijkt van wat Biesta ermee bedoelt en steeds ánders afwijkt.
De thematiek van de subjectificatie, dat wil zeggen, van wat het betekent om als subject in de wereld te zijn, moet onderscheiden worden van het vraagstuk van de identiteit. Bij identiteit, zo zouden we kunnen zeggen, gaat het om de vraag wie ik ben, terwijl bij subject-zijn het gaat om de vraag hoe ik ben.
Voor het onderwijs worden drie kernopgaven onderscheiden: kwalificatie, socialisatie en persoonsvorming (Biesta, 2012, 2014).
Een visie op schoolniveau geeft op globale wijze richting aan de manier waarop de school invulling geeft aan kennisontwikkeling, persoonsvorming en maatschappelijke toerusting van leerlingen.
Effectief leraargedrag in vijf rollen
De vraag is hoe dit nu tot uiting komt in de klas. Als u goed kijkt naar het gedrag van leraren die ruim boven het gemiddelde scoren, dan ziet u dat hun gedrag te herleiden is naar vijf verschillende rollen: de gastheer, de presentator, de didacticus, de pedagoog en de afsluiter.
Subjectivering of subjectificatie is een sociologisch en filosofisch concept dat slaat op de constructie van bepaalde vormen van subjectiviteit of identiteit.
Persoonsvorming (subjectificatie) heeft betrekking op de ontwikkeling van de eigen uniciteit en identiteit: wie ben ik, wat kan ik en wie wil ik zijn. Waar ben ik geplaatst om te doen wat ik kan?
' Subjectwording is het proces van onafhankelijk kunnen zijn, denken en handelen te midden van anderen. Een leerling moet zichzelf kunnen worden, een zelfstandig individu dat vrij is, zelf keuzes kan maken en verantwoordelijkheid neemt voor zichzelf en de wereld om hem/ haar heen.
Kenmerken die ze noemen zijn 'Kind centraal', 'Wederzijdse betrokkenheid' 'Sociale vaardigheden', 'Zelfvertrouwen en zelfstandigheid' en 'Kwaliteit van onderwijs'.
Op de scholen en binnen het bestuursbureau is de discussie gevoerd over wat we willen en hoe we het willen. We handelen volgens de pedagogische drieslag: bespreken, afspreken, aanspreken. Het gedachtengoed van pedagogisch tact en pedagogisch contact hebben bijgedragen aan deze discussie.
Een drieslag is een veelgebruikt stijlfiguur. Het houdt in dat je drie zaken van iets noemt, bijvoorbeeld “Ik wil weg, ik wil naar huis, ik wil naar bed.” Een opsomming van drie dingen zou een uitspraak extra kracht bijzetten en op die manier je tekst net iets sterker maken.
Leerlingen van 5 tot 16 jaar zijn leerplichtig. Jongeren tussen de 16 en 18 jaar die nog geen startkwalificatie hebben behaald zijn kwalificatieplichtig. Een startkwalificatie is (minimaal) een diploma havo, vwo of mbo (niveau 2 of hoger).
Wat is persoonsvorming? Persoonsvorming, door ons gedefinieerd als de vorming van persoonlijkheid, identiteit en karakter, is geen apart vakgebied, maar gebeurt de hele dag door op allerlei momenten. Al deze momenten zijn in zekere zin uniek.
Goed onderwijs is nooit neutraal. Het sluit aan bij wat vorige generaties ontwikkelden en waardevol vonden. Leerlingen leren keuzes maken voor de toekomst en jij durft die keuzes ook beïnvloeden vanuit een geïnspireerde en inspirerende visie.
Omgaan met verschillen noemt Biesta: politiek existeren: jij handelt in publieke ruimte; je geeft je mening of doet iets wat nog nooit gedaan is.
Wereldgericht onderwijzen komt tot leven aan de hand van de begrippen onderbreken, vertragen en ondersteunen, de relatie tussen pedagogiek en didactiek en via een thema als praktische wijsheid.
Goed onderwijs is gericht op de autonomie van leerlingen en op het samenwerken; beide aspecten hebben betrekking op de toekomstgerichtheid van het onderwijs. Vorming is het doel van goed onderwijs. Goede leraren hebben oog voor kinderen en laten hen leren.
We definiëren een goede leraar als een leraar die een aanwijsbare bijdrage levert aan het leren en de ontwikkeling van leerlingen. Dat betekent dat kenmerken van een goede leraar op de een of andere manier invloed moeten hebben op de kennis, vaar- digheden en / of houding en motivatie van leerlingen.
Unieke leraren behouden hun eigen persoonlijkheid, hebben hun eigen manier van interactie met leerlingen, van reageren op situaties en leerlingen. Zij houden vast aan hun eigen standpunten en gedragen zich consequent in hun rol. Ten slotte is er afstand, een begrip dat conceptueel verschillend is van de vorige drie.
Er zijn verschillende pedagogische stromingen waarop visies op kinderopvang vaak gebaseerd zijn: de reformpedagogiek, geesteswetenschappelijke pedagogiek, empirisch-analytische pedagogiek en de kritisch emancipatorische pedagogiek.
Voorbeelden van visies van grote bedrijven
Nike: ''Alles doen wat mogelijk is om het potentieel van de mens te vergroten'' LinkedIn: ''Economische kansen creëren voor elk lid van de wereldwijde beroepsbevolking door het ontwikkelen van 's wereld eerste Economic Graph''