geld (zn) : bloed, cash, centen, contanten, duimkruid, duiten, kapitaal, middelen, molm, moppen, noppen, pecunia, pegulanten, ping, pingping, poen, schijven, slappe was, specie, thesaurie, vermogen. geld (zn) : bankbiljet, betaalmiddel, kleingeld, munt, muntgeld, ruilmiddel, wisselgeld.
De term miljonair is een generieke aanduiding voor iemand, die 1 miljoen eenheden van de muntsoort van het land waar hij woont, bezit in vermogen. Hierbij wordt de waarde van het huis en andere ondeelbare, kostbare goederen niet meegerekend. Iemand die een aantal keer een miljoen bezit is een multimiljonair.
gelden (ww) : geldig zijn, meetellen, tellen, van kracht zijn, van toepassing zijn, vigeren. gelden (ww) : aanbelangen, aangaan, betreffen, doelen op, heersen, meespelen, raken, spelen.
groei (zn) : aanwas, groeien, groeiproces, ontplooiing, ontwikkeling, ontwikkelingsgang, opgroeien, opkomst, rijping, rijpingsproces, stijging, toename, toeneming, uitbreiding, verhoging, vermeerdering, vooruitgang, was, wasdom. wasgoed (zn) : was.
als trefwoord met bijbehorende synoniemen: deze (vnw) : laatstgenoemde, laatstbedoelde.
afdragen, afrekenen, afrekenen met, afschuiven, bekostigen, belonen, bestrijden, bezoldigen, contenteren, dokken, financieren, honoreren, neertellen, opdokken, salariëren, salderen, uitbetalen, uitkeren, vereffenen, voldoen. betalen (ww) : opleveren, verdienen.
Geld is od, saaf, money, paper of cash, en je hebt een jarra, lotto, donnie, bankoe, barkie, doezoe en millie.
Veel mensen gebruiken de magische grens van 1 miljoen euro als grens om iemand rijk te noemen. Wanneer je meer dan één miljoen euro bezit, kan je jezelf miljonair noemen. Uit dat van het CBS (bron) blijkt dat zo'n 277.800 huishoudens in Nederland een vermogen van één miljoen euro of meer hebben.
aan de orde, relevant, ter zake. als synoniem van een ander trefwoord: toepasselijk (bn) : geldend, van kracht, van toepassing.
eisen; aanspraak maken op; vorderen; opeisen; rekwireren; opvorderen; inmanen; invorderen; vereisen; verlangen; vergen; reclameren.
blij, blijmoedig, gelukzalig, genietend, genotvol, happy, jolig, monter, opgetogen, tevreden, verheugd, voldaan, vreugdevol, vrolijk, zalig. tevreden (bn) : bevredigd, content, in zijn sas, ingenomen, senang, te spreken, vergenoegd, voldaan.
Taaltip: voor hetzelfde geld/geldt
Het gaat hier niet om een vorm van het werkwoord gelden, maar om het zelfstandig naamwoord geld. Voor hetzelfde geld betekent letterlijk 'tegen dezelfde kosten', zoals in 'Voor hetzelfde geld koop je buiten de Randstad een veel grotere woning.
Ontvankelijk is de toestand waarin iemand open staat voor iets of iemand. Tevens is het een gebruikte term in de rechtspraak. Een zaak of klacht wordt, als het ontvankelijk is, door de rechtssprekende instantie in behandeling genomen.
In acht nemen is letten op iets, dat betracht moet worden of waarvoor zorg gedragen moet worden.
Hetzelfde geldt voor tijdschriften. ' Hier gaat het wel om een vorm van het werkwoord gelden (voor), in de betekenis 'van toepassing zijn (op)'; en omdat het een derde persoon enkelvoud is, wordt geldt hier wél met een t geschreven.