Dus: laat de koppeling opkomen tot het aangrijppunt en houd daar je linkervoet stil.Meestal is dat halverwege. (De eerste keren doe je dat laten opkomen inderdaad heel langzaam, maar als je eenmaal weet wáár de koppeling begint aan te grijpen, dan kun je dat steeds vlotter doen.)
Koppelingspedaal met je linkervoet geleidelijk naar het aangrijpingspunt laten opkomen. Altijd geleidelijk werken met het koppelingspedaal, als je het laat opkomen. Want de koppelingsplaten moeten geleidelijk aangrijpen anders slaat de motor af. Bij het aangrijpingspunt gaat de auto al rollen/rijden.
Volgorde van handelen bij het opschakelen:
Om te beginnen rijd je weg zoals je het hebt geleerd. Zodra je 20 km/h rijdt trap je je koppeling in en laat je je gas tegelijkertijd los. Schakel door naar de volgende versnelling. Bij 20 km/h is dat de 2e versnelling.
De klassieke verbrandingsmotor zit eigenlijk relatief eenvoudig in elkaar: benzine- en dieselmotoren zijn opgebouwd uit cilinders, ook wel verbrandingskamers genoemd. Daarin worden lucht en brandstof samengebracht en samengeperst door een zuiger, waarna het mengsel ontbrandt en er energie vrijkomt.
Houd het koppelingspedaal even vast bij het aangrijpingspunt 2 á 3 seconden is genoeg. Zo kom je geleidelijk op gang zonder schokken of afslaan van de motor. Doe dit ook na het overschakelen vang de koppeling op.
Het is verstandig om zo min mogelijk met ingetrapte koppeling te rijden. Niet alleen omdat dit leidt tot slijtage aan je koppeling, maar ook omdat het gevaarlijk kan zijn, zeker in de bochten. Als je remt met ingetrapte koppeling, dan rem je ontkoppeld. Dat kost energie en dus ook brandstof.
Eerst gas loslaten (dus afremmen op de motor), daarna remmen met de voetrem (remsysteem) en niet voor de 1000 toeren de koppeling in te trappen. Wanneer je stationair rijdt (is iets onder de 1000 toeren) mag wel eerst ontkoppeld worden en daarna worden geremd.
Plaats de handen op de juiste wijze op het stuur, zodat je de juiste stuurpositie weer inneemt. Laat het koppelingspedaal geleidelijk en rustig, helemaal opkomen, zodat schokken van/in de auto vermeden wordt. Geef met de rechtervoet weer rustig gas, zodat de auto vloeiend in beweging blijft.
1) Hoe vervuilend is diesel nou echt? Een dieselauto is veel vervuilender dan een benzineauto. Benzine- en dieselmotoren hebben als groot nadeel de uitstoot van schadelijke stoffen en de uitstoot van CO2.
Parkeer je ergens voor een langere tijd, dan doe je er goed aan om die handrem niet op te trekken. Je zet de auto dan beter in eerste versnelling. Bij streng winterweer kunnen namelijk de handremkabels bevriezen. Dat geeft problemen wanneer je weer wil vertrekken.
Bij het nemen van de bocht met de koppeling ingedrukt zal je snelheid veel lager zijn, terwijl je als je niet de koppeling indrukt de motor stationair de snelheid blijft aanhouden. Wat misschien ook is, is dat je stuurtechniek niet snel genoeg is om de bocht aan die snelheid te nemen.
gewoon gas loslaten, koppeling induwen, opschakelen, koppeling zachtjes loslaten en terug gas geven. Probeer eens om, wanneer je koppeling licht contact maakt (aangrijpingspunt), lichtjes gas te beginnen geven terwijl het koppelingspedaal rustig omhoog komt.
Autorijden is erg intensief voor je enkels, armen, nek en schouders. De eerste paar lessen zal je dan ook veel spierpijn hebben. Dit is volkomen normaal. Maar als je halverwege de rijles je enkels bijna niet meer kan bewegen, dan zit je niet lekker achter het stuur en gaat dit invloed hebben op de rest van de les.
Waar je in een diesel gemakkelijker de hellingproef kan doen door met rechtervoet de rem ingetrapt te houden, met linkervoet de koppeling een beetje op te laten komen, en dan pas met rechtervoet de rem los te laten om gas te kunnen geven, zal zeker in het begin een benzine-auto op die manier afslaan.
Ga een keertje naar een verlaten plek/parkeerplaats waar je niemand tot last bent. En dan laat je heel erg langzaam de koppeling opkomen. Als de auto begint te bibberen hou je de koppeling vast, dus even niet verder laten opkomen. Als de auto dan niet meer bibbert kun je de koppeling langzaam los laten.
Regel 1: Laat het gaspedaal los en trap het koppelingspedaal vlot en geheel in. Schakel naar de 2e versnelling door de versnellingspook naar links te duwen en rustig naar achteren te trekken.
De conclusie is: een versnelling overslaan is geen enkel probleem, als je de juiste mechanische sympathie toepast. Heb respect voor de mechanische delen en hun werking en je kunt gerust van z'n twee naar z'n vier en andersom.
Instappen auto
Loop om de auto heen, tegen het verkeer in, naar het portier. Zo kun je goed reageren als er iets aan komt. Open het portier zo ver als nodig, stap in en sluit het portier.
Met koppeling ingetrapt, heeft de startmotor het wat gemakkelijker (kan vooral helpen als je accu wat minder is/wordt) > Je kunt langer 'doorstarten' als je de koppeling intrapt bij het starten waardoor de kans dat de auto aanslaat voordat de accu het niet meer trekt groter is.
Om te schakelen moet je de koppeling intrekken, het gas loslaten en ondertussen het schakelpedaal bedienen. De koppeling zit achter het linkerhandvat, het schakelpedaal zit bij je linkervoet. Wanneer je het schakelpedaal een positie naar beneden drukt gaat de motor in de eerste versnelling.
Als leidraad kun je aanhouden. Wegrijden 0 tot 20 km/h in zijn 1 vanaf 20 km/h tot 35 in de 2 vanaf 35 tot 50 km/h in zijn 3 vanaf 50 tot 80 km/h in zijn 4 vanaf 80 tot 120 in zijn 5 constante snelheid vanaf 90 in zijn 6 let op!
Als je gaat remmen op het moment dat je de bocht ingaat, kun je de controle verliezen, omdat de banden geen grip houden op de weg.
Indien je een stoplicht nadert, wat kan je dan het beste doen? (wat betreft brandstof besparen en zo min mogelijk slijtage). 1. In de versnelling blijven (bv 5), gas los, evt bijremmen en op het laatst de koppeling indrukken ivm lage toeren en daarna terugschakelen (2 of 1).
Terugschakelen gaat als volgt:
Rem geleidelijk af naar het gekozen punt voor de bocht. 3. Terwijl je aan het remmen bent schakel je terug naar de juiste versnelling en daarna laat je geleidelijk het koppelingspedaal opkomen tot het aangrijpingspunt. Je voel dat de auto afremt op de motor.