De betekenis van analytisch vermogen is dat je een situatie, probleem of vraagstuk goed kunt analyseren. Het houdt in dat je probleemoplossend kunt nadenken door een probleem of vraagstuk vanuit verschillende invalshoeken te bekijken. Ook kun je snel hoofd- en bijzaken onderscheiden.
Je kunt analytisch vermogen het beste omschrijven als een competentie die verwijst naar het verwerken, begrijpen en verwoorden van complexe processen om tot een conclusie te komen. Medewerkers met een groot analytisch vermogen, zijn goed in het doorgronden van een probleem of vraagstuk.
Cijferreeksen meten het numeriek analytisch inzicht. Deze testvorm kan ingezet worden bij selectieprocedures als onderdeel van een algemene intelligentiemeting. Cijferreeksen zijn in het bijzonder relevant bij functies waarbij op basis van numerieke gegevens tendensen vastgesteld of conclusies getrokken moeten worden.
Analytisch denken is nauw verwant aan kritisch denken. Je neemt niets zomaar als vanzelfsprekend aan, maar je stelt vragen als: Wat betekent dat precies? Waarom is dat zo?
Wanneer je analytisch bent ingesteld zijn er een paar valkuilen waar je soms last van kunt hebben: je kunt een vraagstuk dood analyseren of over-analyseren. je blijft dan hangen in beschouwingen en mogelijkheden waardoor de essentie verloren gaat. over analyse leidt tot verwarring.
Een bewering is analytisch als het predicaat (eigenschap) dat aan een begrip wordt gekoppeld reeds inbegrepen is in het begrip zelf en dus geen extra kennis toevoegd. Bijvoorbeeld: een driekhoek heeft 3 zijden; het hebben van 3 zijden ligt opgesloten in het begrip driehoek. Tegenovergesteld aan synthetisch.
Een goed voorbeeld van een intellectueel en ondernemend beroep is dat van een marktonderzoeker. Andere voorbeelden van analytische en meer ondernemende banen zijn die van een data scientist, SEO specialist, handhavingsspecialist en advocaat.
De competentie analytisch vermogen valt onder de categorie persoonlijke vaardigheden. De persoonlijke vaardigheid waarover je beschikt bij analytisch vermogen is het onderscheidt maken van hoofd- en bijzaken oftewel het in staat zijn om de essentie uit gegevens te halen.
Zijn goed in het verzamelen van relevante input, data en objectieve informatie. Laten zich niet leiden door hun gevoel maar nemen beslissingen op basis van feiten. Dringen door tot de kern van een probleem en zien wat er werkelijk aan de hand is. Overzien de consequenties van bepaalde keuzes.
Hard skills zijn vaardigheden die je nodig hebt om de functie goed te kunnen uitvoeren. Denk bijvoorbeeld aan bepaalde technische vaardigheden zoals het beheersen van een computerprogramma.
Een competentie is een verzameling van kennis, ervaring, vaardigheden en talent. Ze worden vaak opgedeeld in hard skills en soft skills. Hard skills zijn de technische skills die vaak gerelateerd zijn aan functies of rollen. Zoals rekenen, schrijven, coderen, websites bouwen, lassen enzovoorts.
Bij een synthetisch oordeel wordt aan het subject een eigenschap (predicaat) toegekend zonder dat dit vanzelfsprekend is. Voorbeeld: "deze kat is zwart". Dit oordeel komt via waarneming tot stand terwijl bij een analytisch oordeel begrip van het subject de hoofdrol vervult.
Analyseren is het grondig onderzoeken en ontleden van iets. Dit kunnen bijvoorbeeld problemen of gegevens zijn. Het doel van een analyse is om een conclusie te kunnen trekken en meer inzicht te krijgen van het onderwerp. Om iets te kunnen analyseren, moet het opgedeeld worden in verschillende onderdelen.
De competentie 'analyseren' heeft natuurlijk een prima definitie. Dit is het dan zo ongeveer: In staat zijn om complexe vraagstukken of moeilijke situaties te analyseren en oorzaak en gevolg te onderkennen.
Denk bijvoorbeeld aan het beroep van een vrachtwagenchauffeur, asbestsaneerder, dakdekker, hijskraanmachinist en tandartsassistent. Op lager niveau kun je denken aan een beroep als koerier, vakkenvuller of orderpicker.
Een kernkwaliteit is 'hoe je bent' en dat is wat anders dan hoe je soms 'doet'. Anders gezegd: je kunt je anders gedragen dan hoe je eigenlijk bent. Je doet je soms anders voor dan hoe jij de dingen voelt en ervaart. En dat kan gevolgen hebben voor jouw communicatie en hoe je overkomt op anderen.
De valkuil is: gemakzuchtig of laks, té snel genoegen nemen met, achteloos, te gemakkelijk ingesteld of te weinig alert en waakzaam.
De valkuil van geduld is er ook en misschien herken je die wel: teveel tijd nemen en geen notie nemen van deadlines. te langzaam werken en niet begrijpen dat er druk is bij anderen of dat er deadlines zijn gesteld. dood gemoederd aan het werk gaan terwijl anderen in de stress zitten omdat iets af moet.