Triple-negatieve borstkanker is een agressieve vorm van borstkanker die vaak jonge mensen treft. Deze vorm van borstkanker is niet hormoongevoelig - noch voor oestrogeen noch voor progesteron - en reageert daarom niet op hormoontherapie. Ook is dit type borstkanker ongevoelig voor behandeling met het middel Herceptin.
Invasief carcinoom NST
Deze vorm van borstkanker komt het vaakst voor. NST staat voor: van het Niet-Speciale Type. Deze vorm van borstkanker dringt het omliggende weefsel binnen. De tumor kan uitzaaien naar andere organen.
Kan iemand van kanker genezen? Alles hangt af van het type kanker, hoever hij gevorderd is bij de start van de behandeling, het verloop ervan enz. Maar dankzij de vooruitgang van de geneeskunde en de steeds meer doeltreffende behandelingen is ongeveer 60% van het aantal gevallen van kanker te genezen.
Het voorstadium van borstkanker noemen we 'Ductaal Carcinoom In Situ', afgekort DCIS. In de borst zitten klierkwabben (lobuli) en melkgangen (ducten). Op deze plaatsen kunnen kankercellen voorkomen. Als deze kwaadaardige cellen binnen de begrenzing van de melkgang blijven, spreken we van borstkanker in situ.
T1c: de tumor is tussen de 1 en 2 centimeter groot. T2: de tumor is tussen de 2 en 5 centimeter groot. T3: de tumor is groter dan 5 cm. T4: de tumor is in de omliggende weefsels gegroeid.
Soorten borstkanker: invasief carcinoom NST, invasief lobulair carcinoom en zeldzame soorten borstkanker. Kenmerken van borstkanker: hormoongevoelige borstkanker, HER2-positieve borstkanker en triple-negatieve borstkanker.
Bij een agressieve vorm van prostaatkanker gedraagt de prostaatkanker zich agressief. Dit betekent dat de kanker snel kan groeien en ook dat dat kans op uitzaaiingen groot is. Bij een niet agressieve vorm van prostaatkanker gedraagt de kanker zich minder agressief. De kanker zal dus minder snel groeien.
T1-T4 beschrijft de grootte tumor en de mate van verspreiding naar omringende weefsels. Hoe groter het getal na de T, hoe groter de tumor is.
Voor patiënten met uitgezaaide kanker kan leven en dood dicht bij elkaar liggen. Er is soms een kans op genezing en soms een mogelijkheid om met (innovatieve) behandeling nog vele jaren te leven. Maar als een behandeling niet aanslaat kan het ook snel aflopen.
Het hangt onder andere af van je conditie vóór de behandeling, van je leeftijd en of je nog andere ziekten hebt. Ook speelt mee welk soort chemotherapie je krijgt. De ene chemokuur is zwaarder dan de andere chemokuur. Bespreek met je arts of verpleegkundige wat je kunt verwachten.
Bij één op de twintig patiënten zijn uitzaaiingen al aanwezig op het moment van de diagnose. Bij één op de vijf patiënten zaait de borstkanker later alsnog uit, dit gebeurt vaak pas jaren na het ontdekken en behandelen van de oorspronkelijke tumor. De kans dat uitzaaiingen ontstaan, verschilt per persoon.
Een op de vijf vrouwen met borstkanker krijgt met uitzaaiingen te maken, maar bij slechts een op de twintig worden deze uitzaaiingen al bij de eerste diagnose vastgesteld. Uitzaaiingen komen doorgaans later in beeld, vaak pas jaren nadat de primaire tumor behandeld is.
Bijna iedereen die wordt behandeld voor borstkanker is moe. Zowel de ziekte, als de behandelingen en de mentale stress die alles met zich meebrengt, maken het een belastende periode. Moe zijn is dan ook logisch. Het is meer dan alleen constant moe zijn.
Hoe ontstaan uitzaaiingen van borstkanker? Kankercellen kunnen losraken van de tumor en via het bloed en/of de lymfevaten ergens anders in het lichaam terechtkomen. De losgeraakte cel gaat op de nieuwe plek verder met delen. Zo ontstaat er een nieuwe tumor van dezelfde soort kankercellen als de borstkanker.
Voordat zo'n uitzaaiing zichtbaar wordt moeten er enkele jaren verstrijken. Na vijf (of soms tien jaar) tumorvrij te zijn, gaat men ervan uit dat er geen uitzaaiingen waren. In feite was iemand dus al genezen op het moment dat de behandeling was gestopt. Het kan ook dat de kanker 'terugkomt'.
Nee, kanker opsporen met alleen een bloedafname, zonder te zoeken naar een specifieke kanker, kan niet. Als een arts een bepaalde kanker vermoedt, kan hij in een aantal gevallen wel (proberen) die op te sporen in het bloed. Meestal volstaat een bloedonderzoek echter niet.
Kwaadaardige tumoren groeien meestal snel, de kankercellen kunnen doorgroeien in de omgeving en zich naar andere lichaamsdelen verspreiden.
Voorbeelden hiervan zijn pomelo, ugli, mineola, tangelo en de zure sinaasappel (ook wel Sevilla sinaasappel genoemd). Het advies is om deze vruchten ook niet te nemen rondom chemotherapie.
Deze tweede chemo is harder binnen gekomen dan de eerste. Ik voelde op de eerste dag de chemo daadwerkelijk met een hoog tempo door mijn lichaam razen. De tweede dag was dat minder en ben ik in de ochtend zelfs nog naar de markt geweest, 's-middags een uurtje geslapen, daarna nog veel op geweest.
Je gedrag kan veranderen door chemo. Je kunt prikkelbaarder worden. Of je trekt je meer terug of wordt duidelijk emotioneler: je gaat bijvoorbeeld snel huilen. Het is mogelijk dat je je moeilijker kunt concentreren.
Hoeveel chemokuren je krijgt, hoor je van je arts. Dit hangt af van hoe groot het risico op uitzaaiingen is. De behandeling duurt minimaal 3 en maximaal 6 maanden. Je krijgt de chemotherapie bijna altijd via een infuus.
Veel soorten chemotherapie geven volledige haaruitval. Hoewel de haaruitval bijna altijd tijdelijk is, wordt het door veel patiënten als belastend ervaren. Hoofdhuidkoeling kan er voor zorgen dat u minder haaruitval op uw hoofdhuid heeft. Hier leest u meer over de behandeling.
Sommige mensen merken niet zo veel na een kuur, terwijl andere mensen heel ziek kunnen worden. Hoe dit bij u zal zijn, is vooraf niet te voorspellen. De meest voorkomende bijwerkingen zijn misselijkheid, haarverlies en vermoeidheid.