Loopstoornissen betreffen veranderingen in uw normale looppatroon, vaak verwant aan een ziekte of afwijking aan een ander gebied van uw lichaam. Loopstoornissen zijn één van de meest voorkomende oorzaken van vallen bij oudere volwassenen, goed voor 17% van alle valpartijen.
Antalgische gang.
Kenmerkend van de antalgische gang is de verkorte duur van de standfase van het aangedane, pijn- lijke been ('manken'). Dit kan gepaard gaan met een ver- minderde knie- en heupflexie tijdens de zwaaifase ('stijf houden').
De oorzaak van loopstoornissen kan neurologisch zijn, bijvoorbeeld door een klapvoet bij een hernia. Maar ook een slechte bloedcirculatie of een aandoening aan het evenwichtsorgaan kan leiden tot een verstoord looppatroon.
Bij akinesie is het heel moeilijk om die eerste stap te zetten als je ergens heen wilt lopen en sta je aan de grond genageld. Of het is juist moeilijk om te stoppen met lopen op het moment dat je de hoek om wilt gaan. Het niet op gang kunnen komen wordt ook wel freezing genoemd.
De meeste mobiliteitsproblemen bij ouderen worden veroorzaakt door aandoeningen aan het bewegingsapparaat, ofwel de botten, spieren en pezen die ervoor zorgen dat iemand kan bewegen. Voorbeelden daarvan zijn reuma, artrose en rugklachten.
bejaarden / ouderen / senioren / 65+'ers
Zo zijn voor personen van gevorderde leeftijd (ouder dan 65 jaar), die gewoonlijk niet meer voor de kost hoeven te werken, aanduidingen als senioren, ouderen en bejaarden in omloop.
Bij neurologische problemen kan er sprake zijn van overmatige slaperigheid, epilepsie, verminderd verstandelijk vermogen, duizeligheid, oogbewegingsstoornissen, slikstoornissen, spierstijfheid of juist zwakte, gevoelsstoornissen en tintelingen.
De kernsymptomen tremor, bradykinesie, rigiditeit en houdingsinstabiliteit worden soms voorafgegaan door klachten van de reuk (verminderde reuk), obstipatie, depressie en slaapstoornissen. Deze klachten zijn echter zo aspecifiek dat de diagnose parkinson in dit stadium zelden wordt gesteld.
Er is geen test die kan bewijzen dat u de ziekte van Parkinson heeft. Daarom stelt uw huisarts vragen en kijkt hij of zij hoe u beweegt. Het trillen kan bijvoorbeeld ook komen door medicijnen of een essentiële tremor.
Een scheef of gekanteld bekken kan veel verschillende oorzaken hebben: een val van de trap, een buiteling met de fiets en dergelijke. een ander ongeluk waarbij uw lichaam een klap te verwerken heeft gekregen. verkeerde zitgewoonten.
Een drop attack ontstaat door een kleine verstoring van de bloedvoorziening in de hersenen, waardoor de spieren plots hun spankracht verliezen. De patiënt zakt letterlijk door de benen en valt.
Zo kan er bijvoorbeeld onvoldoende kracht, controle, lenigheid en/of uithoudingsvermogen in buik-, rug-, bil- of bovenbeenspieren zitten of beperkingen in rug, SI-, heup- en/of kniegewricht(en) waardoor rechtop lopen niet (lang) mogelijk is.
Veel mensen met Parkinson hebben last van loopstoornissen. Een berucht voorbeeld is bevriezen van lopen, waarbij mensen met Parkinson voor hun gevoel staan vastgeplakt aan de grond. Dit bevriezen treedt meestal op bij het starten met lopen, tijdens draaien, maar ook stress kan het bevriezen uitlokken.
Onzeker op je benen staan en wankelen kan voorkomen als symptoom van een soort neuropathie. Zonder dat daarbij de spierkracht minder is. Een neuropathie is eigenlijk een bizarre aandoening. Er zijn vele soorten, en ze worden in het algemeen omschreven op basis van wat de oorzaak is.
Mensen met de ziekte van Parkinson hebben vaker zicht- en oogproblemen zoals wazig zien, symptomen van droge ogen, moeite met diepte inschatten en dubbelzien, dan mensen van dezelfde leeftijd zonder de aandoening.
Er is GEEN ENKEL BEWIJS dat stress Parkinson veroorzaakt. Wél verergert stress de symptomen van de ziekte. Bijvoorbeeld trillen en pijn. Hier geldt: hoe meer stress, hoe sterker de symptomen worden.
Door de ziekte van Parkinson gaan bepaalde cellen in je hersenen langzaam kapot: de cellen die het belangrijke stofje dopamine maken. Dit kan voor allerlei klachten zorgen, zoals moeite met bewegen en problemen met denken. Parkinson is vernoemd naar de arts James Parkinson die in 1817 als eerste de ziekte beschreef.
Wat is het doel van neurologische onderzoeken
De afdeling Functieonderzoeken Neurologie is gericht op het opsporen van stoornissen in het functioneren van het zenuwstelsel, de spieren en in de bloedvoorziening van de hersenen. De onderzoeken worden met behulp van hoogontwikkelde elektronische apparatuur uitgevoerd.
De neuroloog onderzoekt de spierreflexen om inzicht te krijgen in het functioneren van de motorische zenuwen en de zenuwverbindingen in het ruggenmerg en de toestand van de perifere zenuwen. De neuroloog kan de reflexen opwekken door met een reflexhamer zachtjes tegen bijvoorbeeld de knie of de enkel te slaan.
Wat kun je beter niet doen? Probeer jouw naaste niet te veel te corrigeren of tegen te spreken. Dat confronteert de persoon met dementie met wat hij niet meer weet of kan. Hard praten, snel praten of juist fluisteren.
Nachtrust mensen met dementie verbeteren
Ze functioneren minder goed en het kan zorgen voor eiwitopstapeling en daardoor verdere achteruitgang. Mensen met dementie worden overdag vaak minder actief en vallen dan soms zelfs in slaap. Door die 'middagdutjes' zijn ze 's avonds niet moe genoeg om goed te kunnen slapen.
Stress en dementie
Stress verhoogt de productie van stresshormonen, beschadigt de hippocampus, beïnvloedt leer- en geheugenprocessen en verlaagt de afweer. Al deze factoren zijn al eens in verband gebracht met dementie. Stresshormonen kunnen nog jaren na traumatische ervaringen in het bloed worden gevonden.