Een rijbaan kan bestaan uit meerdere rijstroken. In de omgangstaal echter geldt dat samenstellingen met baan gebruikt worden in dezelfde betekenis als samenstellingen met strook. Daarom hanteren we in de omgangstaal de volgende begrippen: Tweebaansweg: weg bestaande uit één rijbaan en twee rijstroken.
In Europa varieert de breedte van rijstroken per land tussen 2,50 tot en met 3,50 meter. De rijstrookbreedte is op autosnelwegen meestal in principe 3,50 meter. Rond de grote steden zijn ook snelwegen te vinden met een rijstrookbreedte van 3,25 meter.
1. Rijbaan: het aaneengesloten deel van een weg dat ervoor bestemd is om door voertuigen te worden bereden. 2. Rijstrook: het deel van een rijbaan dat de breedte heeft van een voertuig, plus enige speling aan beide zijden.
(m.) Uitspraak: [en'banswɛx] Verbuigingen: eenbaansweg|en (meerv.) weg met één rijbaan en twee rijstroken die in tegenovergestelde richting bereden worden Voorbeeld: `Op een eenbaansweg kun je niet inhalen.
Rijbaan en rijstrook zijn allebei correcte woorden, maar er is een betekenisverschil. Een rijbaan is een aaneengesloten deel van een verharde weg dat bedoeld is om bereden te worden. Een rijstrook is een deel van de rijbaan dat ongeveer de breedte heeft van één voertuig.
Deze borden zijn wit met 3 zwarte strepen erdoor. Dit bord betekent dat de maximale snelheid die van kracht was niet meer geldt. Er geldt nu een nieuwe maximale snelheid die gevolgd dient te worden. Dit wordt vaak duidelijk gemaakt door andere borden.
Een rijbaan is een aaneengesloten deel van een verharde weg dat bedoeld is voor rijdende voertuigen. Fietspaden en fiets/bromfietspaden worden niet als rijbanen gezien. Een rijbaan bestaat uit een of meer rijstroken. Ook een invoegstrook, uitvoegstrook en een afrit kunnen onderdeel van een rijbaan zijn.
Een rijbaan in 1-richting is afhankelijk van de verkeersintensiteit, fietsroutes, wel of niet parkeren en type weg minimaal 3,00 tot 4,00 meter breed. Een rijbaan in 2-richtingen is 4,50 tot 5,50 meter breed. rijdt er tevens vrachtverkeer op dan moet de rijbaan zelfs 6,00- 7,00 meter breed zijn.
Hulpdiensten weten dat de linker rijstrook de eerste is. In Nederland tellen we vanuit de middenberm, dat is nu eenmaal de afspraak. Hulpdiensten zullen daarom meestal ook doorvragen: of het de linker strook betreft bijvoorbeeld. Maar af en toe ontstaat er wel eens een misverstand.
In ASVV-norm 12.2.11 wordt een wegbreedte van 4,6 m als minimum vermeld voor de situatie "tweerichtingsverkeer auto". In deze aanbeveling wordt een breedte van 1 m als minimum voor het trottoir gehanteerd.
Reacties. Daarmee word bedoeld de rijbaan die er naast loopt. Hoewel tegenliggers ook paralel rijden bedoelen ze dan vaak de meest linker baan, al dan niet aan de andere kant van de vangrail.
Rijkswegen. Re of Li staat voor rechter- of linkerbaan, kijkend in de richting waarin de nummering oploopt. Over het algemeen is dit de richting vanaf Amsterdam: Re staat aan de kant met rijrichting vanaf Amsterdam, Li staat aan de kant waar het verkeer in de richting van Amsterdam rijdt.
Wegdeel dat onderdeel is van een weg uitsluitend bestemd voor snelverkeer en met gescheiden rijbanen en ongelijkvloerse kruisingen, daartoe aangeduid met het betreffende verkeersbord.
In het Handboek wegontwerp, deel Gebiedsontsluitingswegen, is de richtlijn voor de rijstrookbreedte bij 80 km/h-wegen 2,75 meter. Deze rijstrookbreedte moet bekeken worden in relatie tot de indeling van het gehele dwarsprofiel van de weg en ook de bermen eromheen. De verhardingsbreedte is in totaal minimaal 7,50 meter.
Een tweebaans snelweg moet minimaal 9 meter breed zijn inclusief vluchtstrook. Echter waar de ruimte dit toe laat is tweebaans snelweg vaak 12 meter breed. De rechter baan is i.v.m. vrachtauto's op de meeste snelwegen 0.50 tot 1 meter breder dan de linker rijstrook.
De wegbeheerders in Nederland zijn Rijkswaterstaat, provincies, gemeenten en waterschappen.
Een "geregelde driestrooksweg" is een driestrooksweg, waarvan de middelste rijstrook alternerend voor één van beide rijrichtingen als inhaalstrook fungeert. De traditionele driestrooksweg was ongeregeld. De middelste rijstrook kon hierbij op elk punt door verkeer vanuit beide rijrichtingen gebruikt worden.
1. weg bestaande uit twee rijbanen die elk twee rijstroken bevatten; 2. weg bestaande uit één rijbaan die vier rijstroken bevat (twee voor elke rijrichting).
Eenrichtingsweg, in deze richting gesloten
Het bord geeft een eenrichtingsweg aan. De weg is in deze richting gesloten voor voertuigen, ruiters en geleiders van rij- of trekdieren of vee. Je mag de weg niet vanaf deze kant inrijden.
Bestuurders mogen deze weg vanaf deze kant niet inrijden. Dit verbod geldt niet voor (brom)fietsers. Een eenrichtingsweg mag u vanaf deze zijde niet inrijden, vaak is de weg niet breed genoeg voor twee richtingen.
Toelichting Deze bord wordt geplaatst tegenover de zijweg van een T-kruispunt wanneer er sprake is van eenrichtingverkeer op de doorgaande weg. Dus weg is afgesloten in een ander richting dan de pijl aangeeft. Je verwacht geen tegenliggers mits uitgezonderd !
Op autowegen geldt standaard een maximumsnelheid van 100 km/h, doch zijn vele autowegen uitgevoerd met snelheden van 80 en 70 km/h. Daar ontstaat vaak de vergissing bij weggebruikers die de verkeersregels niet voldoende kennen, door standaard 80 km/h te rijden op een autoweg.
Het beste antwoord
De 3e of 4e rijstrook is een spitsstrook. Deze is smaller dan een normale rijbaan. Om die reden is de snelheid beperkt (vaak tot 100km/u) als de spitsstrook is geopend. Zonder spitsstrook kan er op de reguliere rijbanen weer 120 of 130 gereden worden.