Een stuiver is een voormalig Nederlands muntstuk met een waarde van 1/20 gulden. Deze waardeverhouding bestaat sinds de invoering van de carolusgulden en de stuiver door Keizer Karel V in 1521. De oudste bekende vermelding van de stuiver als muntstuk dateert echter van 1404.
3 gulden-munt = (60 stuivers) 1 daalder = (30 stuivers) 1 zilveren florijn = (28 stuivers) 1 gulden = (20 stuivers)
Een dubbeltje is een klein voormalig Nederlands geldstuk, een munt, oorspronkelijk van zilver, met een waarde van een tiende gulden. Het muntstuk van 10 eurocent wordt ook wel een dubbeltje genoemd.
Bij resolutie van de Staten-Generaal van 1614 werd een stuiver van 0,865 g a 0,566 = 0,490 g fijn ingevoerd (in 1619 gewijzigd in 1,31 ga 0,333 = 0,436 g fijn).
Dit doet u bij de Nederlandsche Bank (DNB) in Haarlem. Guldenmunten (als dubbeltjes en rijksdaalders) kunt u bij DNB niet meer omwisselen. Andere valuta kunt u alleen omwisselen in het land waar het geld vandaan komt.
Sommige websites geven de verkoopprijzen voor sommige munten vrij. Je kan ook professionele organisaties vinden bij MUNTkoerier – Numismatische Kringen in Nederland en België. Zoek je munt op met de uitgiftedatum en herkomst en wellicht vind je de actuele waarde.
De waardevolste munt van twee euro werd geslagen in Monaco. Deze werd in 2007 gemaakt ter ere van Grace Kelly, een Amerikaanse actrice en winnaar van een Oscar-prijs die trouwde met Prins Rainier III en prinses van Monaco werd. Er werden slechts 20.000 exemplaren in omloop gebracht.
De Belgische muntjes van 1 cent uit de jaren 1999, 2001 en 2008 zijn ongeveer 50 cent waard. De muntjes van 2 cent uit het jaar 2000 zijn tien keer hun nominale waarde waard en die uit 2008 zijn ook bijna 50 cent waard. Wil je echt een slag slaan, dan moet je op zoek naar muntjes uit kleine landen.
De prijs van een vijf cent 1948 van Wilhelmina is afhankelijk van de kwaliteit van de munt deze is te herkennen aan de hoeveelheid slijtage door gebruikerssporen uit die periode. De verzamelwaarde van de 5 cent 1948 Wilhelmina wordt bepaald op kwaliteit.
Kostprijs 1 en 2 centjes
Oud staal is ongeveer 0,2 € waard per kilogram. Oud koper is veel meer waard met 4,45 € per kilogram. Een kilogram kleingeld bestaat dus voor 950 gram uit staal en 50 gram uit koper. Die zijn respectievelijk 0,19 en 0,2225 euro waard.
Een van de voormalige guldenmunten was de rijksdaalder. De rijksdaalder is een munt met een waarde van tweeënhalve gulden.
Maar sommige munten zijn meer waard dan dat ze op het eerste gezicht lijken. Zo heb je 2 euro munten die 15 euro waard zijn en 1 centjes die 6000 euro waard kunnen zijn. Dus voordat je die kleintjes in je portemonnee voor lief neemt, kun je ze beter nog eens een keer goed bekijken.
Stuivers, dubbeltjes, kwartjes, gulden en rijksdaalders kunnen nog steeds een bepaalde waarde hebben als ze zeldzaam zijn. De zilveren guldens en rijksdaalders zijn interessant voor beleggers vanwege de hoge zilverprijs.
Muntjes van 1 en 2 cent blijven een wettelijk betaalmiddel. Ze worden niet buiten omloop gesteld en verliezen hun waarde niet. Ze kunnen nog altijd gebruikt worden. U hoeft ze dus niet terug te brengen naar de bank.
Met de Muntwet van 1948 Kwam het Kwartje van nikkel. Het Kwartje Vaak wordt een heitje genoemd. Dit is de vijfde letter van het Jiddische alfabet voldaan als getalswaarde Vijf. Een heitje staat dus voor Vijf stuivers.