Hoewel fotograferen met autofocus (AF) gebruikelijker is bij digitale camera's, is MF effectief wanneer het moeilijk is om scherp te stellen met autofocus, zoals bij macrofotografie. In MF kunt u de scherpstelpositie aanpassen door de scherpstelring op de lens te draaien.
Wat betekent AF, M of MF
De AF staat voor autofocus. Dat betekent dat de camera automatisch scherp gaat stellen voor jou. Dat is handig als je op safari bent. De M of MF staat voor Manual of wel handmatig dan moet je echt handmatig scherpstellen, niet handig op safari.
AF-methode
De camera detecteert en stelt scherp op gezichten van mensen. Op elk gedetecteerd gezicht verschijnt [ ] (een AF-punt), dat nadien gevolgd wordt. Als er geen gezicht wordt gedetecteerd, wordt het hele AF-gebied gebruikt om scherp te stellen.
AF-veldstand. AF-veldstand regelt hoe de camera het scherpstelpunt voor autofocus selecteert. De volgende opties zijn beschikbaar tijdens zoekerfotografie: Enkelpunts AF: Selecteer het scherpstelpunt; de camera stelt alleen scherp op het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt.
Als AF-C is geselecteerd voor de scherpstelmodus, licht het scherpstelpunt amber op wanneer gezichten of ogen worden gedetecteerd, terwijl als AF-S is geselecteerd, het scherpstelpunt groen wordt wanneer de camera scherpstelt.
De afkorting AF-S staat voor Auto Focus Silent oftewel stille automatische scherpstelling en geeft aan dat het objectief over deze functionaliteit beschikt. Voor deze stille scherpstelling zijn ze uitgerust met een SWM (Silent Wave Motor).
Autofocus staat voor automatische focus en wordt afgekort tot AF. Het is een systeem waarmee je camera automatisch scherpstelt op een onderwerp. Een camera kan automatisch scherpstellen op een groot of klein deel van het beeld dat je ziet door je zoeker of via het scherm.
Autofocus (AF) is de camerafunctie die automatisch scherpstelt op een onderwerp. De meeste digitale camera's hebben deze functie.
AF-bediening: One Shot AF (voor stilstaande onderwerpen) of AI Servo AF (voor bewegende onderwerpen). Sommige camera's hebben een AI Focus AF-modus waarin de camera kiest welke van de twee opties wordt gebruikt, op basis van de gedetecteerde beweging van het onderwerp.
Program-stand (de P-stand)
In deze programmeerstand kun je de ISO-waarde aanpassen terwijl de camera automatisch de best passende sluitertijd en het diafragma kiest. Eventueel kun je de combinatie van de gekozen sluitertijd en het diafragma aanpassen.
Met de continu AF kun je met de AF-ON de autofocus activeren en stoppen wanneer je maar wilt. Beweegt je onderwerp niet veel, stel je scherp en laat je de AF-On knop los. Je kunt compositie wijzigen, je kunt de belichting op een ander deel meten en vasthouden door de ontspanknop half ingedrukt te houden.
Het aantal is afhankelijk van het type camera. Dit zijn de punten waarop de camera scherp kan stellen en worden focus- of scherpstelpunten genoemd. Sommige camera's hebben er 9, een ander 11 en de volgende camera heeft 51 focuspunten.
Je drukt de ontspanknop half in en de camera stelt scherp (uiteraard moet het schuifje op je lens wel op AF (=auto focus) staan, want als deze op MF (=manual focus) staat moet je handmatig scherpstellen). Houd de ontspanknop half ingedrukt wanneer de camera heeft scherpgesteld.
Lange telezoom objectieven, of prime objectieven met een flink aantal millimeters, hebben vaak een schakelaar om de autofocus te beperken tot een bepaalde afstand. Hierdoor hoeft de lens minder te zoeken en stelt hij sneller scherp. Dit wordt ook wel 'scherpstelbegrenzing' of 'focus limiting' genoemd.
Asynchrone servomotoren worden meestal gebruikt voor toepassingen met een hoger draaimoment. Of een synchrone of asynchrone servomotor beter geschikt is voor de toepassing, hangt dus altijd af van de specifieke vereisten.
Al Focus (Canon) / AF-A (Nikon)
Na het half indrukken van de ontspanknop stelt de camera scherp op het betreffende punt en start in de One Shot-stand. Gaat het onderwerp nu toch bewegen, dan zal de camera de beweging blijven volgen en er voor zorgen dat je onderwerp scherp in beeld blijft.
Het gebruik van APS-C-lenzen met full-frame camera's
Het opnameformaat kan op de camera worden ingesteld. De standaardinstelling is Auto. Opmerking: Als vignettering optreedt, kan APS-C/Super 35 mm worden ingesteld op Off (Uit).
Je hebt full frame camera's (dit zijn professionele camera's) en de breedte van de beeldsensor is 35mm. Dit is even groot als de vroegere 35mm film. Dus de sensor van een full frame camera is even groot als de film van vroeger. Bij een cropfactor camera is de beeldsensor echter kleiner.
M (Manual Exposure) (Handmatige belichting): hiermee kunt u foto's maken met de gewenste belichting door de sluitertijd en de diafragmawaarde aan te passen.
Sommige Canon-camera's, zoals de Canon EOS R5, Canon EOS R6, Canon EOS RP en Canon EOS 90D, zijn voorzien van ingebouwde automatische focus bracketing, zodat je nog gemakkelijker foto's met focus stacking kunt maken.
Als je camera niet scherpstelt, zit je misschien te dicht op je onderwerp. Elke lens heeft een minimale scherpstelafstand. Is het onderwerp te dichterbij, dan kun je niet scherpstellen. Neem iets meer afstand en focus opnieuw op je onderwerp totdat deze scherp in beeld is.
Wat is een korte of lange sluitertijd? Sluitertijden langer dan 1/100e van een seconde, zoals 1/60e of 1/15e, vallen onder lange sluitertijden. Sluitertijden korter dan 1/100e van een seconde, zoals 1/500e of 1/2000e, worden korte sluitertijden genoemd. Zo'n sluitertijd is echt maar een fractie van een seconde.
Over het algemeen geldt: hoe kleiner het F-getal, hoe meer licht in de camera komt en hoe meer vervaging u kunt hebben. Elke lens heeft een minimaal F-getal. Dit wordt het maximale diafragma van de lens genoemd.