Alle weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan. Bestuurders die afslaan, moeten het verkeer voor laten gaan dat hun op dezelfde weg tegemoetkomt of dat zich op dezelfde weg naast, links of rechts dicht achter hen bevindt, voor laten gaan.
In principe geldt dat bestuurders die van rechts komen op gelijkwaardige kruispunten voorrang krijgen. Maar dat geldt ook weer niet altijd. Zo gaan verkeerstekens zoals haaientanden boven verkeersregels en gaan verkeerslichten weer boven verkeerstekens. Verder worden voetgangers niet als bestuurders gezien.
Als je beide tegelijkertijd op een kruising aankomt, heeft de bestuurder die vanuit jouw positie uit de rechter straat komt altijd voorrang. Maar, in bepaalde gevallen geldt deze regel niet. Op dat moment zijn de verkeerslichten, verkeerstekens of voorrangsborden leidend.
De zwarte pijl geeft aan dat het tegemoet komende verkeer voorrang heeft. De bevestigingsmaterialen worden aan de achterzijde bevestigd en vallen geheel uit zicht. Dit is mogelijk omdat de rand van het verkeersbord dubbel is omgevouwen.
Een voorrangsweg is een weg waarop bestuurders rijden die voorrang moeten krijgen van alle weggebruikers op alle kruisende wegen. Voorrangswegen worden aangegeven met het bord voorrangsweg.Dit bord herken je aan de gele ruit met de witte randen er omheen.
Een gelijkwaardig kruispunt is een kruispunt waar geen verkeersborden of verkeerstekens staan. Het verkeer dat van rechts komt heeft voorrang. Het verkeer dat van links komt moet jou voor laten gaan.
Als er op een kruispunt niets is geregeld op het gebied van de voorrang, bijvoorbeeld door borden of tekens op het wegdek, dan geldt automatisch de hoofdregel van de voorrang. Onthoudt dat de hoofdregel van de voorrang dus zegt dat bestuurders van rechts voorrang genieten op andere bestuurders op dat kruispunt.
Op het fietspad mag de voetganger de fietsers of bromfietsers die het fietspad gebruiken niet hinderen of in gevaar brengen – fietsers of bromfietsers hebben daar dus voorrang. Op de rijbaan moet de voetganger zo dicht mogelijk bij de rand stappen en links wandelen (zodat men het verkeer ziet aankomen).
Het gele bord dat je hier ziet, geeft aan dat je op een voorrangsweg rijdt en voorrang hebt op de volgende kruispunten. (Uiteraard moet je steeds rekening houden met de verkeerslichten en de bevelen van een bevoegd persoon.)
Gaat een voetganger rechtdoor op het kruispunt, dan heeft deze voorrang op het overige verkeer. Maar slaat de voetganger af, dan is er geen voorrang voor de voetganger op het kruispunt.
Voorrang aan voetgangers
Voetgangers zijn wel verkeer, maar geen bestuurders. Bij de regel 'rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afslaand verkeer', geldt dit ook voor voetgangers. Een auto die de hoek om gaat moet voorrang geven aan een voetganger die op diezelfde weg loopt en niet afslaat.
Voorrangsvoertuigen (blauw zwaailicht, sirene) hebben altijd voorrang. Bestuurders van rechts moet je voorrang verlenen, tenzij dit door voorrangsborden anders is geregeld. Rechtdoor op dezelfde weg gaat voor t.o.v. afslaand verkeer. Bij 'bijzondere manoeuvres' gaat al het andere verkeer voor, dus ook voetgangers.
Over het algemeen kun je de volgende regels voor voorrang en voor laten gaan aanhouden: Bestuurders die van rechts komen, hebben voorrang. Dit geldt bij een gelijkwaardig kruispunt. Bestuurders die op een doorgaande hoofdweg rijden, hebben in veel gevallen voorrang op bestuurders op de kruisende weg.
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg. Bestuurders verlenen voorrang aan een tram. Alle weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan.
Op een voorrangskruispunt en voorrangsweg heb je voorrang van iedereen op de kruisende weg tenzij er een zebrapad is, want dan hebben de voetgangers eerst voorrang. Een afbuigende tram op de zelfde voorrangskruispunt of voorrangsweg heeft ook voorrang.
Fietsers en motorvoertuigen zijn dus nu voor de wet gelijk. Dit betekent dat nu de hoofdregel bij voorrang geldt. De hoofdregel bij voorrang is dat verkeer dat van rechts komt voorrang heeft op verkeer dat van links komt. Nu heeft een fietser van rechts voorrang op fietsers, auto's scooters en alle andere bestuurders.
Fietsers en voetgangers behoren tot de groep van de zwakke weggebruikers. Daarom biedt de wet hun extra bescherming. Bestuurders mogen zwakke weggebruikers niet in gevaar brengen en moeten hun in de meeste gevallen voorrang verlenen.
De algemene voorrangsregel, de voorrang aan rechts, is ook van toepassing voor fietsers. Deze regel geldt ook in de fietsstraat en bij uitbreiding in een fietszone, voor alle bestuurders, tenzij een verkeersbord de voorrang bepaalt. Fietsers in een fietsstraat moeten dus de voorrang aan rechts respecteren.
De regel 'rechtdoorgaand verkeer op dezelfde weg gaat voor afslaand verkeer' geldt voor iedereen in het verkeer. Hier vallen voetgangers dus ook onder. Sla jij af? Dan moet jij iedereen –en dus ook voetgangers – voorrang verlenen.
Het gaat nl om het begrip uitritten. Verkeer dat een uitrit verlaat, moet voorrang verlenen aan alle andere verkeersdeelnemers. Een drempel in de zijweg heeft geen invloed op de voorrang; hoe dicht de drempel ook tegen de hoofdrijbaan aan ligt.
Bij voor laten gaan gaat het vaak om niet bestuurders zoals voetgangers. Voorrang verlenen gebeurt alleen tussen voertuigen onderling, en hier vallen de verkeersdeelnemers die op te voet deelnemen aan het verkeer niet onder.
Volgens de wegcode moet een voetganger die wenst over te steken voorrang verlenen aan autobestuurders, ook binnen een zone 30 (tenzij op een zebrapad). Door deze te verlagen naar 30 km/uur krijg je als weggebruiker meer tijd om oogcontact te maken en tot wederzijds respect te komen.
Voorrang van rechts – aan rechts is eigenlijk de juiste term – is de algemene regel op kruispunten waar geen verkeersborden of verkeerslichten staan of het verkeer niet door een bevoegd persoon geregeld wordt.
Bij wegversmalling waarbij voorrangsregels zijn geplaatst zullen de bestuurders deze moeten gebruiken. Blauw verkeersbord F6. Jij hebt voorrang op de andere bestuurders.