Een synaps is het punt waarop twee neuronen met elkaar communiceren. Synapsen brengen over het algemeen signalen van het axon van het ene neuron over naar de
Synapsen in het centrale zenuwstelsel zijn in te delen op basis van waar de postsynaptische membraan zich bevindt: axodendritisch, wanneer de postsynaptische membraan zich op een dendriet bevindt. axosomatisch, wanneer de postsynaptische membraan zich op het soma (cellichaam) van een ander neuron bevindt.
De nauwe ruimte tussen de membranen van twee zenuwcellen op de plaats van de synaps. In de synapsspleet diffundeert neurotransmitter vanuit de presynaptische cel die het postsynaptische membraan beïnvloedt.
Synaptische plasticiteit staat voor het vermogen van de verbinding (de synaps) tussen twee zenuwcellen om van sterkte te veranderen. Dit houdt in dat de membraanpotentiaal die bij het doorgeven van een impuls in de postsynaptische cel optreedt (de postsynaptische potentiaal), in sterkte kan variëren.
Een axon is een uitloper van een zenuwcel. Hij geeft elektrische impulsen door en zo zorgt voor informatieoverdracht in de hersenen. Sommige axonen zijn langer dan één meter. Ze zijn omwikkeld met een isolatielaag genaamd myeline.
De anatomie van het brein is zeer complex met twee hersenhelften, vier hersenkwabben en allemaal kleinere hersengebiedjes. We hebben maar liefst 86 miljard hersencellen die elektrische en chemische signalen met informatie uitwisselen. De twee hersenhelften zorgen er samen voor dat we kunnen functioneren.
De dendrieten zijn omringd met synapsen gevormd door de uiteinden van de axonen van andere zenuwcellen. Wanneer deze cellen boodschappen sturen of ontvangen, zenden ze elektrische impulsen langs hun axonen. De lengte van zo'n axon kan variëren van een millimeter tot ongeveer een meter of meer.
De essentie van functionele neurologie is het inzetten van de plasticiteit (aanpassingsvermogen) van het brein om herstel op te laten treden. Neuroplasticiteit is dus essentieel voor het herstel van hersenen en zenuwen. Door het brein op de juiste wijze te stimuleren, kan het brein zichzelf herstellen.
Neuroplasticiteit of neurale plasticiteit, stelt neuronen in staat om zowel anatomisch als functioneel te regenereren en nieuwe synaptische verbindingen te vormen. Hersenplasticiteit of neuroplasticiteit, is het vermogen van de hersenen om zich te herstellen en herstructureren.
De grijze stof bestaat uit de cellichamen van zenuwcellen. De witte stof bevat de lange uitlopers (de axonen) van deze zenuwcellen. De uitlopers van de zenuwcellen zijn omwonden door speciale isolerende cellen die een witte substantie bestaande uit eiwitten en vetten bevatten.
Elke zenuwcel heeft een bepaalde elektrische lading die afgevuurd wordt als er een specifieke grens bereikt is. Daarbij komen de neurotransmitters vrij. Neurotransmitters worden in de uiteinden (synaps) van een zenuwcel gemaakt en richting het celmembraan van de celuitloper, het axon vervoerd.
Tussen de twee zenuwcellen zit een synapsspleet o Impuls → neurotransmitter uit synaps komt in de spleet terecht door exocytose. Vervolgens gaan neurotransmitters door diffusie naar het postsynaptische membraan en bindt daar aan de aanwezige receptoren. Als reactie hierop worden de natriumkanalen meer doorlaatbaar.
Een prikkel of impuls is een elektrisch signaal, dat ontstaat doordat de hoeveelheid geladen stofjes (ionen) verandert over de celmembraan, het spanningsverschil tussen binnen en buiten verandert.
Acetylcholine is een zogenoemde neurotransmitter: een stofje dat zorgt dat je hersenen kunnen communiceren met je zintuigen en spieren. Zodra je te weinig van een neurotransmitter aanmaakt, vermindert de communicatie in je lichaam. Dat betekent dat je spieren en brein hun taken minder goed uit kunnen voeren.
Serotonine is een neurotransmitter met een overwegend stimulerende werking. Het is een tryptamine die invloed heeft op het geheugen, stemming, zelfvertrouwen, slaap, emotie, orgasme en eetlust. Het speelt ook een rol bij de verwerking van pijnprikkels.
Wat doet GABA precies? GABA heeft in de hersenen een remmende functie. Samen met stimulerende neurotransmitters houden remmende neurotransmitters de processen in je lichaam in balans. Als er overactiviteit is van bepaalde neuronen, remt GABA de overactiviteit af.
Wanneer je voldoende beweegt, raken je hersenen goed doorbloed en krijgen ze de zuurstof die ze nodig hebben. Nieuwe hersencellen worden gevormd en verbindingen tussen zenuwcellen worden sterker. Daarnaast verbetert de communicatie tussen de hersencellen. Dit alles zorgt ervoor dat je hersenen langer soepel blijven.
Dat vlees was als het ware de zuurstof van de evolutie van de mens. Niet alleen was vlees een veel meer geconcentreerde bron van energie dan groente en fruit, vlees bevat daarnaast ook bepaalde vetten die onmisbaar waren voor de ontwikkeling van onze gigantische hersenen.
"Mensen met hersenletsel raken sneller vermoeid, geestelijk en lichamelijk. Cognitieve taken, zoals concentreren, onthouden en overzicht krijgen, kosten extra energie. Veel mensen zijn gevoeliger geworden voor prikkels, zoals geluid. Ook daar word je moe van", vertelt psycholoog Kim Huygelen.
De resultaten laten zien dat patiënten in de jaren na hun beroerte een hoger risico lopen te overlijden. Hoe hoog dit risico is, hangt onder meer af van de aard van de beroerte. Bij mensen met een herseninfarct is het risico op overlijden 5 keer hoger.
Alcohol is slecht voor je hersenen. Als iemand lange tijd zwaar drinkt (meer dan 25 standaardglazen alcohol per week), loopt hij of zij risico op hersenbeschadiging. Het geheugen gaat achteruit, iemand denkt langzamer en kan zich minder goed aanpassen aan nieuwe situaties.
de motorische zenuwen dienen om de spieren te laten bewegen; de sensibele zenuwen zorgen voor de zintuiglijke waarneming: pijn, tast, warmte- en koudegevoel,… de autonome zenuwen staan in voor de automatische lichaamsactiviteiten, dus los van onze wil, zoals zweten, darmwerking, regeling van de bloeddruk.
Afhankelijk van prikkels vanuit de omgeving worden verbindingen tussen neuronen afgebroken of juist aangelegd. Dat betekent dat hersenen een hoge plasticiteit hebben: de hersenen veranderen fysiek als ze leren van relevante input vanuit de omgeving.
Een axon geleidt signalen van de zenuwcellen af, een dendriet geleidt signalen ernaartoe. Axonen zijn lang en dun, dendrieten zijn dik en sterk vertakt.