Kortom, een fase waarin een groep zo goed functioneert dat niet alleen het werk wordt gedaan en doelen worden gehaald, maar dat teamleden elkaar stimuleren, uitdagen en verbeteren.
In de prestatiefase, de een na laatste fase binnen de vijf fasen van groepsontwikkeling, functioneert het team als eenheid en de groepsenergie komt geheel ten goede van de taak. Alle teamleden weten precies wat er van hen verwacht wordt en ze werken gezamenlijk naar doelen toe.
Performing:
De groep is klaar voor het werken. De introductieperiode is voorbij. Deze fase gaat bij een groep die echt nieuw is, in na anderhalf tot twee maanden. Bij een groep die elkaar al kent kan deze fase al na twee weken ingaan.
Groepsontwikkeling volgens Tuckman
Dit model veronderstelt dat groepen achtereenvolgens vijf fasen doorlopen: forming, storming, norming, performing en 'adjourning'.
In de stormingsfase, die maximaal twee weken duurt, voelt het een beetje aan als een storm in de klas. In deze roerige fase wordt de pikorde in de groep bepaald. De leerlingen zijn in deze fase kritisch op elkaars gedrag en ontwikkelen een voorkeur voor een leider en een type leiderschap.
Tijdens de norming zijn de verhoudingen duidelijk en leren de kinderen elkaar steeds beter kennen. Ze gedragen volgens de regels die gezamenlijk zijn afgesproken. Bijleveld: “Als leerkracht is het belangrijk dat je daarbij ook het goede voorbeeld geeft.
In de vormfase is het voor de leider belangrijk om veel aandacht te besteden aan team- en persoonlijke doelstellingen en de teamidentiteit (cultuur die je wilt creëren). Het team is gedurende deze fase volledig afhankelijk van goed leiderschap.
De voorfase
Wat is er vooraf gecommuniceerd over de training en hoe heeft de selectie plaatsgevonden? Wat is de toegevoegde waarde van de training voor de deelnemers?
Hij onderscheidt vijf fasen: forming, storming, norming, performing en adjourning. Iedere fase kenmerkt zich door de processen die zich in een groep afspelen.
Fase 5: Adjourning (Afscheidsfase) – Het team wordt opgeheven. Varianten: het team valt uiteen, teamleden vertrekken en/of er komen nieuwe leden bij; het leiderschap wisselt in het team, de teamopdracht verandert waardoor er andere kwaliteiten en competenties worden gevraagd.
“In september liggen de 'gouden weken': 3 weken waarin je als leraar samen met je leerlingen de klassfeer boetseert.
Ontwikkeling van je team is veranderen op basis van inzicht in drijfveren, kwaliteiten, voorkeuren en competenties van een groep mensen die samenwerken. Het geeft een helder beeld van je drijfveren en hoe deze zich verhouden ten opzichte van je collega's.
Gedrag van de M2-groepsleden
Beconcurreren elkaar onderling. Luisteren beter naar elkaar. Proberen afstemming te vinden over de taak. Beginnen conflicten te krijgen.
processen die ontstaan als mensen met elkaar omgaan in een groep, zoals het ontstaan van vriendschappen, conflicten, groepen binnen de groep, enz.
De afsluitingsfase komt in zicht wanneer de groep gaat eindigen. De bindingen tussen de groepsleden worden losser en men blikt terug op bereikte resultaten. Het klimaat van de groep kenmerkt zich door ambivalente gevoelens.
Belangrijk voor het opbouwen van een nieuwe groepsdynamiek is een positieve relatie tussen jou en je leerlingen. Zorg dat je op de hoogte bent van de thuissituatie. Welke impact heeft de coronacrisis gehad op leerlingen en hun omgeving? Geef ook complimenten, liefst klassikaal om de eenheid te bevorderen.
De Piramide van Lencioni is een model voor betere samenwerking binnen teams, met als onderdelen: vertrouwen, conflict, betrokkenheid, verantwoordelijkheid en resultaat. Een hecht team vormen gaat niet over het beheersen van deze theorie.
Groepsdynamiek is te omschrijven als de processen tussen mensen in een groep. Groepsdynamiek gaat over veiligheid, afstand en nabijheid, commitment.
Het model van Tuckman veronderstelt dat groepen achtereenvolgens vijf fasen doorlopen: forming (vormgeving), storming (conflictfase), norming (groepsnormen ontwikkelen), performing (presteren) en adjourning (afscheid nemen).
Groepsdynamiek betekent dat de individuele groepsleden op een bepaalde manier op elkaar én de leider van de groep reageren. De groepsleden ontwikkelen interactiepatronen die al dan niet productief zijn en er ontstaan ongeschreven regels waaraan de groepsleden zich moeten conformeren.