Tekort en schuld De raming van de overheidsschuld in 2023 is 47,6% bbp. Deze is gelijk gebleven met de raming uit de Miljoenennota 2024.
Met een schuldquote van circa 49,5% bbp in 2023 is de Nederlandse staatsschuld in vergelij- king met andere eurozone landen laag.
Uitgeschreven tekst. De overheidsschuld komt in 2024 uit op 47,3%. Dit is ruim onder de Europese grenswaarde van 60%. De komende jaren loopt de schuld op tot 52,9% in 2028.
De uitgaven in 2023 zijn naar verwachting ruim 390 miljard euro. Tabel 2.1.1 toont het overzicht van de verwachte uitgaven en inkomsten, inclusief de raming voor de komende jaren. De tabel laat zien dat de (netto)uitgaven fors stijgen.
Hoeveel draagt Nederland bij? De jaarlijkse bijdrage aan de EU bedraagt ruim 1% van de nationale welvaart. Nederland heeft in 2020 5,846 miljard euro bijgedragen ; in 2021 zal het naar verwachting 7,937 miljard bijdragen. Daarnaast staan de EU-landen ook een deel van de douanerechten af aan de EU.
Griekenland had in het derde kwartaal relatief de hoogste staatsschuld. Het totaal aan Griekse schulden is twee keer zo hoog als het bbp. Italië staat met een staatsschuld van 155,3 procent op een tweede plaats, gevolgd door Portugal met schulden die 130,5 procent van het bbp bedragen.
In 2021 was dat nog 109,1 procent. Nog slechter verging het Griekenland (171,3%), Italië (144,4%), Portugal (113,9%), Spanje (113,2%) en Frankrijk (111,6%). Landen met de laagste overheidsschuld waren Estland (18,4%), Bulgarije (22,9%), Luxemburg (24,6%) en Denemarken.
Persbericht van het Federaal Agentschap van de Schuld: Per eind november 2023 bedroeg de schuld van de federale staat 506,840 miljard euro. De federale staatsschuld is daarmee in november met 0,24 miljard euro afgenomen.
In 2021 gaf de overheid 399,1 miljard euro uit, ruim 18 miljard euro meer dan in het voorgaande jaar. Uitgedrukt als percentage van het bpp daalden de uitgaven echter, van 47,8 procent in 2020 naar 46,6 procent in 2021. De absolute stijging is voor ongeveer twee derde toe te schrijven aan sociale uitkeringen.
Belastingen en sociale premies vormen ongeveer 90 procent van de totale overheidsinkomsten en zijn hiermee verreweg de belangrijkste inkomstenbron. Onder impuls van de economische groei van 4,3 procent waren dit dan ook de grootste aanjagers van de stijgende overheidsinkomsten.
De inkomsten van de overheid bestaan vooral uit de belastingen en premies die burgers en bedrijven betalen. De overheid geeft dit geld uit aan voorzieningen zoals scholen, wegen en ziekenhuizen.
Koploper is op dit moment de Verenigde Staten, met een staatsschuld van 30,5 biljoen euro, en dat is 122,1% procent van het Amerikaanse BBP. Tweede staat China, met 14,75 biljoen en 81,1 procent van het BBP.
Op 1 januari 2024 steeg de wettelijke rente (voor niet-handelstransacties) van 6% naar 7%. De maximale kredietvergoeding (rente voor een geldlening) bestaat uit de wettelijke rente met daarbij opgeteld 8 procentpunt. Daarom is de maximale kredietvergoeding sinds 1 januari 2024 15%.
Nee, er zijn geen landen zonder staatsschuld. Want dat zou betekenen dat een land helemaal niets zou hebben geleend. Noch bij banken, particulieren, bedrijven of organisaties, noch bij andere staten. Elk land kent wel staatsobligaties.
En bedrijven betalen meer belasting over hogere lonen.Met dit extra geld lost het kabinet de schuld af. In slechtere economische tijden dalen tijdelijk de belastinginkomsten. Dan leent het Rijk geld om alsnog alle uitgaven te kunnen doen: de staatsschuld loopt nu op.
De lidstaten van de Europese Unie hebben zich verplicht om het overheidstekort en de overheidsschuld niet te hoog te laten oplopen. Het tekort mag niet groter zijn dan 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp), de schuld mag niet hoger zijn dan 60 procent van het bbp.
Gekeken binnen de top 10 EU-landen is de Nederlander het rijkst. Ook is in geen ander top 10 Europees land de rijkdom zo goed verdeeld als hier. Dat blijkt uit ons onderzoek onder de belangrijkste Europese landen. Eind 2021 bedroeg het gemiddelde vermogen per hoofd van de bevolking in Nederland 176.510 euro.
Luxemburg heeft binnen de Europese Unie het hoogste bbp per hoofd van de bevolking. Dit komt door het relatief grote aantal financiële instellingen in het land, en doordat veel mensen in Luxemburg werken maar er niet wonen. De tweede plek wordt ingenomen door Ierland, gevolgd door Denemarken en Nederland.
Luxemburg heeft het hoogste bbp per inwoner. De tweede plek wordt ingenomen door Ierland, gevolgd door Denemarken en Zweden.
Als de overheidsuitgaven hoger zijn dan de belastinginkomsten heeft de overheid een begrotingstekort. In dit geval zal de overheid moeten lenen om de overheidsuitgaven te kunnen bekostigen. Alleen de belastinginkomsten zullen in dit geval niet genoeg zijn. Als de overheid geld leent kan er een staatsschuld ontstaan.
Door belastingen te innen, 'leent' de overheid dus van haar eigen bevolking. Daarnaast kopen bijvoorbeeld banken en pensioenfondsen staatsobligaties . Zij lenen geld uit aan de overheid, die op haar beurt de afspraak aangaat dat bedrag binnen een bepaalde tijd met een rentepercentage terug te betalen.