Mensen met een ileostoma kunnen te maken krijgen met een zeer hoge stomaproductie. Dit wordt high output genoemd. Dit ontstaat als de darm het vocht niet goed kan opnemen. We spreken van een high output stoma bij een stomaproductie van méér dan 1 liter per 24 uur, gedurende 3 dagen of langer.
Een normale stomaproductie van een stoma op de dunne darm is ongeveer 500 tot 750 cc ontlasting per 24 uur. Wanneer u uw stomazakje leegt bij ongeveer 1/3 inhoud, kunt u ervan uitgaan dat hier gemiddeld 150 cc ontlasting in zit.
Wanneer de stoma gedurende een langere tijd meer dan 1,5 liter ontlasting produceert spreken we van een high output stoma. Er dan sprake van grotere en dunnere hoeveelheid ontlasting. Door een darmoperatie is de darmpassage versnelt en neemt de darm nog niet voldoende vocht op.
De ontlasting die via een ileostoma het lichaam verlaat, is over het algemeen dun tot brijig. Verder kan de voeding die u gebruikt invloed hebben op of leiden tot gasvorming, geurvorming en verkleuring van de ontlasting.
Een goed functionerende stoma produceert maximaal 1500 ml per dag. Na het aanleggen van een ileostoma is het volgen van speciaal dieet niet nodig, alles mag gegeten en gedronken worden. Er zijn wel een aantal zaken waar u rekening mee kunt houden.
Mensen met een ileostoma kunnen te maken krijgen met een zeer hoge stomaproductie. Dit wordt high output genoemd. Dit ontstaat als de darm het vocht niet goed kan opnemen. We spreken van een high output stoma bij een stomaproductie van méér dan 1 liter per 24 uur, gedurende 3 dagen of langer.
Een darmstoma wordt zowel op de dunne als dikke darm aangelegd. Krijg je een darmstoma op de dikke darm, dan noemen we dat een colostoma. Ligt de stoma op de dunne darm, dan spreken we over een ileostoma. De darmstoma kan ook nog op verschillende manieren worden aangelegd, namelijk dubbelloops of enkelloops.
De ileostoma is vaak de hele dag productief. 's Morgens, voor het ontbijt, is de stoma meestal het minst productief. Het verzorgen van je stoma is makkelijker als je vóór het ontbijt je materiaal verwisselt. Leeg altijd eerst het stomazakje voordat je gaat wisselen. Dit voorkomt geknoei met volle stomazakjes.
Het aanleggen van een dubbelloops stoma
Zo maakt hij twee stoma's. Het ene deel van uw darm blijft ontlasting vervoeren, het andere deel produceert slijm dat afgevoerd moet worden. De stoma dient als een soort omleiding van de darm, zodat het deel van uw darm dat moet genezen wordt ontzien.
Verzorg de stoma bij voorkeur in de morgen voordat u iets gegeten of gedronken heeft. De stoma is dan het minst productief. Eenmaal per dag moet het eendelig stomamateriaal helemaal vervangen worden. Bij het tweedelig stomamateriaal moet de huidplak twee tot drie keer per week worden vervangen.
Gevolgen van een high output stoma Door de hoge stomaproductie is er een verhoogd risico op uitdroging en een tekort aan belangrijke zouten. Wanneer de hoge stomaproductie lang aanhoudt, bestaat er ook een verhoogd risico op het ontwikkelen van ondervoeding.
Dit wordt necrose genoemd. Als dit gebeurt, is het belangrijk dat er met spoed gekeken wordt naar wat de slechte doorbloeding veroorzaakt. Het weefsel dat al beschadigd is, kan namelijk niet meer herstellen. Soms kan er ook een operatie nodig zijn.
Als de stoma zwart wordt, is er sprake van necrose (afgestorven weefsel). Als er stuwing optreedt, door vernauwing of verstopping, ziet de stoma er bleek en gezwollen uit. Dit is meestal na een paar dagen over. In een enkel geval, als de bloeddoorstroming erg slecht wordt, moet de stoma opnieuw worden aangelegd.
Gebruik voldoende vocht (1,5-2 liter).
Bij mensen met een colostoma kan dit in mindere mate zijn, omdat er een deel van de dikke darm ontbreekt. Daardoor kan er een tekort aan vocht ontstaan. Aanbevolen wordt om 1,5 tot 2 liter vocht te gebruiken.
De voedselbrij die vanuit de dunne darm de dikke darm binnenkomt is nog zo dun als water. De dikke darm trekt het water en de zouten die nog in de brij zitten eruit.
Complicaties bij een stoma
Een breuk rond de stoma (parastomale hernia). Een uitstulping van de stoma (prolaps). Het zwart worden van de stoma door een verminderde doorbloeding (necrose). Stuwing van de stoma.
Een ileostoma is een stukje dunne darm dat door een opening in de buik naar buiten is gebracht en op de huid is vastgehecht. Op deze manier wordt een nieuwe uitgang voor de ontlasting gemaakt. De ontlasting komt dus niet meer uit de anus naar buiten, maar uit de stoma.
Bij een eindstandig ileostoma wordt het uiteinde van de dunne darm naar buiten gehaald en in de buikwand vastgehecht. Er komt alleen ontlasting naar buiten. In sommige gevallen zal de chirurg besluiten om een slijmfistel aan te leggen. Dan wordt het loze stuk darm tevens naar buiten geleid.
Meestal gaat het om het uiteinde van uw dunne darm. Meestal zit de ileostoma aan de rechterzijde van uw buik, onder uw navel.
Hoe vaak een ileozakje geleegd moet worden is afhankelijk van de hoeveelheid ontlasting wat uit de stoma komt. Het gemiddelde aantal ligt tussen de 6 en 10 keer per 24 uur.
Doordat er een koolstoffilter in het stomazakje zit, kunnen u en anderen het niet ruiken. U zal uw stoma niet ruiken: de zakjes voor darmstoma's hebben filters die de geur tegenhouden. Maar bij de verzorging merkt u wel dat bepaalde voedingsmiddelen geur afgeven. Denk aan ui, knoflook, koolsoorten en peulvruchten.
In principe mag u alles doen met uw stoma. Bij tillen moet u er alleen wel op letten dat u niet te zwaar tilt; we adviseren een gewicht van gemiddeld 5 tot maximaal 15 kilo.
Er bestaan verschillende types stoma's. De drie meest voorkomende zijn colostomie, ileostomie en urostomie.
Reinig de huid rond de stoma voorzichtig met vochtige gaasjes. Werk van buiten naar binnen. Douchen mag ook, maar richt de douchekop niet op de stoma om beschadiging van het slijmvlies te voorkomen. De huid om de stoma mag gewassen worden met niet vette zeep (op een vette huid plakt geen nieuwe plak).
De ontlasting verlaat het lichaam dan via een opening in de buik en wordt opgevangen in speciaal opvangmateriaal. Omdat de stoma geen kringspier heeft, kunt u geen ontlasting en winden tegenhouden.