Deze eerste 'fiets', of eigenlijk loopfiets, werd in 1817 uitgevonden door een Duitse uitvinder, namelijk Karl von Drais. Het had geen pedalen en bestond bijna volledig uit hout met stalen wielen. Als gevolg hiervan woog het ongeveer 22 kg.
Het ontstaan van de eerste fiets
Hoewel er betwistbare bewijzen zijn dat er vóór 1800 fietsen bestonden, neemt men algemeen aan dat de eerste fiets in 1817 in Duitsland werd uitgevonden door een zekere Baron Karl von Drais.
De geschiedenis van de fiets of het rijwiel gaat terug tot de uitvinding van de draisine of loopfiets in 1817. Daarna volgden de velocipede van 1866, de hoge bi van 1871 en uiteindelijk de 'veiligheidswieler' of safety in 1885.
Het populairste vervoermiddel in Nederland
Hoewel we verschrikkelijk veel met fietsen te maken hebben, hebben wij het wiel natuurlijk niet uitgevonden. De fiets bestaat nog niet zo lang. In het jaar 1771 werd de fiets, hoewel wel in een iets andere stijl, in de vorm van een loopfiets geïntroduceerd.
De prijs van een nieuwe transportfiets schommelde vroeger tussen 500 en 700 euro. Hoewel minstens tweedehands, nu zijn ouderwetse transportfietsen een stuk zeldzamer, er zou nog een soort 'zeldzaamheidstoeslag' bovenop deze prijs komen.
Hoewel er betwistbare bewijzen zijn dat er vóór 1800 fietsen bestonden, neemt men algemeen aan dat de eerste fiets in 1817 in Duitsland werd uitgevonden door een zekere Baron Karl von Drais.
Het antwoord is: de fiets.
John Starley introduceerde toen de Rover Safety, een fiets met kettingaandrijving en twee gelijke wielen. Omdat je lager op de fiets zit en met je voeten bij de grond kunt komen, gebeurden er veel minder ongelukken. Daarnaast werden kogellagers ingezet, wat het fietsen nog soepeler maakte.
Een fiets is een voertuig dat oorspronkelijk veelal louter met spierkracht werd aangedreven. De hedendaagse fiets bestaat doorgaans uit twee wielen, een frame, een zadel, een stuur en een trapas met pedalen.
(-en), rijwiel. als trefwoord met bijbehorende synoniemen: fiets (zn) : brik, kar, karretje, rijwiel, stalen ros, tweewieler, velo, zwijntje.
Het wiel is rond 3500 v. Chr uitgevonden. Dit wiel was echter niet ontworpen voor transport, maar het was bedoeld voor de pottenbak-industrie. Het wiel werd aan een wielas geïnstalleerd en diende als aandrijving.
Fiets komt van het Franse vitesse of vite.
Vitesse betekent snelheid. Vite betekent snel. Dit zou verklaren waarom 'fiets' aanvankelijk met een 'v' werd geschreven.
In 1816 maakte hij een zogenaamde loopfiets, ook wel velocipede en draisine genoemd. Loopfiets van Karl Drais Drais was voor die tijd al een tijd bezig geweest om een manier te vinden om het voortbewegen van de mens te vereenvoudigen. Op de fiets die hij ontwikkelde zaten geen trappers en de fiets was van hout.
De allereerste fietsen die zagen er zo uit: houten wielen, een plank - en die plank is bij de moderne fiets eigenlijk het frame, een zadel om op te zitten, het is al een echte fiets. Deze fiets was de eerste fiets met trappers. Ze zitten nog vast aan het voorwiel.
Is het de of het bus
In de Nederlandse taal gebruiken wij de bus.
Het antwoord is: de auto.
Het maken van een fiets begint met ijzeren buizen. De buizen worden aan elkaar vastgemaakt. Dan krijg je een driehoekige vorm, het frame. De ijzeren frames worden vervolgens in de spuiterij gespoten in een mooie kleur.
Belangrijk is in elk geval om niet direct voor een grote fiets te gaan. 12 inch is voor de meeste kinderen een goede maat om mee te beginnen. Het op- en afstappen kunnen ze dan prima zelf.
Volgens de laatste schatting van brancheverenigingen BOVAG en RAI zijn er 22,8 miljoen fietsen in Nederland. Daarmee bezit iedere Nederlander dus ruim 1,3 fiets, en dat is uniek in de wereld.
Fiets lengte
Een gemiddelde fiets is 1.8 meter tot 1.9 meter lang, afhankelijk van het specifieke model en de framemaat. Dit is de fietslengte van voorwiel tot achterwiel. Soms word de wielbasis gebruik om de lengte van een fiets aan te geven. De wielbasis van een fiets ligt gemiddeld tussen de 1 tot 1.2 meter.
In 1898 werd een met het achterwiel aangedreven elektrische fiets gepatenteerd door Mathew J. Steffens. Steffens maakte gebruik van een systeem om het achterwiel rechtstreeks via de achterband aan te drijven. Het in 1899 door John Schnepf gepatenteerde systeem (US Patent 627066) gebruikt een vergelijkbare techniek.