Ieder mens heeft DNA. DNA is een ingewikkelde code die bij iedereen anders is. Die code zit overal in je lichaam, dus bijvoorbeeld in je haren, je bloed, je speeksel en in je huid. Forensisch onderzoekers kunnen die code lezen met behulp van computers en machines.
Elke lichaamscel heeft allerlei verschillende onderdelen zoals een kern, energiefabriekjes (mitochondriën), eiwitfabriekjes (ribosomen) en opruimfabriekjes (peroxisomen en lysosomen). Het meeste DNA zit in de kern van de cel. Maar er zit ook een heel klein beetje DNA in de energiefabriekjes, de mitochondriën.
Het DNA bevindt zich vooral in de celkern, dit wordt kern-DNA genoemd. Hoe krijgt het lichaam dat voor elkaar? Dit komt doordat het DNA op een unieke manier is verpakt in de celkern. Deze lange strengen van DNA zijn gewikkeld om speciale eiwitten.
De mens heeft 3.200.000.000 verschillende DNA letters. Per cel bevat het DNA van de mens ongeveer 2 meter DNA en ons lichaam 74 miljoen km DNA, dat is meer dan 240x heen en terug naar de zon.
Zij geven al je erfelijke eigenschappen door, zoals je haar- en oogkleur. DNA komt voor in iedere cel van ieder mens, dier, plant en schimmel. Het bepaalt grotendeels wat er gebeurt in je lichaam: het is als het ware het ontwerp voor je bestaan. Binnen in het DNA zit een genetische code die voor iedereen uniek is.
Bij de mens bevindt het DNA zich in de kern van iedere cel (Wikipedia). Iedere cel in ons lichaam heeft één kern (Wikipedia) en het DNA in de kern van alle cellen bevat hetzelfde DNA. Het totale DNA van een organisme wordt het genoom (Wikipedia) genoemd.
Ieder mens heeft circa 20.000 genen: de erfelijke eigenschappen. We erven allemaal eigenschappen van onze ouders. Denk bijvoorbeeld aan lengte of de kleur van de ogen, maar ook aandoeningen kunnen erfelijk zijn.
Want ook DNA is uniek. Behalve eeneiige tweelingen hebben geen twee mensen hetzelfde DNA. En dat unieke DNA zit overal: in huid, in bloed en in haarwortels, in alle cellen van je lichaam. DNA bepaalt allerlei erfelijke eigenschappen en wordt van ouder op kind doorgegeven.
Geen twee personen hebben exact hetzelfde DNA. Zelfs eeneiige tweelingen hebben verschillen in hun DNA zitten, die daar tijdens de ontwikkeling in gekomen zijn. Sommige verschillen zorgen ervoor dat we er niet allemaal hetzelfde uitzien, andere bepalen bijvoorbeeld hoe vatbaar we zijn voor bepaalde ziektes.
Daarmee hebben vader en moeder ieder 50% van hun DNA code doorgegeven. Die 50% is op zijn beurt weer samengesteld uit het DNA van hun ouders. Maar de verhouding tussen die twee is niet precies 25% / 25%. Het ene kleinkind kan daardoor bijvoorbeeld 22% van de vader van vader hebben en 28% van de moeder van vader.
DNA zit in alle cellen van je lichaam. Voor een simpel proefje wordt meestal je wangslijmvlies gebruikt.Even langs de binnenkant van je wang schrapen en je hebt genoeg cellen om er DNA uit te halen. Je kunt ook spuug (speeksel) gebruiken, daar zitten ook altijd wel wat cellen in.
De wetenschappers Watson en Crick ontdekten dat een DNA molecuul eruit ziet als een dubbele helix. Dit lijkt op de vorm van een wenteltrap. De treden van de trap vormen de vier basen A(denine), T(hymine), C(ytocine) en G(uanine). Een A is altijd gekoppeld aan een T en een C aan een G.
Uw DNA onthult uw unieke herkomst - de etnische groepen en de geografische regio's waar u oorspronkelijk vandaan komt. Vind nieuwe verwanten waarvan u het bestaan nooit kende via het DNA dat u met hen deelt.
Volgens forensisch patholoog Frank van de Groot is DNA niet iets dat snel vergaat. "Je eigen DNA kun je nog heel lang achterhalen.Dat kun je bijvoorbeeld uit je botten, tanden of nagels halen."
DNA kan veranderen.Dit kan tijdens het leven gebeuren. Bij de geboorte heeft iemand die verandering in het DNA dan dus nog niet. Er kunnen veranderingen in het DNA ontstaan als cellen in het lichaam zich delen.
In het DNA kunnen veranderingen optreden. Zo'n verandering heet een mutatie. Hierdoor is de code van een gen veranderd. En kan de eigenschap of functie van het gen toenemen, afnemen of zelfs helemaal niet meer werken.
Bij overtredingen blijven de gegevens 5 jaar bewaard (als er een taakstraf of vrijheidsstrafvoor is opgelegd blijven ze 10 jaar bewaard). Voor misdrijven blijft het 20 jaar; of 30 jaar bewaard (als de maximale straf van het strafbare feit 6 jaar of meer is) en. Bij zedenmisdrijven blijft het 80 jaar bewaard.
Als je dezelfde vader of moeder hebt, zijn je broers en zussen je biologische familie. Een groot deel van het DNA is bij iedereen hetzelfde. Maar sommige stukken DNA verschillen per persoon. Iedereen heeft zijn of haar eigen varianten in het DNA en daardoor een eigen 'DNA-profiel'.
Eigenlijk moeten we het wel goed zeggen: je bent in principe 50 procent je moeder en 50 procent je vader. Je erft het DNA van beide ouders, maar de genen van je vader zijn dominanter en meer aanwezig in je karakter. Je gebruikt meer van het DNA van je pap.
Men vindt DNA in alle organismen en in virussen (met uitzondering van RNA-virussen). DNA is het biochemisch macromolecuul dat fungeert als belangrijkste drager van de erfelijke informatie.
In je DNA liggen alle erfelijke eigenschappen opgeslagen die je vader en moeder aan jou hebben doorgegeven. Of je blond of donker haar hebt bijvoorbeeld, maar ook hoe je je gedraagt. Die erfelijke eigenschappen zitten in je genen. Dat zijn stukjes informatie in je DNA, waar je er duizenden van hebt.
Deze bevatten de genen die samen alle erfelijke eigenschappen bepalen. Chromosoom 21 is in alle cellen van het lichaam in tweevoud aanwezig, maar bij het syndroom van Down is het in drievoud aanwezig. Daardoor heeft iemand met het Down syndroom 47 in plaats van 46 chromosomen.
Bepaalde genen die bekend staan als 'geconditioneerde genen' zouden in sommige gevallen alleen werken als ze via de moeder worden doorgegeven, en in andere gevallen alleen als ze via de vader worden doorgegeven. Intelligentie is een voorbeeld van zulke geconditioneerde genen die van de moeder moeten komen.
Als uw vader of moeder in gemeenschap van goederen was getrouwd, maakt de achtergebleven ouder (of stiefouder) aanspraak op de helft van het vermogen. De andere helft wordt verdeeld onder de achtergebleven ouder en de kinderen: zij hebben allemaal recht op een gelijk deel.
Wetenschappers van de UNC School of Medicine hebben aangetoond dat er evenveel DNA van vaders als moeders in kinderen belandt, maar dat de genen van de vader dominant zijn. Het onderzoek vond plaats onder muizen, maar is toepasbaar op alle zoogdieren.