De omzet van uw bedrijf is het totale bedrag aan inkomsten uit de verkoop van producten en diensten in een bepaalde periode.
In je resultatenrekening zet je omzet, kosten en winst. Je omzet is het eindresultaat van de verkopen van producten en/of diensten in een jaar. Daar trek je de inkoopwaarde af en alle bedrijfskosten die je maakt om het verkoopresultaat te halen af. Winst/verlies = omzet - inkoopwaarde en kosten.
Wat is Netto-omzet? De netto-omzet is de bruto-omzet minus de btw, kortingen aan afnemers, schadevergoedingen aan afnemers en teruggenomen goederen.
Alles wat jij als ondernemer hebt verkocht aan producten en/of diensten vormt samen de omzet. De omzet is dus het totaalbedrag dat is ontstaan uit zakelijke verkoop. Om dit totaalbedrag te berekenen vermenigvuldig je het aantal verkochte producten/diensten met de verkoopprijs.
Het verschil tussen omzet en winst is dus vrij eenvoudig. Alle opbrengsten binnen jouw bedrijf (inclusief de btw) zijn samen je omzet.Winst is wat je overhoudt wanneer je alle kosten van deze omzet aftrekt.
Vermenigvuldig het aantal producten x verkoopprijs. Voorbeeld: u verkoopt per dag 3 laptops in uw computerwinkel x € 700 = € 2.100 x 6 dagen = € 12.600 per week x 48 weken = € 604.800 omzet per jaar.
Omzet als zodanig heeft weinig nut natuurlijk, maar veel omzet met relatief weinig winst geeft wel grote kansen en risico's. Als je 1M omzet met 50k winst (5%, komt voor) kun je de winst verdubbelen door maar 5% te besparen op kosten en inkoop... maar als je kosten en inkoop 10% stijgen maak je opeens zwaar verlies.
De norm van winstgevendheid verschilt per branche; 5 à 10% is over het algemeen een gezond getal. In de dienstensector zien wij de hoogste percentages, in de industrie liggen de cijfers het laagst. Natuurlijk is het prachtig als je winstgevendheid hoog is en iedere geïnvesteerde euro zoveel mogelijk oplevert.
Als je een hoge omzet hebt, maar je hebt bijvoorbeeld heel veel geld uitgegeven aan advertenties en geïnvesteerd in dure apparatuur, dan kunnen omzet en winst ver uit elkaar liggen. Winst en cashflow kunnen soms gelijk zijn, maar op papier kan winst hoger zijn, omdat er nog openstaande facturen zijn.
Omzet: de opbrengsten van de levering van goederen en/of diensten in het afgelopen jaar. Kostprijs omzet: de kosten die betrekking hebben op de omzet, zoals de inkoop van goederen. Het verschil tussen de omzet en de kostprijs omzet is de brutomarge.
Ben je zelfstandige met een eenmanszaak, dan is je netto belastbaar inkomen gelijk aan je omzet min je beroepskosten (o.a. ook je sociale zekerheidsbijdragen). Als zelfstandige in bijberoep worden je inkomsten bij je loon als werknemer gerekend.
De omzet is het bedrag dat een bedrijf in een bepaalde periode op papier heeft verdiend met het verkopen van diensten en/of goederen. De omzet is opgebouwd uit twee componenten; de prijs (voor hoeveel geld je diensten of producten verkoopt) en de afzet (hoe vaak je die diensten of producten hebt verkocht).
Omzet is niks anders dan alle verkopen binnen jouw bedrijf. Verminder je dit bedrag met de inkoopwaarde, dan houdt je de brutowinst over. Bij het bepalen van de omzetcijfers houdt je dus nog geen rekening met de daadwerkelijke ontvangsten, de zogenoemde debiteuren en liquide middelen.
Stel je hebt €750 betaald aan verkoopkosten. Dan haal je die €750 af van het bedrag dat je verdient hebt. Dat is dan €7.500 – €750 = €6.750. Het bedrag wat je overhoudt na de aftrek van de verkoopkosten heet je netto-omzet.
Het verschil tussen bruto en netto omzet
Al het geld dat over een bepaalde periode binnenkomt, is de bruto omzet. Aan de hand van dat bedrag weet je nog niet waar je precies aan toe bent. Behalve inkomsten, zijn er namelijk ook nog uitgaven, zoals je inkoopkosten of je uurtarief. Die moeten daar nog af.
Veel ondernemers zijn wel bekend met de 80/20 regel. De regel die stelt dat 80 procent van de omzet van een bedrijf uit de top 20% van een klantenbestand komt. Waar veel minder ondernemers bekend mee zijn is de 5/50 regel.
Gemiddeld genomen is een rendabiliteit van 5 tot 10% een indicatie van een gezond bedrijf. Je maakt dan op elke geïnvesteerde euro 0,05 tot 0,10 euro winst.
De EBITDA is hoger dan 20%
Bedrijven met gezonde marges zijn altijd in trek. Een EBITDA van meer dan 20% is daarbij een uitstekende graadmeter.
Marge berekenen
100,00 / (1 – 25%) = 100,00 / 0,75 = €133,33. Anders gezegd: de €33,33 euro is 25% van de verkoopprijs van €133.33. Een marge ligt (wanneer je een product voor meer geld verkoopt dan inkoopt) altijd tussen de 0 en 100%.
EBITDA geeft het kasgenererend vermogen van een onderneming weer en is daarmee dus een indicatie van de vitaliteit van het bedrijf. EBITDA staat voor Earnings Before Interest, Tax, Depreciation and Amortisation. Oftewel: winst vóór aftrek van rentekosten, belastingen, afschrijving en afboekingen.
Cashflow is niet hetzelfde als winst of verlies. Het is belangrijk om dat goed te beseffen. Je hebt net kunnen lezen dat winst het bedrag is dat overblijft nadat de kosten zijn verrekend. Daarbij wordt niet gekeken of het geld ook al daadwerkelijk op je eigen rekening staat.
De brutowinst is heel simpel gezegd de omzet die je maakt minus de inkoopkosten hiervan. Hierna trek je de overige kosten ervan af. Op dat moment houd je de nettowinst over.