Een lavendelplant is een sterke plant die wel 15 tot 30 jaar oud kan worden. Ook in barre omstandigheden zoals bij droogte, kalkachtige of stenige grond en in de felle zon.
Lavendel houdt van kalkrijke grond die goed doorlatend is. Bij het planten van Lavendel in zandgrond hoef je geen bemeste tuinaarde te gebruiken. Het komt wel eens voor dat Lavendel doodgaat als deze in bemeste tuinaarde wordt aangeplant. Ook kan dit een negatief effect hebben op bloemknoppen.
Lavandula angustifolia
Deze lavendelsoort kan 25 cm hoog worden of tot wel 2 meter. Vaak wordt de lavendel teruggesnoeid, maar als je dat niet doet dan kan de struik dus veel hoger worden. Lavendel angustifolia is winterhard en bloeit van juli tot september.
Is je lavendel helemaal uit model of zie je veel kaal hout? Dan kun je proberen om de lavendel helemaal terug te snoeien. Het liefst zo klein mogelijk. Bij deze snoeibeurt knip je dus wel in het kale hout.
Het is echt wel nodig om de planten mooi in vorm te houden. Niet gesnoeide lavendel zal snel verwilderen en de groei zal zich verplaatsen van de binnenzijde van de plant naar de buitenzijde. De plant groeit dan enkel nog aan de toppen terwijl de rest van de twijgen sterk gaat verhouten en kaal wordt.
Het is erg goed mogelijk om uw lavendel hetzelfde jaar nog een keer te laten bloeien. Door in het najaar de uitgebloeide bloemen af te knippen (lichtelijk snoeien; bekijk hiervoor de video), stimuleert u de lavendel om nog een keer te bloeien.
Het is wel belangrijk om de Lavendel ieder voorjaar kort te snoeien (ca. 15 cm boven de grond) zodat er vanuit het hart steeds weer jonge scheuten groeien. Wordt de plant niet kort geknipt dan zal de Lavendel snel verhouten en uit elkaar vallen.
In het najaar (eind augustus, begin september) geef je de lavendel een kleine snoeibeurt. Dit wordt ook wel het fatsoeneren of de vormsnoei van lavendel genoemd. Met een heggenschaar knip je de uitgebloeide bloemen af en een klein stukje van de bovenkant van het groen. Dé manier om de lavendel weer vorm te geven.
In de periode eind maart-april kun je voor het eerst snoeien, steeds zo diep als er nog scheuten of uitlopers aan de plant zitten en nooit daaronder. Hoe later je snoeit, hoe later de struik gaat bloeien. De tweede snoeibeurt geef je als de lavendel is uitgebloeid, in augustus, uiterlijk september.
Belangrijk is om de wortels van de plant “ruim” uit te steken. De wortel is ongeveer 2/3 van de hoogte van de plant. Als u de Lavendel gaat verplaatsen is het dus belangrijk om hier ruim om heen de wortel uit te graven.
De lavendel is één van de makkelijkste planten om te snoeien, want het enige wat je hoeft te doen is takjes met de dode, uitgebloeide bloemetjes weghalen. Dat mag vrij rigoureus: je kunt met een heggenschaar alle dode takjes wegknippen tot een hoogte van ongeveer 15 tot 20 cm. Na de bloei snoei je dus tot ⅓ terug.
Lavendel mag je (bijna) nooit water geven. Zelfs in droge periodes in de zomer vindt de plant zelf nog zijn water. Enkel bij nieuwe aanplantingen moet je water geven in droge lentes en zomers. Lavendel zal zelden afsterven vanwege te weinig water, echter wel bij teveel water.
De lavendel heeft niet heel veel water nodig. Lavendel in pot kun je het beste, als het niet geregend heeft, 2x per week water geven. Wanneer de lavendel in de tuin staat geef je hem alleen water als het erg warm en droog is. Let wel op dat je bij aanplanten in het begin ruim water geeft.
Wat zon betreft is de volle zon de meest ideale standplaats voor jouw Lavendel. Maar halfschaduw of een schaduw standplaats is ook geen enkel probleem. Wel moet je rekening houden met het feit dat jouw Lavendel minder uitbloeit zoals die dat wel doet in de volle zon. Ook zal de Lavendel minder bloemen bevatten.
Wanneer lavendel planten? Lavendel planten kan het hele jaar door, met een lichte voorkeur voor de lentemaanden. Dan krijgen je planten meteen een stevige boost en in de zomer sta je al te pronken met een paars getinte tuin. Plant je lavendel in de droge zomermaanden, geef dan goed water.
Wij adviseren om de lavendel tweemaal per jaar te snoeien. De eerste keer na de bloei, waarbij je alleen de uitgebloeide bloemtakken wegsnoeit. De tweede keer na de winter (begin maart), waarbij de 1-jarige scheuten van vorig jaar tot bijna op het oude hout teruggesnoeid mogen worden.
Zodra de strengste vorst voorbij is (begin april) kun je de lavendel flink snoeien. Je ziet al wat groei verschijnen. Snoei met een heggenschaar (of een snoeischaar als het hout al wat dikker is) de plant ongeveer een derde deel terug, tot ongeveer tien tot vijftien centimeter boven de grond.
Echte lavendel Lavandula angustifolia 'Hidcote' is een van de sterkste soorten.
In een witte border staat de indrukwekkende Lavandula angustifolia 'Alba' erg mooi, heb je maar een klein tuintje kies dan de dwergvorm 'Nana alba', met sneeuwwitte bloemen. De mooiste roze zijn 'Miss Katherine' (75 cm) en 'Loddon Pink'; 'Rosea' is een klassieker.
Lavendel is een kalkminnende plant. Strooi daarom na het planten drie à vier keer de op de verpakking voorgeschreven hoeveelheid kalk bij de planten. Verwerk een deel van de kalk in de grond. Mesten moet u juist niet doen.
Lavendel houdt van arme, goed doorlatende grond. Knip een stek van 5-8 cm van de plant en haal de top eruit. Verwijder de onderste blaadjes en snij de steel schuin af. Steek de stekjes in de grond tot aan het blad.
Plant lavendel nooit in bemeste tuinaarde. Bemeste tuinaarde is namelijk dodelijk voor de plant. Lavendel bemesten is sterk af te raden, de plant kan hiervan doodgaan. De plant bloeit het beste in kalkrijke grond.
Het voorjaar is de meeste praktische tijd om lavendel te verplaatsen. Dan moeten de planten ook gesnoeid worden, wat niet altijd meevalt als ze heel dicht op elkaar staan. In het voorjaar kun je de planten dus tegelijkertijd én snoeien én verplaatsen.
Voeding. Lavendel heeft geen mest nodig. Plant lavendel dan ook niet in bemeste tuinaarde, daar gaat het in dood. Kalk is wel een must, vooral in herfst, winter en voorjaar.