Bij de toetsen van het CITO Leerlingvolgsysteem (LVS) wordt de uitslag omgezet in een letterscore van A tot en met E of naar Romeinse cijfers I t/m V. Het hoogste niveau is A, en het laagste niveau is E.
Standaardscore. Iedere leerling die de Centrale Eindtoets heeft gemaakt, krijgt een standaardscore op een schaal van 501 tot en met 550. Op basis hiervan krijgen de leerlingen het best passende brugklastype geadviseerd. Dit jaar behaalden de leerlingen gemiddeld een standaardscore van 535,0.
Hoeveel fouten er gemaakt kunnen worden om toch de maximale score te halen, verschilt per jaar. Hiervoor worden de scores van alle leerlingen met elkaar vergeleken en op basis van daarvan wordt de schaalverdeling gemaakt. Meestal kan een kind maximaal rond de twaalf antwoorden fout beantwoorden om toch 550 te scoren.
Een II score is score op een Cito-toets uit het Cito volgsysteem waarbij de leerling tot de groep leerlingen in Nederland behoort die boven het landelijk gemiddelde scoort. Deze groep omvat 20% van alle leerlingen in Nederland uit hetzelfde leerjaar. De groep leerlingen met een II score is lichtgroen gekleurd.
CITO scores
Wat zeggen die scores nou eigenlijk? Scoort een leerling een A of B of in een I of II gebied, dan scoort het boven gemiddeld. Veel scholen hanteren beide scores, dit geeft namelijk beter aan op welk niveau de leerling scoort.
Met welke score voor je CITO-toets mag je naar het VWO? Voor het VWO adviseert CITO, de organisatie die de eindtoets maakt, een score van minstens 545. Bij een iets lagere score wordt de havo aanbevolen (zolang de score wel minstens 537 is). Bij een score van 536 of lager past dan weer één van de vmbo-leerwegen.
Cito Eindtoets
De CITO-score voor de eindtoets is een cijferscore tussen de 500 en de 550. Een leerling met een score van 535 kan waarschijnlijk naar de HAVO. Als de score boven de 545 ligt, dan kan de leerling waarschijnlijk naar het VWO. De CITO-score is een richtlijn bij het advies dat de school geeft aan de ouders.
Niveau I : goed (beste 20%); percentiel 81 t/m 100 (niveau VWO). Niveau II : ruim voldoende (beste 40%); percentiel 61 t/m 80 (niveau HAVO). Niveau III : voldoende ('beste' 60%); percentiel 41 t/m 60 (niveau VMBO-TL). Niveau IV : onvoldoende (zwakste 40%); percentiel 21 t/m 40 (niveau VMBO-KBL).
De scores voor begrijpend lezen en rekenen tellen het zwaarst mee voor het schooladvies. Dit omdat begrijpend lezen bij de meeste vakken in het voortgezet onderwijs belangrijk is en omdat rekenen de basis is van wiskunde, maar ook belangrijk is bij de andere bètavakken.
Een C-score is een uitslag op een Cito-toets uit het leerlingvolgsysteem (LVS) op de basisschool. De C-score betekent dat je kind tot de 25% behoort die 'net tot ruim onder het landelijk gemiddelde' scoren. Cito zet de score van jouw kind op een Cito-toets af tegen de scores van alle kinderen in Nederland.
Voor rekenen beheerst 45 procent van de leerlingen het 1S-niveau. Het percentage leerlingen dat de referentieniveaus beheerst, verschilt per school.
Voor de maximale score van 550 moest een leerling 20 fouten of minder maken (van in totaal 220 taal- en rekenopgaven). Bij deze score adviseren scholen het vwo-niveau. Deze leerlingen scoren dan een A+ score of een I+ score.
Er was één leerling die alle taal en rekenopgaven van de Centrale Eindtoets 2019 goed had. In 2019 behaalden 3.621 leerlingen in het reguliere basisonderwijs de hoogst mogelijke standaardscore (550). Dat is bijna 4,2% van de leerlingen die de Centrale Eindtoets hebben gemaakt.
Een deel van de V scores overlapt met niveau D en een ander deel met niveau E. Een V- score is hetzelfde als niveau E en betekent dat de score bij de 10% laagst scorende leerlingen hoort.
Iedere leerling die de Centrale Eindtoets heeft gemaakt, krijgt een standaardscore op een schaal van 501 tot en met 550. Op basis hiervan krijgen de leerlingen het best passende brugklastype geadviseerd. Dit jaar behaalden de leerlingen gemiddeld een standaardscore van 535,2.
Nee, de Citotoets is een leervorderingentoets.
Plaatsing in een gymnasiumbrugklas gebeurt alleen op wens van de ouders/leerling, anders wordt geplaatst in een atheneum/havo brugklas. Citoscore 545 <> 547, schooladvies: twijfel gymnasium.
Als je aan het einde van groep 8 referentieniveau 1F hebt bereikt, dan beheers je taal en rekenen voldoende. Als je referentieniveau 1S of 2F hebt bereikt, dan beheers je taal en rekenen zelfs nog beter.
Ga in gesprek met de middelbare school
Het schooladvies is leidend. Maar u kunt met de middelbare school in gesprek gaan. In de praktijk volgen de meeste scholen het advies van de basisschool op, maar het komt ook voor dat zij akkoord gaan met een andere plaatsing.
Veel herhaling en een hoger tempo
In groep 8 zijn de kinderen vooral bezig met het herhalen van de rekenstof uit de voorgaande jaren. Moeilijke onderdelen als breuken, procenten, staartdelingen, verhaaltjessommen en het metriek stelsel worden flink geoefend om het gewenste eindniveau van de basisschool te halen.
„Vooral de vierde klas havo staat al jaren als probleemklas bekend. Daar blijven de meeste leerlingen zitten. Onderzoeken hiernaar hebben nooit keiharde oorzaken aangewezen, maar in de onderwijswereld worden wel steeds dezelfde verklaringen genoemd.”
Deze toets meet de kernvaardigheden Nederlands, Engels, rekenen en wiskunde. Kortom, een goed vertrekpunt voor het volgen van alle leerlingen. Toets 0 geeft inzicht in individuele prestaties, vaardigheden en hoe die zich tot andere leerlingen verhouden.
De Cito-score kan invloed hebben op het definitief advies van de basisschool. De score van een leerling wordt bepaald door hoeveel vragen er goed beantwoord wordt op drie toets onderdelen: taal, studievaardigheden en rekenen-wiskunde. Dit zijn onderdelen waar een leerling beter in wordt wanneer ermee wordt geoefend.